Nog veel onduidelijk bij plan voor Eschermuseum in ambassade
Escher in de voormalige Amerikaanse ambassade. Het stadsbestuur schaart zich er opnieuw achter, maar veel is nog onduidelijk.
Het nieuwe college van B en W heeft naar eigen zeggen de knoop doorgehakt: het Eschermuseum zou moeten verhuizen van Paleis Lange Voorhout naar de voormalige Amerikaanse ambassade op de hoek met het Korte Voorhout. Er is ook geld voor gereserveerd: vijf ton in 2023 en 2024, en 1,4 miljoen euro in 2025 en 2026. In het collegeakkoord staat dat ‘met het Eschermuseum [wordt samengewerkt] aan een ontwerp om een nieuw museum te realiseren in dit gebouw’. Maar wat zijn de uitgangspunten?
De gemeente blijft eigenaar en ziet dus af van verkoop van het gebouw aan een marktpartij. Daarmee is ook het plan van de baan om de voormalige ambassade, een rijksmonument, ten behoeve van een hotelfunctie met één bouwlaag te verhogen. “We werken nu aan een nieuw programma van eisen voor het Eschermuseum in het gebouw. Dat gebeurt in overleg met het Kunstmuseum. Het gereserveerde geld is bedoeld voor de verbouwing van het pand,” laat wethouder Saskia Bruines (D66, cultuur) via een woordvoerder weten. Hoe het qua financiën precies in elkaar zit, blijft onduidelijk want de verbouwing vergt een veel grotere investering.
Dat de stad eigenaar blijft, biedt ons meer zekerheid
Maar Benno Tempel, directeur van het Kunstmuseum waar Escher in Het Paleis onder valt, is verheugd over het besluit van de gemeente. “Dat de stad eigenaar blijft, biedt ons meer zekerheid dan als het een commerciële partij zou worden. Ik denk dat wij gaan zorgen voor een belangrijke toevoeging aan het Museumkwartier: een volwaardig Eschermuseum met een groot café-restaurant. Het ontwerp moet nog worden gemaakt.”
West wil plek behouden
Opvallend is dat tot nu toe onvermeld blijft dat de ‘ambassade’ de afgelopen vier jaar met succes is gebruikt als centrum voor actuele kunst door West Den Haag. De instelling wordt naar eigen zeggen zowel door de gemeente als door het Kunstmuseum genegeerd. Zakelijk leider Akiem Helmling van West sprak daarom vorige week in bij de behandeling van het coalitieakkoord in de gemeenteraad. Hij koos voor een positieve toon en zei blij te zijn dat de stad ervoor kiest het gebouw in eigen bezit te houden. Daardoor vervalt dus de noodzaak in het complex ook een hotel onder te brengen. “Door het wegvallen van het hotel ontstaat er ruimte voor twee musea, namelijk Escher én West,” aldus Helmling.
Zonder ons bestaat het Museumkwartier louter uit traditionele musea
Helmling en West-directeur Marie-José Sondeijker geven in een later gesprek aan dat zij de gemeenteraad weliswaar positief hebben benaderd, maar dat ze zich zeer miskend voelen. Helmling: “Wij hebben bewezen dat het mogelijk is op deze plek een bloeiend centrum voor hedendaagse kunst te hebben. In 2019, vóór corona dus, trokken we 44.000 bezoekers. We worden ook erkend door de culturele adviescommissies van de gemeente én het rijk. Daarom krijgen we nu in het totaal een subsidie van bijna zeven ton per jaar. Wij zijn dus ook in dat opzicht een interessante partij om erbij te hebben. Maar met ons wordt niet overlegd.”
Sondeijker wijst op het aanbod van het Museumkwartier als geheel. “Wij complementeren dat met de eigentijdse kunst en maken het aanbod breder en diverser. Zonder ons bestaat het Museumkwartier louter uit traditionele musea. Daarom zeggen wij: betrek ons erbij en richt je niet uitsluitend op het Eschermuseum.”
Idee-fixe
Benno Tempel zegt in reactie op de verwijten van West dat hij ‘in het verleden’ wel met de instelling heeft overlegd. “West zit in principe tijdelijk in de ambassade. Ze hebben een soort idee-fixe dat zij ook in het gebouw kunnen blijven. Maar dat kan niet. Het Eschermuseum wordt niet iets kleins, het wordt een volwaardig museum met kantoren en een depot. Dat het hotel uit de plannen is, wil niet zeggen dat er opeens meer ruimte is. Voor de hotelfunctie zou het gebouw worden uitgebreid en dat gaat nu dus niet door. Ik vind West een waardevolle instelling, maar ze hoeven niet per se op deze plek te zitten.”