Filmkunstenaar Jeroen Eisinga zoekt de grens tussen leven en dood
Het gehuil van de wind giert door de Electriciteitsfabriek aan de De Constant Rebecquestraat en plotseling is het stil. Op bioscoopformaat dromt een kudde schapen samen rond een wak in het ijs. Welkom bij ‘Expeditie Eisinga’.
De films van Jeroen Eisinga vragen nogal wat van de kijker. Er is geen verhaal in de gebruikelijke zin. Geen plot die zich meanderend door de tijd ontvouwt, geen clou die alles verklaart. Confronterende beelden worden zonder introductie op het netvlies gebrand.
Arme kijker! Zie hem ronddwalen door de leegte van een onttakelde energiefabriek. Tussen de stalen constructie staan vijf ter plekke getimmerde bioscoopschermen opgesteld, alsof het afgedankte decorstukken betreft waarop de bijbehorende films te zien zijn, maar door een rare speling van het lot zijn die films blijven steken in een onvergetelijke scène.
De gruizige zwart-witfragmenten worden eindeloos herhaald. Weerloze schapen verduren een sneeuwstorm. Een man wordt door een krioelende massa bijen bedekt. Een gestreepte zebra ligt zieltogend op een geblokte vloer.
Nee, gemakkelijke onderwerpen zijn het niet in ‘Expeditie Eisinga’ in de Electriciteitsfabriek. Bij Jeroen Eisinga (1966) staat het lijden centraal en hoe je daar mee omgaat. Beroemd werd hij met ‘Springtime’, een film uit 2011. Tergend lang zit hij zo stil mogelijk, terwijl zijn blote bovenlijf in bezit genomen wordt door een bijenzwerm.
“Ja, best gevaarlijk,” geeft hij toe. “Als ze geschrokken waren, was het waarschijnlijk over en uit.” Waarom zoekt hij de grens tussen leven en dood zo nadrukkelijk op? “De filmindustrie drijft op illusies,” zegt hij. “Geacteerde emoties zijn mij al gauw te kitscherig. Ik wil de realiteit onder ogen zien.”
Adem
Dat valt om de dooie dood niet mee. In de film ‘Sehnsucht’ ligt een zebra zwaar ademend op de vloer. Het duurt wel even voordat je ziet dat er iets niet klopt. De buik van het beest zwelt en krimpt onbedaarlijk. “Maden,” zegt Eisinga, “die zebra wordt van binnenuit opgegeten op het ritme van dag en nacht, maar dat hoef je niet te weten.
Met één opname per halfuur (de timelapse-techniek) lijkt het beest afwisselend te ademen en te sterven. Adem speelt een grote rol in mijn werk.”
Op het eerste gezicht lijken de films van Jeroen Eisinga vrij statisch, maar juist daardoor verdwijnt het pittoreske aspect van het beeld en komt de ‘grondstof’ boven: wind, adem, leven, dood. In de film ‘Arm schaap’ ligt een schaap op z’n rug. Een fatale positie, zoals elke boer weet. Zwaar ademend, steeds harder zwoegend, sterft het beest de verstikkingsdood.
Kijken, het lijden mede ondergaan, is een keuze. Je kunt ook wegkijken.
De film is niet te zien in de Elektriciteitsfabriek, maar geloof me: je staat er volstrekt machteloos naar te kijken. Achter het schaap rijdt een trein voorbij. Die stopt ook niet. “Sommige mensen werden echt kwaad van die film,” zegt Eisinga. “Kijken, het lijden mede ondergaan, is een keuze. Je kunt ook wegkijken.”
Talloze filmfestivals
Met zijn dwarse opstelling valt Eisinga moeilijk te plaatsen. Hij maakt geen documentaires en verzet zich ook tegen het etiket videokunst. Hij maakt analoge films op 16mm- en 35mm-formaat en spiegelt zich aan pionierende filmers als Tarkovski en Peleshyan.
Zijn niet geringe cv vermeldt deelname aan talloze filmfestivals, maar in die wereld verkeert hij toch in de marge. Hij brengt het ‘stilstaande beeld’ in beweging en daarom past het circuit van de hedendaagse kunst (met zijn ruimhartige opvatting over het gebruik van media) beter bij hem.
Helaas kan de vertoning in musea hem maar zelden bekoren. “Er wordt amper geld besteed aan de goede apparatuur. Ergens is dat geen wonder, want een lens om op bioscoopformaat te projecteren kost 80.000 euro, maar teruggebracht tot televisieformaat gaat de essentie verloren. Deze expositie in de Elektriciteitsfabriek is een droom die uitkomt. Eindelijk zijn mijn films op ware grootte te zien.”
Dood tweelingbroer
Twee kortere films in de Elektriciteitsfabriek zijn duidelijk gekozen vanwege het industriële decor, maar ze vertegenwoordigen ook een vroegere periode in zijn werk. Jeroen Eisinga stipt het slechts zijdelings aan, maar na de dood van zijn tweelingbroer gaapt er een groot gat in zijn oeuvre. Zijn broer was de cameraman, ze deden alles samen. Een onwerkelijk gevoel, noemt Eisinga het verlies: “Alsof je in de verkeerde film zit.”
Uiteindelijk is hij naar Amerika gegaan om het vak echt goed te leren. In Los Angeles, aan het American Film Institute, leerde hij in twee jaar tijd alle facetten kennen. Kennis die hij nu gebruikt om films van superieure kwaliteit te maken. Ze vergen wel een lange adem. Van de kijker en van de maker. ‘Nightfall’, dat hier zijn première beleeft, heeft jaren voorbereiding gekost. Het filmen in Finland was in een paar dagen klaar, maar voordat het zover was…
‘Expeditie Eisinga, t/m zondag 7 april, vrijdag 16.00-20.00 uur, zaterdag en zondag 12.00-17.00 uur, de Electriciteitsfabriek. Meer informatie: www.elektriciteitsfabriek.nl