Christiaan Weijts, auteur: ‘Ik wilde geen biografie schrijven, maar een roman’
In zijn nieuwe roman, ‘Furore’, schetst Christiaan Weijts twee werelden die ver uiteen lijken te liggen. Enerzijds de Nederlandse bohème rond het begin van de vorige eeuw, anderzijds een dystopische toekomst waar die wereld met technologische middelen opnieuw gecreëerd wordt.
Christiaan Weijts (44) debuteerde in 2006 met de roman ‘Art. 285b’. Sindsdien schreef hij nog zes romans die een breed publiek bereikten. Daarnaast schrijft hij voor NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer. Zijn boeken kregen verschillende prijzen. Hij wordt vergeleken met verhalende schrijvers uit ons taalgebied als Mulisch en Vestdijk. Deze maand verscheen ‘Furore’, een roman die zowel in het verleden als in de toekomst speelt. In beide verhaallijnen zijn de maatschappelijke omstandigheden nadrukkelijk aanwezig. Omstandigheden die op het eerste gezicht van elkaar verschillen als dag en nacht, maar bij nader inzien overeenkomsten vertonen. “Maar,” verzekert Weijts, “het gaat om het verhaal, wat er op het voortoneel gebeurt.”
Waar ligt de oorsprong van dit boek?
Christiaan Weijts: “Ik had al enige tijd het verlangen om een boek te schrijven dat op research gebaseerd is. Zodat de journalist in mij samenkomt met de romanschrijver. Ik had er zin in om in de Koninklijke Bibliotheek of het Literatuurmuseum in oude kranten te bladeren en microfiches te bekijken. En de periode van de belle époque van rond 1900 heeft mij altijd al aangesproken. Op een keer zat ik in De Posthoorn met Kees ’t Hart en Wim de Bie koffie te drinken. Wim merkte op dat omstreeks 1910 Picasso een tijdje in Nederland heeft doorgebracht.”
“Een kort verblijf aan de kust bij Schoorl, waar niet veel over bekend is. Dat gegeven ben ik gaan uitzoeken en tijdens dat speuren stuitte ik op de figuur Tom Schilperoort die Picasso had uitgenodigd. Die Schilperoort prikkelde mijn verbeelding. Dat was een bohemien, een flaneur, iemand die meewaaide met zijn interesses. Op de bonnefooi vestigde hij zich in Parijs. Hij mengde zich er in kunstenaarskringen, ging voor kranten over kunst schrijven. Later werd hij autocoureur.”
“Omstreeks 1905 waren er een aantal Nederlandse schilders in Parijs neergestreken, onder wie Kees van Dongen en Otto van Rees. Er zaten ook veel internationale kunstenaars, zoals Picasso. Het eerste stuk dat ik tegenkwam, was een bespreking van een tentoonstelling van Van Dongen. Dat deed hij als volstrekte dilettant, al kreeg hij het schrijven wel snel in de vingers. Hij ontwikkelde een mooie stijl, Couperus-achtig. Je ziet hem schilderen met woorden. Nu vinden we dat overdreven, maar destijds was fotografie nog niet zo algemeen, dus werden visuele beschrijvingen gewaardeerd. In Nederland trok hij de aandacht met het eerste interview met Mata Hari, de spionne. Hij raakte bevriend met Picasso. Schilperoort nodigde hem uit om naar Nederland te komen, naar de kustplaats Schoorl, waar hij in de duinen een vakantiewoning kon gebruiken.”
“Schilperoort was toevallig aanwezig bij grote gebeurtenissen van zijn tijd, in de kunst, in de techniek, in de samenleving. Maar altijd als een buitenstaander, hij hoorde nergens bij. Dat maakt hem als romanpersonage juist zo interessant. Je moet als schrijver de mensen in de schaduw hebben. Niet Napoleon, maar de kok van Napoleon. Dat is interessanter. Dat er niet heel veel over Schilperoort te vinden was, was juist goed voor wat ik wilde, want ik wilde geen biografie schrijven, maar een roman.”
Je legt een link tussen deze Tom Schilperoort en het romanpersonage Japi uit ‘De uitvreter’ van Nescio. De oplettende lezer herkent een aantal zinnen uit dat boek. In hoeverre valt Schilperoort samen met Japi?
“Nescio heeft ongetwijfeld Tom Schilperoort voor ogen gehad bij het schrijven van ‘De uitvreter’, maar Japi is samengesteld uit een heleboel figuren uit de bohemienkringen van die tijd. Zowel Grönloh – Nescio – als Schilperoort kwam daar. Schilperoort was iemand die nergens echt bij hoorde, die overal opdook en weer verdween. Die voor reuring zorgde, liedjes zong. Hij stond erom bekend dat hij van iedereen geld of boeken leende en dat vervolgens nooit teruggaf. Dat is precies hoe Nescio Japi tekent. En Japi is een soort archetype geworden, degene die niet mee wil doen met de maatschappij. Zijn gevleugelde uitspraak ‘ik ben Goddank helemaal niks,’ leg ik inderdaad Schilperoort in de mond.”
*
Het andere verhaal van ‘Furore’ speelt omstreeks het jaar 2054. Kris, kunsthistoricus, onderzoekt in het kader van een aanstaand Picasso-evenement het verblijf van Picasso in Nederland en de vriendschap tussen hem en Schilperoort. Virtual Reality (VR) heeft tegen die tijd een vlucht genomen en het evenement dient dan ook een VR-beleving te worden waarin de bezoeker zich virtueel in het Schoorl van 1905 waant. Nederland ziet er anno 2054 anders uit dan nu. Vanwege de zeespiegelstijging is het deels weer prijsgegeven aan de zee. Technologie heeft op veel terreinen, waaronder medisch, aan invloed gewonnen. In de samenleving komen politieke en religieuze spanningen tot een climax.
Hoe serieus moeten we deze dystopie nemen als lezer?
Christiaan Weijts: “Ik vind dit soort speelse verkenningen leuk. Neem de rol van het soefisme in dit boek. Ik denk dat de invloed van religie in de samenleving groter gaat worden, dat zie je altijd in verwarrende tijden. Ik speculeer in dit boek hoe het eruit zou kunnen zien. Misschien ontwikkelt zich er een universele religie waarin iedereen zich wel kan vinden. Een soort islam light met newageachtige trekken. Het is spielerei, maar zoals ieder spel heeft het een serieuze component.”
Was het niet lastig om twee verhalen die zo ver uiteen liggen bijeen te brengen in één roman?
“Ik wilde met dit boek meer doen dan alleen nostalgisch escapisme naar de belle époque. Ik heb het contrast bewust opgezocht. De wereld van 2054 die ik schets, is in veel opzichten verschillend aan de onze, maar is nog wel herkenbaar en in veel opzichten vertrouwd.”
Door: Thijs Kramer
Dit is een fragment uit het interview dat Thijs Kramer had met Christiaan Weijts. Wilt u het volledige gesprek lezen? Koop dan de krant Den Haag Centraal (DHC) vanaf donderdag 19 november bij een van de verkooppunten of neem een (proef)abonnement.