Meesterpianist András Schiff op weg naar Amare

Aan stevige meningen geen gebrek bij pianist András Schiff, die binnenkort zijn debuut maakt in Den Haag. ‘Over Mozart heb ik meer te zeggen dan menig dirigent’.

Door

Hij behoort met pianisten als Maria João Pires, Arcadi Volodos en Grigori Sokolov tot de grote pianisten van deze tijd. Maar András Shiff is toch anders. Zo weet je bij zijn collega’s altijd wat ze gaan spelen. Bij Schiff niet. Het wordt waarschijnlijk Bach, Mozart en Schubert, zondag 9 februari in Amare. Misschien Beethoven of Haydn. Dat zijn zijn favorieten. Liszt niet, al is Schiff (1953) in Hongarije geboren.

U treedt voor het eerst op in Amare. Hoe gaat u om met spelen op een nieuw podium in een nieuwe zaal?

“Een nieuwe zaal is altijd een uitdaging, maar ik weet zeker dat het een goede ervaring zal zijn. Impresario Friso Verschoor zou het niet hebben voorgesteld als de akoestiek niet in orde was.”

Uw relatie met Liszt is problematisch, en dat terwijl u Hongaar bent van geboorte. Waarom?

“Ferenc Liszt was waarschijnlijk de beste pianist aller tijden. En zeker een heel groot componist. Op zijn best is hij bijvoorbeeld in de ‘Sonate in b-klein’. Zijn oeuvre is echter, om het zachtjes uit te drukken, erg ongelijk. Ik moet bekennen dat ik zijn muziek grondig verafschuw en dat is waarschijnlijk mijn eigen schuld. Maar is het verplicht om van alle componisten te houden? We hebben allemaal onze sympathieën en antipathieën. Ik heb mensen ontmoet die niet van Bach houden, niet van Mozart houden, niet van Beethoven. Drie reuzen die veel groter zijn dan Liszt. Dus wat maakt het uit? Kijk, er zijn meer dan genoeg pianisten die van Liszt houden, dus laat ik hem aan hen over.”

Ik heb een uitspraak van u gelezen waarin u pleit voor avontuurlijkere concerten en recitals. Wat bedoelde u daar precies mee?

“Wat ik probeerde te zeggen, is dat een klassiek concert een reeks voorspelbare rituelen is geworden. Het publiek weet van tevoren wat het gaat horen en wil zelfs weten hoe het gespeeld gaat worden. De laatste tijd heb ik dat veranderd, het programma wordt niet aangekondigd. Wacht maar af! Ik vertel het publiek vanaf het podium wat het gaat horen en geef ook een beetje informatie over de componisten en de werken. Dat lijkt heel goed te werken en het doorbreekt de muren tussen mij en het publiek. Vooral jongeren waarderen deze nieuwe aanpak.”

Sommige van uw collega’s doen alleen recitals. U niet. U speelt ook de grote concerten en kamermuziek, in samenwerking dus met andere musici.

“Recitals vormen wel degelijk het grootste deel van mijn concerten. Ze zijn zeer bevredigend, het repertoire is immens en jij hebt de leiding. Het is misschien wel erg solitair, maar de omstandigheden zijn ideaal. Om waanzin door eenzaamheid te voorkomen, is het heel goed om kamermuziek te doen. De kwaliteit van de muziek is subliem en je kunt je partners selecteren en ook beslissen over het aantal repetitiesessies.”

 

Veel maestro’s van vandaag zijn meer geïnteresseerd in hun eigen ego dan in de muziek
András Schiff

En de grote concerten met orkest?

“Het spelen daarvan is problematischer en ik doe het steeds minder. Ik heb het meer dan genoeg gedaan. De grote romantische concerten zijn meer voor jongere mensen. Bovendien is er meestal niet genoeg repetitietijd en dan heb je nog de dirigenten. Op een paar uitzonderingen na zijn de maestro’s van vandaag meer geïnteresseerd in hun eigen ego dan in de muziek. En ik kan nog steeds niet echt achterhalen wat de functie van een dirigent is en hoeveel belang we eraan moeten hechten.”

Hebt u daarom een eigen orkest opgericht, de Cappella Andrea Barca?

“Ik ben geen dirigent, alleen musicus. Je zult mij nooit een Wagner-opera of een Mahler-symfonie zien dirigeren. Maar ik heb wel meer te zeggen over Bach, Haydn, Mozart of Schubert dan die virtuoze maattikkers. Als Mozart zijn eigen concerten speelde, deed hij dat allemaal zelf, er was geen aparte dirigent. De Cappella Andrea Barca (een letterlijke vertaling in het Italiaans van Shiffs eigen naam, red.) is 25 jaar geleden juist daarvoor opgericht, om de pianoconcerten van Mozart als kamermuziek te spelen. Het is als mijn eigen familie, een vriendenkring.”

Beschouwt u zichzelf nog altijd als Hongaar, of moeten we u classificeren als een wereldburger?

“Ik ben geboren in Hongarije, niet uit vrije wil. Mijn dankbaarheid aan mijn land is eindeloos, voor een geweldige muzikale opleiding. Tegenwoordig zie ik mezelf als een Europeaan, een Midden-Europeaan.”

Er is iets meer aan de hand, toch?

“Mijn laatste bezoek aan Hongarije was in 2010, voor de begrafenis van mijn moeder. De huidige situatie is verschrikkelijk, zo niet volkomen hopeloos. Viktor Orbán is geen dictator, hij is geen fascist, maar een zeer slimme, zeer sluwe carrièremaker en opportunist. Hij regeert door de meeste informatie, de media, te controleren. Veel mensen houden oprecht van hem. Hij is een rolmodel geworden voor veel politici, zoals Donald Trump.”

Ziet u een speciale rol voor muziek (en kunst in het algemeen) in dit tijdperk van oorlog en polarisatie?

“Laten we niet naïef zijn. We kunnen de wereld niet veranderen en redden. Het is andersom, politici en woke-activisten willen kunst veranderen, ze willen bepalen wat geweldige kunst is en wat niet. Uit politieke correctheid. Dit is heel gevaarlijk, we mogen het niet laten gebeuren. In grote kunst, in grote muziek zit een gevoel van vrijheid en orde die we als model voor de samenleving moeten nemen.”

Recital András Schiff (Serie World Master Pianists), zondag 9 februari, 16.00 uur, Amare. Meer informatie klik hier.

Standaardportret
Bekijk meer van