Minister Sander Dekker: niet met onterechte kritiek vertrouwen in rechters aantasten

Met het oog op Prinsjesdag geeft Hagenaar en minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker zijn visie op veiligheid, rechters en eerbiedwaardige instituties.

Door

Na vele toegangspoortjes gepasseerd te zijn, bereiken we de achtste verdieping van het grote ministeriecomplex aan de Turfmarkt. Daar zetelt, naast onder anderen de ministers Grapperhaus (CDA, Justitie) en Ollongren (D66, Binnenlandse Zaken) ook een VVD-minister en wel Hagenaar Sander Dekker (44). Hij was eerder wethouder in Den Haag, onder meer van Onderwijs en Financiën, en staatssecretaris van Onderwijs. En sinds 2017 is Sander Dekker minister voor Rechtsbescherming in het kabinet ‘Rutte III’.

Heel iets anders opeens dan onderwijs. Kan dat wel als niet-jurist?

Sander Dekker: “Ik heb twee grote liefdes en dat zijn onderwijs én justitie. Toen ik zelf nog bestuurskunde doceerde aan de universiteit, was mijn vakgebied politie, justitie en veiligheid. Het zit ook wel een beetje in mijn DNA. Mijn opa was politiecommissaris hier in Den Haag. Mijn ouders zijn op een gegeven moment van het Kaapseplein in Transvaal naar Zoetermeer verhuisd, nadat er twee keer was ingebroken. Ik vind dat mensen zich veilig moeten kunnen voelen op de plek waar ze graag wonen.”

Waarom is er nu een aparte minister voor Rechtsbescherming?

“De discussie ging erover of het ministerie van Justitie en Veiligheid niet te groot was geworden. Bij de start van dit kabinet is gezegd: we gaan het niet opsplitsen, maar we zorgen ervoor dat er een nieuwe minister komt. Het is van belang dat je op een sterke overheid kunt rekenen die de criminaliteit aanpakt, maar ook op een overheid die zich gebonden voelt aan het recht en die wetten en regels heeft die ook voor haarzelf gelden. Het is essentieel dat er een onafhankelijke rechtspraak is en dat mensen die in het nauw zitten de rechter kunnen vragen om een oordeel.”

Maar tegelijk verkleint u de ruimte voor rechtsbijstand. Hoe is dat te rijmen met elkaar?

“Het beeld dat er wordt bezuinigd wil ik wegnemen. Er wordt geen euro gekort op de rechtsbijstand. Je kunt wél kritisch kijken naar het gebruik ervan. Heel veel mensen willen gewoon dat er naar ze geluisterd wordt. Dat kan soms op een andere manier en sneller dan via de rechter. Ik wil meer oplossingen en minder procedures.”

Er is geregeld kritiek op rechters; ze zouden te soft zijn. Moet de rechterlijke macht meer luisteren naar de samenleving?

“Natuurlijk moet je daar ogen en oren voor hebben. Maar de indruk dat het allemaal te soft zou zijn, klopt niet. Als we kijken naar onderzoeken zie je dat Nederland al lang niet meer behoort tot de landen waar het laagst wordt gestraft. Ik denk dat we trots en zuinig moeten zijn op onze rechterlijke macht. We moeten niet met onterechte kritiek de geloofwaardigheid ervan aantasten.”

Er is ook na verschillende dramatische incidenten kritiek op het TBS-systeem. Terecht?

“Dit is wel een ministerie waar je heel vaak bezig bent met hele vervelende en tragische dingen. We kunnen helaas geen 100 procent veiligheid garanderen. Tegelijkertijd kijken we natuurlijk wat nodig is om risico’s voor de samenleving zo klein mogelijk te houden. Je moet de maatschappij op de korte termijn beschermen door mensen ‘achter de deur’ te houden. Maar op de langere termijn moet je er ook voor proberen te zorgen dat als iemand weer vrijkomt de kans op recidive zo klein mogelijk is.”

We kennen in Nederland eerbiedwaardige instituties als de Hoge Raad en de Raad van State. Tijd om daar eens wat te gaan moderniseren?

“Je moet altijd heel erg zuinig zijn op de dragende instituties van je land. Ons ingewikkelde bestel functioneert goed en dat is heel veel waard. Dat laat onverlet dat ze ook mee moeten gaan met de tijd, het is geen museum. Het is een kwestie van het vinden van een goede balans. Eén vraagstuk is bijvoorbeeld of de Hoge Raad ook de mogelijkheid moet krijgen wetten te toetsen aan de Grondwet. Daarin schuilt het gevaar dat de Raad politieker wordt. We hebben hier als kabinet de knoop nog niet over doorgehakt.”

[Dit is een verkorte versie van een interview dat verschijnt in de bijlage Prinsjesfestival bij de krant van 29 augustus 2019]
 

 

Standaardportret
Bekijk meer van