Eastern Neighbours Film Festival: ‘Dieper begrip voor andere culturen’
Het Eastern Neighbours Film Festival in het Filmhuis laat een nieuwe taal horen, want verbloemen hoeft niet meer. Oost-Europese films tonen lef, zijn direct, vaak met humor en gevoel voor spanning en drama.
Er was een tijd dat de Oost-Europese film een boodschap leek te hebben voor film in het Westen. Merkwaardig, want in die dagen was het IJzeren Gordijn nog neergelaten en hadden filmmakers in dat Oosten het heel wat moeilijker dan hun collega’s hier.
Maar toch kwamen uit Polen Wajda, Polanski, Skolimowski en later Kieslowski. Uit Tsjechië Jiri Menzel en Jan Nemec. In de culturele benauwenis van de nog communistische systemen had zich in dat Oost-Europa een taal ontwikkeld die in stiekeme tussenzinnen dingen zei of suggereerde die eigenlijk niet konden of mochten. Een taal ónder een taal bijna. En die dubbelheid zorgde voor een subtiel spel dat hier bewondering oogstte.
Toen het Gordijn werd opgetrokken en de Muren omvielen, was er opeens een probleem voor filmmakers daarachter met hun nieuwe vrijheid. Een vertegenwoordiger van Lenin Film uit St.-Petersburg vertelde hier toen dat men het er maar moeilijk mee had. Verbloemen hoefde niet meer, er werd een nieuwe taal gevraagd.
We zijn vele jaren later en in het Filmhuis Den Haag vindt van 7 tot en met 11 november het Eastern Neighbours Film Festival plaats. De tiende versie al, een jubileum. Met veertig films uit, onder meer, Oekraïne, Letland, Roemenië, Bulgarije en alle landen van het voormalige Joegoslavië. Wat in het oog springt, zijn de durf, de genuanceerdheid, het zelfonderzoek, de vraagtekens in opvallend veel van die films. Met een directheid, vaak met humor en een sterk gevoel voor spanning en drama. Een nieuwe taal.
Niet onverschillig
‘Waarom Eastern Neighbours?’, zegt artistiek festivaldirecteur Rada Sesic in het programmaboek. ‘Door inzicht in de mentaliteit en de historie van de gebieden ten oosten van hier helpen deze films een dieper begrip te kweken voor andere culturen. In de vele confronterende en krachtige filmverhalen in ons programma, staart de rauwe, soms zelfs beangstigende realiteit ons recht in het gezicht. En dwingt ons niet onverschillig te blijven.’
‘God heeft dit land al lang verlaten. Samen met een derde van de bevolking’
Met de openingsfilm ‘Korida’ zitten we in Bosnië. Daar gebeurt dat laatste op een vaak poëtisch-humoristische manier. Het gaat regisseur Sinisa Vidovic (zijn film is een Oostenrijkse productie) om de stierengevechten in zijn land.
Stier tegen stier, geen bloedvergieten zoals in de Spaanse tegenhanger. In die ‘Korida’ geeft hij een blik op een maatschappij die op een ongebruikelijke manier met z’n oorlogsverleden moet leren leven. En hij stelt onderweg de vraag ‘Kan het zijn dat Korida’s meer vrede bij de Bosniërs hebben gebracht dan de Europese Unie?’
All Alone
De film ‘All alone’ van de Kroaat Bobo Jelcic is het verhaal van een gescheiden vader die meer tijd met zijn dochtertje wil doorbrengen. Waarin zijn confrontaties met de sociale dienst puur kafkaëske situaties opleveren. Een persoonlijk drama van een gekwelde man. Maar ook hier steekt de humor steeds z’n kop op. Let op wat Jelcic met het geluid doet. Je hoort de dialogen, de clichés, de bemoeizucht. Het is soms als een soort soundtrack van taalterreur om de zwijgende hoofdrolspeler heen.
Er is ook een Nederlands tintje aan de film. Dde muziek is van Fons Merkies, die voor vele Nederlandse musicals en tv-series de muziek componeerde.
‘Posoki’ op het Eastern Neighbours Film Festival
Uit Bulgarije komt ‘Posoki’(‘Directions’). Een film van Stephen Komadarev, die met de bijzondere belevenissen van de passagiers van een zestal taxi’s een beeld geeft van desillusie, wanhoop en verraad. Ook hier zwarte humor volop. Ergens onderweg raadt een religieuze taxichauffeur zijn klagende passagier aan hulp in het geloof te zoeken. Die passagier gromt dan: ‘God heeft dit land al lang verlaten. Samen met een derde van de bevolking.’ En dat doet dan behoorlijk van pijn.
Er wordt op de Balkan overigens uitstekend geacteerd. Als één film dat bewijst, is het het Bosnische ‘Men don’t cry’ van regisseur Alen Drljević. Een aangrijpende en fascinerende film over wat een oorlog (de Balkan-oorlog dus) met mensen doet. Twintig jaar na dato komt een groep veteranen samen voor een therapie in een verlaten berghotel. Er worden vragen gesteld door een therapeut uit Slovenië, er is een rollenspel.
De mannen hebben allemaal een andere achtergrond. Een Serviër, een Bosniër, een moslim. Vooroordelen borrelen op, oude grieven, oorlogstrauma’s, diepe verscheurdheid, haat. Problemen volop. Maar zo tot op de millimeter overtuigend vertolkt dat je bijna niet gelooft dat hier acteurs bezig zijn. En je hartkloppingen van de onderlinge spanning krijgt.
Leeuweriken aan een draadje
Slotfilm van het Eastern Neighbours Film Festival is ’Larks on a string’ (‘Leeuweriken aan een draadje’). Een film uit 1969. Van de Tsjech Jiri Menzel. Naar een verhaal van Bohumil Hrabal. Een film vol metaforische toespelingen op de situatie van hun land destijds, die maakten dat hij uit de roulatie moest. En pas twintig jaar later op het Filmfestival Berlijn in première ging en er de hoofdprijs won. Een film over de ‘heropvoeding’van de jaren vijftig.
In de krachtige filmverhalen in ons programma, staart de rauwe, soms zelfs beangstigende realiteit ons recht in het gezicht.
Op een grote stadschroothoop wordt een aantal Tsjechische dissidente bourgeois als arbeider tewerkgesteld . En dan wordt er rond die schroothoop (met ter vernietiging stapels schrijfmachines en crucifixen) ook nog een film over de ‘blije en gelukkige arbeider’ gemaakt. Lichtvoetig, maar de bitterheid steekt er wel vlijmscherp doorheen. Een laat eerbetoon aan een film die aan de basis stond van die betekenisvolle, nieuwe filmtaal van de buren uit het Oosten.
Eastern Neighbours Film Festival, woensdag 7 tot en met zondag 11 november, Filmhuis Den Haag. Meer informatie: www.enff.nl en www.facebook.com/easternneighboursfilmfestival