Aanleg warmteleiding begonnen: buis van 900 meter gaat de grond in
In Transvaal is vrijdagochtend het eerste deel van de grote warmteleiding de grond in gegaan. De buis gaat restwarmte uit Rotterdam vervoeren, waarmee tienduizenden huizen kunnen worden verwarmd.
Het is nog donker als op de De la Reyweg zes kranen een stalen leiding van 900 meter lang omhoog tillen. Onder zijn eigen gewicht hangt de buis krom, precies in de juiste hoek om zo dadelijk kopje onder te gaan. Weldra zullen machines de warmteleiding door een geboorde tunnel trekken, onder het kanaal en het Veluweplein door naar de Moerweg. Een kleine kilometer verder zal die weer boven de grond komen.
Het is het eerste wapenfeit van Warmtelinq in Den Haag. Deze dubbele transportleiding zal restwarmte van de Rotterdamse havenindustrie en afvalverwerking vervoeren naar zes gemeenten, met Den Haag als eindstation. Het net krijgt daarnaast een aftakking naar Leiden. In potentie kunnen zo 120.000 woningen worden verwarmd. Dat doet de Gasunie niet zelf. De leiding komt binnen bij de Energiecentrale aan het Constant Rebecqueplein, waarna energieleveranciers – voorlopig alleen Eneco – de warmte via lokale distributienetten aan huis brengen. Het bestaande warmtenet, de zogeheten stadsverwarming, draait nu nog op gas.
Overlast wordt minder ervaren als je mensen vroegtijdig betrekt
“We zijn als bedrijf bezig met een omslag van fossiel naar duurzame energiebronnen,” vertelt projectdirecteur Tako Keja van de Gasunie drie dagen eerder in de bouwkeet van aannemer Heijmans. “Dit is ons eerste grote project op dat vlak.” Warmtelinq is een ‘vliegwiel’ aan het worden voor de energietransitie, merkt hij. “Er is nu ook een idee om restwarmte van de Maasvlakte naar het Westland te transporteren.”
Rechtszaak
Warmtelinq kwam er niet zonder slag of stoot. Het energieproject wordt op handen gedragen door de rijksoverheid en de provincie, die de aanleg subsidiëren, maar stuit op weerzin in Den Haag. Kortgezegd wil de gemeenteraad huishoudens niet afhankelijk maken van ‘fossiele’ restwarmte uit Rotterdam. Op aandringen van de raad vocht Den Haag het plan aan bij de Raad van State. Ook Haagse duurzaamheidsorganisaties stapten naar de bestuursrechter, maar die wees in april alle bezwaren van de hand.
De transportleiding komt Den Haag straks binnen bij de Middachtenweg in Moerwijk, waarna die zich via de Moerweg, De la Reyweg, Wijkpark Transvaal en de Uitenhagestraat een weg baant naar de Energiecentrale. Water van zo’n 120 graden Celsius wordt met sneltreinvaart door de geïsoleerde buis gepompt. Het warmteverlies bedraagt slechts een graad per 10 kilometer.
Het is precisiewerk. Eén kuub te veel en het kan al misgaan
Voor het zover is, moet de stad flink op de schop. Vooral Transvaal zal veel last ervaren van alle boringen, opgravingen en wegafsluitingen. De werkzaamheden zijn pas in het voorjaar van 2025 afgerond. “De impact is enorm,” erkent Martin Warmerdam van de Gasunie. Als omgevingsmanager onderhoudt hij contact met bewoners en ondernemers in de wijk. “De ervaring leert dat de overlast minder erg wordt gevonden als je mensen vroegtijdig betrekt. We hebben vervangende parkeerplekken gevonden, extra verkeersregelaars ingeschakeld en geregeld dat het afval vaker wordt opgehaald.”
Het is hem niet ontgaan dat Transvaal een multiculturele wijk is, waar relatief veel inwoners laaggeletterd zijn. “We communiceren daarom in vier talen,” vertelt Warmerdam, “en in eenvoudige taal. We zijn alle deuren langsgegaan om mensen op de brief te wijzen.” De grote operatie is ook slikken voor ondernemers. “Vooral in de Kempstraat worden veel kleine ondernemers getroffen. We maken hen wegwijs in de nadeelcompensatieregeling. Wordt hun aanvraag goedgekeurd, dan vergoeden wij de misgelopen inkomsten.”
Hoogstandjes
Waar in andere gemeenten al het nodige leidingwerk in de grond zit, kon de aanleg in Den Haag pas beginnen na de uitspraak van de Raad van State. In een volle stad komt daar veel bij kijken, vertelt Roland Meijer van aannemer Heijmans. “We kunnen niet overal de weg opengraven. Op sommige plekken moeten we onder de weg door boren.” Dat is dus het geval op het stuk De la Reyweg-Moerweg. “Het zijn technische hoogstandjes. Bij het trekken vullen we de buis met water, zodat die in het midden van de tunnel drijft en niet te veel schuurt. Dat is precisiewerk. Eén kuub te veel en het kan al misgaan.”
Precisiewerk is het zeker deze vrijdagochtend. Mannen in reflecterende jassen zijn een paar uur bezig om de loodzware leiding aan te sluiten op de boorkop die de buis door de tunnel zal trekken. Een tweede tunnel, voor de retourleiding, zal over een paar weken worden geboord. Hoewel Transvaal figuurlijk op het ‘veen’ staat, ligt hier zandgrond, vertelt Meijer. “Gelukkig maar. Boren in veen is een drama.”