Joris Wijsmuller – ‘Opportunisme, dat is gevaarlijker dan populisme’

De Haagse gemeenteraad neemt dinsdag afscheid van zijn vertrekkende leden. Eén van hen is de nestor van de raad: Joris Wijsmuller. Hij keerde zich als raadslid tegen een nieuw cultuurpaleis, maar bouwde het als wethouder. Een terugblik aan de vooravond van zijn afscheid.

Door

Hij had zich zijn afscheid iets anders voorgesteld. Dat wil zeggen: de bloemen en waarderende woorden komen heus wel, in zijn laatste raadsvergadering op dinsdag 29 maart. Maar er hangt een schaduw overheen. De Haagse Stadspartij (HSP), waarvoor Joris Wijsmuller (56) lang raadslid was en ook vier jaar wethouder, is terug bij af. Eén zetel bleef er over bij de verkiezingen van 16 maart. Ter vergelijking: in 2017 haalde de HSP er nog drie en vier jaar dáárvoor zelfs vijf.

Wat ging er mis?

“Het viel me rauw op m’n dak, ik had het niet zien aankomen. Je weet dat een wisseling van de wacht een risico met zich meebrengt. Het lijkt een beetje op wat er in Rotterdam gebeurde toen Manuel Kneepkens in 2006 vertrok bij de Stadspartij Rotterdam. Toen gingen ze van drie zetels naar nul. Dat was voor mij een waarschuwing. Ik heb lang gedacht: ik kan niet zomaar stoppen. Toch moet je de knop omzetten en plaatsmaken voor nieuwe mensen. Fatima Faïd (zijn opvolger als fractievoorzitter en lijsttrekker, red.) heeft veel vernieuwing gebracht. De lijst is verjongd en verkleurd, is diverser geworden. Er zijn een paar oudere leden afgehaakt, maar er zijn veel meer nieuwe leden bij gekomen. Het zag er goed uit, ook in de peilingen.”

Maar toen kwam de verkiezingsavond…

“In de eerste tussenstand stonden we op één zetel. Ik dacht: dat trekt nog wel bij. Maar dat gebeurde niet. Heel pijnlijk, een hard gelag. Ik had het de partij graag gegund dat ze met iets meer massa in de nieuwe raad hadden kunnen opereren.”

Was de trendbreuk niet te groot, van de klassieke HSP-thema’s zoals groen en stadsontwikkeling naar diversiteit en inclusiviteit?

“Ik denk dat de HSP dat nodig had, anders hadden we niet zoveel jonge en talentvolle mensen op de lijst kunnen krijgen die nieuwe onderwerpen oppakken en andere gemeenschappen in de stad weten aan te spreken. Er ligt een stevig fundament waarop kan worden voortgebouwd. Voor die oude onderwerpen blijft de partij zich trouwens ook inzetten. De nummer 2 op de lijst was Tim de Boer, die als fractievertegenwoordiger al zijn sporen heeft verdiend. Hij is specialist op die terreinen.”

Joris Wijsmuller, Brabander van geboorte, vestigde zich in 1984 in Den Haag toen hij een opleiding ging volgen aan de MTS Fotovakschool aan de Tarwekamp. Iets later vond hij onderdak in het beroemdste kraakpand van de stad, De Blauwe Aanslag aan het Buitenom. Geregeld trad hij op als woordvoerder van de gemeenschap. En hij werd voorzitter van de bewonersvereniging en ontmoette er zijn vriendin. Later trok hij bij haar in in wooncomplex De Zwarte Madonna in het Spuikwartier, om zich daarna in de Rivierenbuurt te vestigen, waar ze nog altijd wonen. Ondanks eerdere afspraken met de gemeente moest De Blauwe Aanslag uiteindelijk wijken voor een wegverbreding. Een deel van de bewoners vestigde zich met medewerking van de gemeente in de oude hbs aan de Waldeck Pyrmontkade. De wilde vleugel kraakte De Vloek op Scheveningen.

Maar u ging verder in de politiek. Hoe is dat zo gekomen?

“Door De Blauwe Aanslag ben ik politiek actief geworden. Ik sloot me aan bij Buurtoverleg Het Oude Centrum en bij de actiegroep De Kern Gewond die streed tegen de bouw van de tramtunnel. Daar leerde ik jurist en oud-Tweede Kamerlid Karel van Rijckevorsel kennen, die voor mij een inspirator werd. De volgende stap was de oprichting van een politieke partij, de HSP, die in oktober 25 jaar bestaat. Dat heb ik niet zelf gedaan, maar dat was vooral het werk van Peter Bos, die nu ook afscheid neemt van de raad.

2007, geportretteerd voor Den Haag Centraal door Willy Jolly.

De oprichtingsvergadering was in  Kraakbios Eisenstein, het filmhuis van De Blauwe Aanslag. Dat was eenmalig, want daarna waren we daar niet meer welkom. De anarchistische vleugel van de bewoners vond dat de parlementaire democratie zijn eigen weg maar moest vinden. Mede door Van Rijckevorsel koos ik voor de parlementaire weg. Door mijn ervaring was ik meteen de gedoodverfde lijsttrekker. De algemene achtergrond was dat de gevestigde, landelijke partijen in de raad veel te weinig oog hadden voor de noden van de stad. We wilden niet de macht veroveren, maar gewoon, heel primair, geluiden uit de stad vertolken en bewoners eerder bij de plannen betrekken.”

Toch bent u nooit een standaardpoliticus geworden.

“Diep vanbinnen zit nog wel iets van de kraker die ik ooit was, en de do-it-yourselfcultuur van de kraakbeweging spreekt me nog altijd aan. Ik geloof ook niet dat het parlementaire systeem volledig zaligmakend is. Buitenparlementaire actie blijft noodzakelijk. Maar het is wel ontzettend belangrijk om je met elkaar voor de publieke zaak te blijven inzetten en dingen gezamenlijk te regelen.”

Hoe verklaart u het eerdere succes van de HSP?

“Met één zetel en een aantal hele actieve fractievertegenwoordigers konden we toch onze rol pakken en invloed uitoefenen. Niet alles lukte. Bijvoorbeeld het alternatieve plan voor de Zwarte Madonna, zodat die niet zou worden gesloopt. Maar juist door dat alternatief kreeg PvdA-wethouder Hilhorst toch een meerderheid voor sloop achter zich. Daar leerde ik veel van. De bomen van de Koninginnegracht bijvoorbeeld hebben we wél weten te redden, door een iets andere strategie te kiezen. Maar we bleven luis in de pels en kwamen drie termijnen lang niet verder dan één zetel. In 2010 zijn we ons gaan verbreden tot serieus alternatief. Door onder meer oppositie te voeren tegen bijvoorbeeld het Spuiforum (de ‘voorloper’ van Amare, red.) en het kappen van de bomen op de Laan van Meerdervoort. Dat hebben we verzilverd in 2014, toen we groeiden naar vijf zetels.”

Maar het ging verder. U werd wethouder. Hoe was dat mogelijk, van kraker tot ambtsdrager? 

“We streefden dus naar een bredere rol. En die kregen we door die vijf zetels. We hadden eerder al gezegd dat we bereid waren bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen. Ik had het nooit gedacht, nooit geambieerd. Toch was het een logische stap na zestien jaar in de raad.”

Was dat geloofwaardig, tegen het Spuiforum zijn en dan een ander soort Spuiforum uitvoeren?   

“Ik heb oppositie gevoerd tegen het Spuiforum, een ontwrichtend plan dat de omgeving zou overschaduwen. Het ging om de kosten en de verwachting dat die niet te beheersen zouden zijn én om het redden van het Spuiplein. Het Spuiforum zou er midden op komen te staan. Zo’n plein, dat je nodig hebt in een stad, was dan verloren gegaan. Er is net nog gedemonstreerd voor Oekraïne. Het waren moeilijke collegeonderhandelingen. Iedereen heeft water bij de wijn moeten doen. Ik dus ook. Daardoor is eruit gekomen dat we stopten met het Spuiforum en gingen voor een nieuw plan met beheersbare kosten en zonder bebouwing van het Spuiplein. Maar inderdaad, het bleef een groot en duur plan. En toen keek iedereen aan de onderhandelingstafel naar mij. Ga jij het dan ook doen, Joris? Ik wist dat ik gekke Henkie was. Maar als het dan toch moest, deed ik het liever zelf. En ik ben er trots op. In vier jaar is een heel nieuw en beter plan gemaakt en nu staat het er.”

Maar hebben uw collega-wethouders u niet in de steek gelaten en u alles zelf laten opknappen?

“Ik moest het compromis uitvoeren en daarmee was ik de kop van Jut. Dat werd verergerd doordat er collega’s zo vriendelijke waren om af en toe informatie naar de pers te laten uitlekken. Daardoor moest ik iedere keer in de verdediging. Dan sta je er alleen voor. Dat was niet fijn. Maar ik was er zelf ook debet aan, want ik hield veel bij mezelf. Ik wilde alles zelf oplossen. Dat maakt je kwetsbaar. Het waren tropenjaren.

Bij Amare. | Foto: DHC/Anniek Molle

Wat ook niet meehielp, was dat Jozias van Aartsen vertrok en ook Ingrid van Engelshoven, wethouder en politiek leider van D66. Vervolgens ontstond er ruzie in het college over de komst van Legoland en de aparte deal met een gokbedrijf die Revis daartoe in elkaar had gezet. Toen was de chemie in dat college wel weg. Pauline Krikke als burgemeester hielp ook niet.”

U was in 2018 nog niet weg, of het cultuurgebouw werd toch duurder!

“Mijn opvolger (VVD’er Boudewijn Revis, red.) was niet bereid om te blijven vechten met de bouwer en een bouwstop te riskeren, wat mij eerder was overkomen. Maar er waren ook extra wensen geformuleerd door de gebruikers en dan weet je dat dat extra geld kost. Daaruit kwam de ‘packagedeal’ voort, dat was een politieke keuze. Maar wat weinigen zich realiseren, is dat de bouwer (Cadanz, red.) hier tientallen miljoenen euro’s verlies op heeft geleden. We hebben als stad uiteindelijk ongelofelijk veel waar voor ons geld gekregen. Ik vind wel dat de schoonheid vooral vanbinnen zit. De buitenkant met de kolommen is minimaal uitgevoerd.”

Vanaf het voorjaar van 2018 was in het college een hoofdrol weggelegd voor Richard de Mos en zijn partij. Is het populisme gevaarlijk?

“Ik heb meer moeite met opportunisme dan met populisme. Opportunisme wil zeggen dat je vanuit eigenbelang handelt. Nu eens zus, dan weer zo, terwijl je als stadsbestuur juist de lange lijnen en principes moet bewaken. Populisme, daar heb ik zelf ook aan gedaan. Als HSP hebben we ook vaak gekozen vóór de bewoners en ons afgezet tegen de regenten op het stadhuis. Wel vind ik het bedenkelijk dat die zogenaamde ombudspolitiek van De Mos de ene keer dit is en de andere keer dat. Je eerst sterk maken voor de uitbreiding van Madurodam en je er opeens tegen keren, omdat het goed valt bij bewoners en een net naar jou overgelopen raadslid. Maar ook andere partijen maken zich er schuldig aan. Neem de kwestie van de partijfinanciering en donaties. Niet alleen De Mos verschaft geen inzage, de VVD evenmin. De VVD is in verkiezingstijd ook opeens een groene partij. Maar als er besluiten moeten worden genomen en er geld moet worden vrijgemaakt, geven ze niet thuis.”

Hart voor Den Haag/Groep de Mos is opnieuw de grootste, maar er zijn blokkades. Hoe moet dat verder?

“Aan de ene kant kun je zeggen dat het wel knap is dat Hart voor Den Haag, ondanks het justitiële onderzoek, negen zetels heeft gehaald. Aan de andere kant zijn ze al twee jaar campagne aan het voeren met een groot budget. Dan moet dit ze wel tegenvallen. Het zorgt in elk geval politiek gezien niet voor een nieuw feit. Sterker nog, de positie van het college is versterkt door de winst van D66. De enige vraag is dan of er een kleine partij uit gaat en er een andere voor in de plaats komt, bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren. Die heeft ook gewonnen. Er is geen meerderheid over rechts, dus ik zie niet in hoe Hart voor Den Haag nog iets kan beginnen.”

En hoe moet dat verder met een raad die maar door 43 procent van de kiesgerechtigden is gekozen?

“De historisch lage opkomst is zeer pijnlijk. Juist de HSP heeft er altijd naar gestreefd om de bewoners bij het bestuur te betrekken. En dan blijf je steken op 43 procent. Veel mensen voelen zich niet serieus genomen, of nemen zelf de politiek niet serieus meer. Het is een collectief probleem dat collectief moet worden aangepakt. Maar ik hoor nog niets in Den Haag over een onderzoek. De raad moet naar zichzelf kijken, gezamenlijk, en niet opportunistisch wijzen naar elkaar. Dat vraagt leiderschap. Ik zie het nog niet snel gebeuren en dat baart me zorgen.”

En nu?

“Ik doe nu als zzp’er een opdracht voor de gemeente Rotterdam. Ik maak samen met de bewoners een toekomstvisie voor Oud-Mathenesse en het Witte Dorp, twee kwetsbare wijken. Hartstikke leuke klus. Als dat klaar is, komt er wel weer wat anders. Toch weer de politiek? Nee, dat verwacht ik niet. Ik wil wel mijn ervaring inzetten voor maatschappelijke organisaties. En ik ga stukjes schrijven voor de wijkkrant van de Rivierenbuurt.”

[Dit stuk verscheen in gedrukte vorm in DHC van 24 maart 2022].

 

 

 

 

 

 

 

 

Standaardportret
Bekijk meer van