Mira Feticu rekent in nieuw boek af met ‘complex en problematisch’ verleden
Ze kwam eind vorig jaar nog in het nieuws toen ze in Roemenië dacht een gestolen Picasso te hebben teruggevonden. Intussen werkte Mira Feticu ook hard aan een nieuw boek dat nu is verschenen.
Ze straalt en maakt een ontspannen indruk. Geen nerveus gegrabbel naar sigaretten meer, zoals een paar maanden geleden toen we elkaar zagen. De Roemeens-Nederlandse schrijfster, en columniste van Den Haag Centraal, Mira Feticu (45), zegt goed in haar vel te zitten. “Ik heb een moeilijke periode achter de rug, maar die is nu voorbij. Ik kan me nu volledig richten op het schrijven.”
Die ‘moeilijke periode’ slaat niet op het Roemeense avontuur van afgelopen november, maar op het stoppen met haar werk bij de Haagse Openbare Bibliotheek en andere spanningen. Feticu: “Die Picasso was vals, maar ik zie de hele onderneming toch niet als een nederlaag. Het ging me ook om de reis en het verhaal.”
Ze schreef eerder de roman ‘Tascha’ over de beruchte schilderijenroof uit de Kunsthal in 2012. De daders waren Roemenen. Vorig jaar kreeg Feticu een tip over een van de verdwenen kunstwerken, een tekening van Picasso. Met de bekende non-fictieschrijver Frank Westerman reisde ze naar Roemenië. Daar bleek het uiteindelijk om een project van Belgische theatermakers te gaan. Het leverde de schrijvers hoon, maar ook veel publiciteit op. “Over dat hele avontuur ga ik ook nog een boek schrijven,” kondigt de schrijfster vastbesloten aan.
Mira Feticu is een boekenwurm
Maar nu eerst dus dat andere boek. ‘Al mijn vaders’ gaat over het leven van een vrouw, Myra, die veel overeenkomsten vertoont met Mira, maar die we toch niet zomaar aan haar gelijk kunnen stellen. “Het is en blijft een roman,” doceert Feticu. “Maar er zijn veel gelijkenissen, dat kan en wil ik niet ontkennen. Ik wil het verleden volledig laten zien en afsluiten. Het boek is ook een onderzoek naar mezelf. Wie ben ik nog als ik mijn verleden loslaat? Ik haat het woord ‘slachtoffer’, maar mijn verleden is complex en problematisch. Het boek is heel toepasselijk ook nog eens ontstaan in een periode van strijd. Strijd op mijn werk, strijd thuis en strijd met mezelf. Dat past wel bij mijn leven. Tegelijk zeg ik: het leven is groter en mooier dan de pech die je hebt gehad.”
Je zoekt altijd een vader. In die zoektocht ben ik vaak op een verkeerde knie gaan zitten.
De romanfiguur Myra is zo’n beetje haar hele leven op zoek naar een vader. Haar eigen vader ziet haar totaal niet zitten. Hij wilde een Nadia Comăneci, de beroemde turnster, maar kreeg een gevoelige en intelligente boekenwurm, die al als kind zijn vergrijpen tegen de Roemeense taal corrigeert. ‘Dik, lelijk, stom gedrocht,’ krijgt ze te horen. ‘Ja, woorden maken mensen kapot,’ blikt Myra terug.
Van haar slovende moeder hoefde ze ook al geen liefde te verwachten. Haar ouders sturen haar naar een somber internaat. Dat is nog in de periode van de straatarme communistische heilstaat van Ceaușescu.
De echte Mira: “Je zoekt altijd een vader. In die zoektocht ben ik vaak op een verkeerde knie gaan zitten.”
Troost
Thuis, maar vooral ook op het internaat, vindt Myra troost in boeken en nog eens boeken. Ze vereenzelvigt zich met de grote tragische vrouwen die ze daar aantreft, zoals Emma Bovary en Anna Karenina. Maar haar grootste houvast is ‘La Divina Commedia’, het meesterwerk waarin Dante de hel (‘inferno’), het vagevuur (‘purgatorio’) en de hemel (‘paradiso’) beschrijft. “De Goddelijke Komedie is haar reddende boek,” vertelt Feticu. “Dante schept de orde die ze nodig heeft én troost haar, want alle klootzakken zitten in de hel.” Myra zegt het wel fraai in het boek: ‘Literatuur is belangrijker dan het leven, het leven wordt alleen belangrijk wanneer het zich in literatuur transformeert.’
Myra krijgt veel te maken met foute mannen, die haar betasten, aanranden en vernederen. De lezer blijft weinig bespaart, van de wormen die huishouden in haar darmen tot een gepassioneerde aanklacht tegen de westerse kijk op Oost-Europese vrouwen (‘Je kunt ons altijd en overal nemen, we zijn altijd geil’). Myra vindt, net als Mira, vervangende vaders: een leraar, een collega in Boekarest, een Nederlandse echtgenoot en ook een iets té vaderlijke hoogleraar aan de Nederlandse universiteit waar ze gaat werken.
Paradijs
De laatste twee personages figureren in politieverhoren. Het gaat over Myra. Kennelijk is er iets met haar gebeurd. Ze is weg of dood. Feticu: “Net als bij de ‘Divina Commedia’ zit er aan het einde van het boek een hoofdstuk dat ‘Het Paradijs’ heet. Dat is voor Myra Zuid-Afrika, waar ze net als ik naartoe gaat voor een literair festival. Ze valt voor de vitaliteit van het land. Dáár voelt ze zich thuis.” Is Myra soms opnieuw naar dat aardse paradijs afgereisd? Feticu: “Het is een open einde. Dat mag de lezer zelf uitmaken.”
Mira Feticu, ‘Al mijn vaders’. Uitgeverij: Jurgen Maas. Prijs: € 20,95.