Olympische historie: Harry Dénis (HBS) en Albert Snouck Hurgronje (HVV), kemphanen samen in Oranje
De Olympische Zomerspelen in Tokio zijn in volle gang, maar in het begin van de vorige eeuw waren er al Haagse deelnemers. Harry Dénis en Albert Snouck Hurgronje voetbalden tegen en met elkaar.
De voetbalwedstrijden tussen HBS en HVV brengen altijd extra emoties met zich mee, zoals het een echte derby betaamt. Zo ook in het olympisch jaar 1924. Tweemaal streden de kemphanen toen tegen elkaar. HBS won en speelde gelijk. Op de rechtsbackplaats bij HBS domineerde in die jaren Harry Dénis (1896-1971) en bij HVV was rechtsbuiten Albert Snouck Hurgronje (1903-1967) de uitblinker. Felle duels hebben zij vermoedelijk niet uitgevochten, want een rechtsbuiten komt de rechtsback zelden tegen, hoewel aanvoerder Dénis overal placht bij te springen waar zijn verdediging hulp nodig had. Voor ons verhaal zou het leuk zijn als Dénis ‘Snouckie’ een paar keer fiks getackeld had. Want tijdens de Spelen van 1924 in Parijs waren zij juist teamgenoten, de ingenieur van HBS en de adellijke jurist van HVV.
Snouck Hurgronjes speelstijl is mooi samengevat in een gedicht gepubliceerd in het HVV-jubileumboek van 1933. ‘Het spel van de Groote Haagsche, Men kent het van heind en ver, de schitterendste speler, is momenteel Albert. Hij speelt als rechtsbuiten, met rennen – magnifiek, Hij is door prettige eenvoud, de lieveling van ‘t publiek.’ Uit dit rijm valt tevens af te leiden hoe zijn voornaam dient te worden uitgesproken.
Soms schopte de tengere buitenspeler geen deuk in een pakje boter zoals een enkel wedstrijdverslag laat weten. Maar als hij het op z’n heupen had, was hij niet te stoppen. 1924 was zijn topjaar. Een vaste plaats in het nationale team was zijn beloning. In totaal zou hij dat jaar zes caps halen.
Olympisch brons voor Harry Dénis
Dénis had een beduidend langere interlandcarrière. Hij kwam 56 maal voor het nationale team uit. Hij was er bij drie Olympische Spelen bij. Zo ook in 1920 toen ons elftal de bronzen medaille kreeg toegewezen. Eigenlijk waren we vierde geworden, maar finalist Tsjechië was zo kwaad geweest op de scheidsrechter dat de spelers van het veld waren gelopen. Diskwalificatie volgde. Oranje had verloren van Spanje, dat nu zilver kreeg.
Vier jaar later in Parijs hadden zich ook teams uit Afrika en Noord- en Zuid-Amerika ingeschreven, zodat dit toernooi weleens beschouwd wordt als het eerste officieuze wereldkampioenschap. Het Nederlands elftal werd redelijke kansen op een medaille toegedicht. Het team won zoals het hoorde van Roemenië en Ierland. De grote verrassing van het toernooi was echter Uruguay. Dat elftal scoorde tegen landen als Joegoslavië, de VS en Frankrijk maar liefst vijftien goals. De Uruguyanen speelden attractief voetbal en leken onklopbaar. Juist tegen deze baltovenaars moesten de Nederlandse underdogs in de halve finale aantreden. Het werd onverwacht toch een enorm spannende strijd.
Hoofdrol arbiter
De Fransen in het matig bezette stadion van Parc des Princes kozen partij voor de Zuid-Amerikanen, wat bijna tot een kloppartij met de vierhonderd Nederlanders leidde. Een nouveauté was de buitenspelval die de Hollandse backs Dénis en Tetzner (ja, de chirurg van Cruijff) voortdurend met succes hanteerden. Tot achttien minuten voor tijd stond het nog 1-0 voor de Hollanders. De Uruguayanen waren inmiddels overgegaan tot hard fysiek spel, op de grens van het toelaatbare. Het werd gelijk. Tot verbijstering van alle aanwezigen constateerde scheidsrechter Vallat in de laatste minuten ook nog een handsbal in het Nederlandse strafschopgebied. Hij was de enige die dat had gezien. ‘L’arbitre bat La Hollande,’ kopte l’Equipe.
Toen het Nederlands elftal vier jaar later in Amsterdam weer tegen de inmiddels officiële wereldkampioen Uruguay moest spelen, wilde Harry Dénis per se revanche. Hij werd naderhand beschuldigd van onsportief gedrag, omdat hij zijn elftal in de kleedkamer fiks had opgenaaid. Pak ze aan! Schoffel ze onderuit! Onsportief? Hij was gewoon zijn tijd vooruit. Het had overigens niet geholpen.
Theo Bollerman is sporthistoricus
Wilt u meer Haags sportnieuws lezen? Koop de krant Den Haag Centraal dan op donderdag bij een van de verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.