Meekijken met herstel ‘Haagse Nachtwacht’
De ‘Stier van Potter’, topstuk van het Mauritshuis, krijgt een openbare facelift. Tijdens onderzoek dook ook nog een Iers broertje op.
Een zaal in het kerngebouw van het Mauritshuis is ervoor ingeruimd: de restauratie van het grootste schilderij uit de collectie, ‘De stier’ van Paulus Potter, in de volksmond ‘De stier van Potter’ genoemd. “Door de omvang van 2,3 bij 3,3 meter kun je wel spreken van de ‘Haagse Nachtwacht’,” zegt Martine Gosselink, directeur van het museum, donderdag bij de presentatie van het project.
In de zaal staat een glazen wand. Van achter die afscheiding kan het publiek vanaf vrijdag (29 maart) kijken naar het onderzoek en, wat later, de restauratie van het populaire, in 1647 in Den Haag ontstane doek. Waarom is een restauratie nodig, want op het eerste gezicht ziet het schilderij er prima uit? “De vernislaag is geel geworden,” zegt restaurator Abbie Vandivere. “Verder is er in de loop van eeuwen veel overschilderd met name in de lucht boven de stier. Ook is er een oude restauratie waar wat aan moet worden gedaan.”
Die oude ‘wond’, zichtbaar op röntgenopnamen, is interessant want hij ontstond in Frankrijk. De Fransen stalen het doek in 1795 samen met heel veel andere werken uit de collectie van de gevluchte stadhouder Willem V. Ergens tijdens die ballingschap in het Louvre, ook nog een tijdje Musée Napoleon geheten, is het doek langs een grote spijker gehaald, waardoor een jaap van een halve meter ontstond. Na veel getouwtrek keerde De stier in 1815 onder klokgebeier terug in Den Haag. De scheur werd hersteld. “Doel van de restauratie is niet alleen de luchtpartij, maar ook het werk als geheel zo dicht mogelijk terug te brengen naar hoe Potter het heeft bedoeld,” aldus Vandivere. De restauratie duurt waarschijnlijk tot het najaar van 2025. In 2027 volgt een grote Potter-tentoonstelling.
Ierse verrassing
Tijdens het vooronderzoek kwam al veel interessants naar boven, vertelt de tweede betrokken restaurator Jolijn Schilder. Zij ontdekte in een oude krant dat het schilderij op 28 mei 1664 in Amsterdam is geveild, samen met andere werken van Potter. “Een tweede doek werd omschreven als de ‘Roof van Europa’,” vertelt Schilder. “Dat was een mythologisch thema. Zeus ontvoert in de gedaante van een witte stier de prinses Europa. We hebben ontdekt dat een schilderij van een stierenkop uit de National Gallery of Ireland in Dublin een fragment is van dat oorspronkelijke schilderij.”
In Ierland zijn ze daar verguld mee, want daar kwijnde de ‘bull’ – aangezien voor een werk van een navolger van Potter – weg in het depot. Nader onderzoek van het schilderij bracht fragmenten van een rood gewaad en een hand aan het licht. Met andere woorden: oorspronkelijk was het doek veel groter en toonde het Europa op de rug van de stier. Waarom het ooit is verknipt, is onbekend. “Het is een fantastisch ontdekking,” zegt Caroline Campbell, directeur van de National Gallery in Dublin. “We kunnen het schilderij nu herwaarderen.” Het is tot juni te zien in de restauratiezaal. Daar valt onmiddellijk op dat de Ierse stierenkop verwant is aan de Haagse.
Het onderzoek en de restauratie van De stier worden mede mogelijk gemaakt door het Nederlandse familiebedrijf Lely, een legaat van Mevrouw A.D. Bonebakker-van Enter, een anonieme particulier, de Debman Foundation en Stichting Retourschip.
Stier Zaterdag
Zaterdag 6 april wordt in het Mauritshuis ‘Stier Zaterdag’ georganiseerd en mag iedereen die Teun (voornaam) heet of Stier, Schaap, Kikker, Ram, Paard, Leeuwerik, Koe of Vlieg (achternaam) tussen 10.00 en 18.00 uur gratis het Mauritshuis bezoeken. ‘Teun’ is de aan de afgebeelde boer gegeven naam toen die een carrière begon op het oude leesplankje. De dieren verwijzen naar de fauna die Potter afbeeldde.
Voor het hele programma zie deze link.