Arcadi Volodos: Wat overblijft is de muziek, niet de vertolker

Hij is een van de grootste hedendaagse pianisten. Arcadi Volodos treedt vrijdag op in Amare. “Ik houd ervan als werken in mij leven.”

Door

Het is te pijnlijk allemaal, de situatie in Rusland en Oekraïne. Dus liever geen vragen daarover, kregen we van tevoren te horen. Wat Arcadi Volodos ervan vindt, mag blijken uit het feit dat hij zichzelf niet echt meer ziet als Rus. Hij woont al jaren in Frankrijk. Maar ja, geboren in 1972 in het toenmalige Leningrad en gevormd aan de conservatoria van die stad en van Moskou, is hij natuurlijk toch een pianist in de Russische traditie. De ‘Russische School’ mogen we niet zeggen, want die bestaat niet meer, geeft hij aan. Dat is iets van het verleden.

Een echt interview kon alleen worden afgenomen in het Russisch of het Frans. Daarom is gekozen voor het schriftelijk voorleggen van vragen, die Volodos uitgebreid heeft beantwoord. De pianist trad in november 2022 voor het eerst op in Amare in de serie World Master Pianists van impresario Friso Verschoor. Dat was een beetje een valse start, omdat hij ziek was en slechts een half concert kon spelen. Een beetje een valse start, want wat hij speelde – werken van Frederic Mompou – was van hoog niveau en de vervanger die aantrad voor de tweede helft van het concert, Aidan Mikdad, bleek meer dan tegen zijn taak opgewassen. Maar nu is Volodos dus terug en wil hij zich revancheren.

Wat betekent het om pianist en muzikant te zijn?

“Als mensen mij deze vraag stellen, citeer ik altijd Martha Argerich die zei dat muzikant zijn een wonder, maar concertpianist zijn een vak apart is. Daar ben ik het helemaal mee eens. Alleen zijn met het instrument en de componist, in stilte, dat is geweldig, het is magisch. Het podium opgaan is een enorme verantwoordelijkheid die een gigantische concentratie vereist. Je moet in goede conditie zijn en op een bepaald moment inspiratie zoeken. Daarom geef ik niet meer dan ongeveer veertig concerten per jaar. Het mag geen routine worden. Om fris te blijven, moet je je batterijen opladen, lange pauzes nemen, de piano niet aanraken.”

U wordt wel ‘piano-poëet’ genoemd. Wat vindt u daarvan?

“Ik houd niet van clichés, we moeten onze rol als performers niet overdrijven. De echte scheppers en dichters zijn de componisten. Onze missie is bescheidener, we kunnen iets veranderen, de dynamiek – een beetje meer, bij Liszt – maar wat uiteindelijk overblijft, is het werk, niet de vertolker ervan.”

Eerder besloot u alleen nog solorecitals te geven. Waarom?

“Ik ben heel blij dat ik niet meer met orkesten speel. Ik heb te veel gedaan in mijn leven. Tegenwoordig is het te industrieel geworden. Als we maar konden werken zoals dirigent Carlos Kleiber, die dertig repetities nodig had, maar nee! De druk is nu erg groot. Kom maar om 09.00 uur om de zaken snel te regelen, we spelen morgen. Dat is niet de manier. Bij recitals heb ik meer keuze uit kleuren, tempi, kortom de vrijheid van expressie is niet te vergelijken met een optreden met orkest.”

 

Tijdens de Covid-pandemie was ik de gelukkigste man ter wereld
Arcadi Volodos

 

In een interview noemde u de jaren van de Covid-pandemie een gelukkige periode in uw leven. Is dat geen rare uitspraak voor een uitvoerend musicus?

“De muziek klinkt van ’s ochtends tot ’s avonds in mij, het is onbewust, ik leef er altijd mee, of ik het nu wil of niet. Maar ik heb pauzes nodig om me los te maken van de buitenwereld. Ik breng graag tijd door met mijn gezin, mijn dochter, mijn hond. Sommige muzikanten kunnen geen maand zonder in het openbaar te spelen. Gedurende de pandemie bleef ik twee jaar thuis, met mijn vrouw en mijn dochter. Ik was de gelukkigste man ter wereld.”

Speelt u graag voor een groot publiek of liever in de kleine setting, Schubertiade-achtig?

“Dat hangt sterk af van het programma. Er zijn werken die we in een grote zaal horen, zoals Schumann of Liszt. Maar als ik Mompou of Schubert speel, ontstaat er een intiemere sfeer die niet bij grote zalen past. Voor mijn palet van intiem en kleurrijk pianissimo geef ik momenteel de voorkeur aan kleine concertzalen. Hoewel ik vind dat in de grote nieuwe zalen van Hamburg of Parijs, met het publiek rond het podium, toch een goede communicatie mogelijk is.”

U treedt vrijdag voor de tweede keer op in Amare in de serie World Master Pianists. Wat vindt u van de concertzaal?

“De eerste keer dat ik hier speelde, had ik koorts. Ik bleek Covid te hebben, pech dus. Ik hoop nu onder betere omstandigheden te spelen. In feite zijn het niet de zalen die de manier waarop ik speel beïnvloeden, want ik kan vanaf het podium de akoestiek niet beoordelen. Het publiek heeft wél invloed. Het gaat erom of het meegaat in de sfeer en de magie van de muziek.”

Op het programma staat vrijdag muziek van Schubert, Schumann en Liszt. Wat trekt u het meest aan in de muziek van deze componisten?

“Wat me boeit of inspireert in een muziekwerk is nooit een op zichzelf staand kenmerk, maar een geheel, het complex van alles. Als we het beginnen te analyseren als een wiskundige vergelijking verdwijnt de fascinatie, de magie, het mysterie. Werken als de sonates van Schubert en Beethoven vergezellen me altijd. Ik reis met ze mee. Dankzij deze werken evolueren we als muzikanten. In deze muziek is alles complex. Ik houd ervan als de werken in mij leven en een deel van mij worden. Daarom kom ik steeds terug op dezelfde componisten. Door de jaren heen heb ik ze herontdekt. Bovendien ben ik verdrietig als ik een programma moet verlaten. Ik behoor niet tot de muzikanten die veel repertoire verzamelen. Ik heb artistieke reflectie nodig. Dat kan ik alleen bereiken door deze werken langdurig te bezoeken.”

Wat is de meest complexe uitdaging voor de vertolker bij het spelen van deze stukken voor publiek?

“Dat is het laten ontstaan van echte magie, wat niet zo vaak lukt. Ik herinner me een concert van Svjatoslav Richter (Russische pianogrootmeester, red.) in het Prado Museum in Madrid. Hij was heel oud en zwak. Hij speelde een sonate van Prokofjev en stukken van Ravel. Eerst dacht ik: mijn God, hoe komt hij hier doorheen? En toen hypnotiseerde hij letterlijk de zaal. Het leek alsof we de muziek konden aanraken. Ik heb nog nooit bij iemand een soortgelijk gevoel gehad. Een opname zou deze magische ervaring niet hebben kunnen vastleggen, we zouden alleen de gebreken hebben gehoord. Je moest erbij zijn.”

  • Concert Arcadi Volodos (Schubert, Schumann, Liszt), vrijdag 14 juni, 20.00 uur, Amare. Meer informatie: Amare / World Master Pianists

 

Standaardportret
Bekijk meer van