Tafel, bank of groen in ruil voor parkeerplek

Je moet het maar durven. Parkeerplaatsen weghalen om er een picknicktafel met banken neer te zetten, of een perkje met groen. In zes Haagse straten kan het werkelijkheid worden. Walter Dresscher is de drijvende kracht achter de Vrijstraat.

Door

Het begon een paar jaar geleden, met zijn dagelijkse wandeling langs de grachten van Amsterdam, naar zijn piepkleine appartementje op driehoog. Een schitterende plek, vindt Walter Dresscher, zelfs met die overdaad aan autoblik langs de waterkant. ”Op een gegeven moment zag ik een auto waar plantjes onder groeide. Da’s gek, dacht ik. Die komt niet van z’n parkeerplaats. En dat bleek geen uitzondering. Ik zag steeds meer auto’s waarvan ik dacht dat er nauwelijks mee gereden werd.”

Dresscher wilde daar het fijne van weten en nam contact op met de dienst verkeer van de gemeente Amsterdam. “Die stuurde me rapporten vol getallen over het parkeren langs de grachten. Daar schrok ik wel een beetje van. Want van de honderd geparkeerde auto’s komen er twintig minder dan één keer in de week van hun plek. Bij vergunninghouders is dat zelfs een kwart. Dat is echt heel veel. Je bent dan eigenlijk de openbare ruimte aan het privatiseren.”

Het ruimtelijk denken zit Dresscher – opgeleid tot architect – in het bloed, de openbare ruimte heeft zijn fascinatie. “Iedereen vindt een gracht zonder auto’s veel mooier. Tegelijkertijd is er enorme weerstand tegen elk plan dat de auto raakt. Op de een of andere manier slagen we er maar niet in om die impasse te doorbreken. Daar moet toch wat op te verzinnen zijn?”

Na lang piekeren kwam Dresscher met de oplossing. “Het werkt niet als je mensen iets ontneemt, je moet juist iets te bieden hebben. Een cadeautje. Dus bedacht ik: als jij bereid bent je parkeervergunning in te leveren, dan krijg je die parkeerplek als een stukje openbare ruimte terug. Als je dat met tien mensen in de straat doet, heb je de ruimte om iets leuks te doen, zoals een picknicktafel, bankjes, een speeltuintje, of natuurlijk groen. Wat de buurt maar wil, waar de bewoners maar gelukkig van worden.”

Tweede voordeel

Het levert de mensen een tweede voordeel op, weet Dresscher zeker. “En dat is geld. Veel mensen realiseren het zich niet, maar een eigen auto kost gemiddeld zo’n 300 euro in de maand. En dan heb je nog geen kilometer gereden. Een auto een of twee keer in de week gebruiken, dat is dan een dure grap. Voor deze groep mensen is het veel aantrekkelijker om aan autodelen te doen. Je bespaart duizend euro per jaar, of nog veel meer, afhankelijk hoeveel je rijdt.”

Dresscher ging de boer op met zijn verhaal, schreef een betoog in Het Parool en hield een lezing in een debatcentrum, maar het stadsbestuur van Amsterdam durfde het toch niet aan. De gemeente Den Haag greep de kans wel. Onder de naam ‘de Vrijstraat’ mag Dresscher nu in zes straten proberen om het autodelen te belonen met een eigen invulling in de openbare ruimte. “De politiek hier beseft dat er iets moet gebeuren. De Hagenaar bezit 180.000 auto’s. De stad is te vol.”

 

Het werkt niet als je mensen iets ontneemt, je moet juist iets te bieden hebben.
Walter Dresscher

 

In theater De Nieuwe Regentes is de Vrijstraat onlangs van start gegaan. De spelregels zijn simpel. Een straat wordt pas een Vrijstraat als ongeveer tien bewoners zich aanmelden. Zij doen een halfjaar afstand van hun auto en kunnen die gratis kwijt in een garage van de gemeente, elders in de stad. De bewoners regelen zelf hoe zij gaan autodelen, en intussen beramen zij plannen voor de openbare ruimte. Als iedereen na een halfjaar door wil met het autodelen, dan zet de gemeente de schep in de grond en wordt de straat aangepast aan de wensen uit de straat.

‘Niets politieks’

In de politiek wordt zijn initiatief soms geframed als automobilistje pesten, als linkse hobby, merkt Dresscher. “Maar daar is geen sprake van. Ik was ooit in debat met de politiek, en heb de vraag toen andersom gesteld: wie wil dat de mensen niet meer met hun auto naar hun werk mogen? Niemand vindt dat. Ook GroenLinks niet. De Vrijstraat heeft niets met politiek te maken. Wij willen de autobezitter ook niet stigmatiseren als asociale vervuiler. Prima als mensen met de auto naar het werk gaan. Het gaat ons echt alleen om de auto’s die weinig gebruikt worden, die niet bezit hoeven te worden, die je door een deelauto kan vervangen.”

De Vrijstraat kan een keten aan positieve gevolgen teweegbrengen, stelt Dresscher.

De bewoners in de straat krijgen meer contact met elkaar, de leefbaarheid neemt toe, de vergroening zal voor verkoeling zorgen in de zomer en de extreme regenbuien beter opvangen. Als de formule aanslaat, moet het ook stadsbreed effect krijgen, met minder autoverkeer, schonere lucht. Dresscher: “Je betaalt met het autodelen per kilometer. Dus je bent dan toch eerder geneigd de fiets te pakken om die boodschap te doen.”

Standaardportret
Bekijk meer van