Otto Gooiker (92) is drukker dan ooit met Oekraïens vertalen: ‘Alles in Rusland gebeurt onverwacht’
Pas op late leeftijd werd Otto Gooiker verliefd op de Russische taal en literatuur. Nu is hij een van de weinige beëdigde vertalers van het Oekraïens in Nederland. “Met Russische kennissen kan ik niet over de oorlog praten, te pijnlijk.”
Otto Gooiker (92) is druk. “Té druk,” verzucht hij. Zijn vertaalbureau Sloezjba slokt al zijn tijd op. Hij is beëdigd vertaler van het Russisch en, een zeldzaamheid, het Oekraïens. Nederland telt maar een handvol mensen die officiële documenten uit het Oekraïens mogen vertalen. “Met mijn collega’s in den lande proberen we het werk te verdelen, maar ook zij hebben het gigadruk.” En dan bedankt hij nog voor het tolkwerk, waar sinds de oorlog in Oekraïne vraag naar is. “Ik ben een aantal keren door ‘Nieuwsuur’ gebeld of ik wilde tolken, maar gezien mijn leeftijd doe ik dat niet. Ik blijf lekker hier.”
Hier, dat is zijn woning annex kantoor aan de Vondelstraat. Gooiker woont er met twee aanhalige katten tussen de boeken. Stellingkasten vol Russisch proza. Hier de roodbruine banden van het vertaalde werk van Dostojevski, daar rijen met bundels van Poesjkin, de beroemde dichter naar wie de interviewer zijn poes heeft vernoemd. Boven de schuifseparatie hangen portretten van de grote schrijvers, die uitkijken op tafels bezaaid met stapels boeken en kranten. “Als ik ooit nog zou verhuizen, moet alles mee,” grijnst hij.
Muziek, kunst en literatuur moeten zich niet laten weerhouden door een politieke situatie
Van taal leeft Gooiker op. Voor zijn neus ligt de nieuwe ‘Van Dale’, drie vuistdikke volumes, ruim vijfduizend pagina’s. Trots is hij op het RussischNederlands woordenboek van ‘de grote slavist’ Van den Baar. We vinden het ergens tussen de stapels. Uit het voorwoord: ‘Vooral de heer O. Gooiker uit Den Haag wil ik hier noemen voor zijn vele kritische bijdragen.’ Hij pakt er een machtig, afgeleefd woordenboek Russisch bij, door hem volgekrabbeld met aantekeningen. Zijn opmerkingen heeft hij naar de auteur gestuurd voor de nieuwe druk. “Het middelpunt van mijn leven zijn Rusland, Oekraïne, het vertaalwerk en contacten met Russen en Oekraïners.”
De Krim
Tragisch dus dat die twee landen elkaar nu naar het leven staan. Gooiker kan er met zijn verstand niet bij. “Helemaal in het begin, toen Rusland de Krim innam, kon ik Poetin nog wel begrijpen, vanuit zijn wens ‘het grote Slavische rijk’ bij elkaar te houden. Nu niet meer. Dat Poetin fout is, is natuurlijk heel duidelijk. Dat weet de hele wereld, behalve de Russen zelf.”
Op zijn raam hangen, boven de naam van zijn vertaalbureau, de Oekraïense en Russische vlag gebroederlijk naast elkaar. “Ik heb even getwijfeld of ik het moest weghalen, maar er is nog geen steen door de ruit gegooid.”
De oorlog leidt hier en daar tot een culturele boycot. Zo brak de Amsterdamse Hermitage met Sint-Petersburg, gingen Russische dirigenten die geen afstand namen van Poetin in de ban en werd in Haarlem zelfs een Tsjaikovski en Stravinsky-festival afgeblazen. “Dat is niet goed, de cultuur moet doorgaan. Muziek, kunst en literatuur moeten zich niet laten weerhouden door een politieke situatie.”
Kuisheid tot mijn dood, dat duurde me te lang
Gelukkig lijkt de liefde voor de Russische bibliotheek niet bekoeld. Nog altijd verschijnen nieuwe vertalingen van de klassiekers uit de negentiende en vroeg-twintigste eeuw. “Het is wereldliteratuur,” verklaart Gooiker. “Die aantrekkingskracht verdwijnt niet.” Maar vraag hem niet naar het geheim van de Russische literatuur. “De kracht, de schoonheid…,” mijmert hij. “Nee, dat is niet te beschrijven in één woord. Ook niet in vijf of twintig woorden. Het is te veel, te mooi, te geweldig.”
De Slavische talen kwamen pas rijkelijk laat in zijn leven. Gooiker begon zijn volwassen leven in het Dominicanenklooster in Zwolle, waar hij zich toelegde op filosofie en theologie. “Ik was frater Constantius. Dat heb ik volgehouden tot mijn vijfentwintigste. Ik voelde er niet voor om de drie kloostergeloften voor het léven af te leggen. Gehoorzaamheid kon ik wel een leven lang volhouden, armoede ook. Maar kuisheid tot mijn dood, dat duurde me te lang.” Buiten de kloostermuren bleek hij een ‘verloren groentje’. Uiteindelijk belandde hij in Den Haag, waar hij onder meer een boekhandel bestierde en jarenlang Nederlands doceerde op scholen. In dat vak studeerde hij op latere leeftijd af in Leiden.
Toeval
“Pas op mijn veertigste heb ik met een gezelschap mijn eerste reis gemaakt door Rusland. Toen is de liefde ontstaan voor Rusland en alles wat erbij hoort. Bij toeval dus.” Andermaal meldde hij zich aan bij de universiteit, ditmaal voor een studie slavistiek. Die kwam jaren later goed van pas toen hij in Moskou woonde. “Het hoogtepunt van mijn leven,” glundert Gooiker. Begin jaren negentig troonde een neefje van hem, zo’n ondernemende knaap van de Van der Valk-familie, hem mee naar Moskou. “Hij had gelezen dat daar een nieuwe tijd was aangebroken en er geld te verdienen viel. Omdat ik Russisch spreek, vroeg hij mij mee. We hebben daar toen een autowasserette opgezet.”
Daar deed zich een buitenkansje voor. Op een van Gooikers bezoeken tikte een Russische jongeman hem op de schouder. “Hij bleek een student Nederlands en hoorde mij toevallig Nederlands praten. Hij heeft mij aan een baantje geholpen op een Moskouse universiteit. Daar heb ik klasjes toekomstige diplomaten lesgegeven. Zij moesten wat Nederlands kennen, voordat ze werden uitgezonden naar een ambassade in Zuid-Afrika, Brussel of Den Haag. De universiteit was van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dus gewoon KGB (geheime dienst, red.).”
De maffia liep met drie man sterk naar binnen en stuurde ons gewoon weg
Rijk werd hij er niet van. “Het lerarensalaris is altijd heel laag geweest in de Sovjet-Unie, nu nog steeds in Rusland. Mijn leerlingen kwamen in vette auto’s aan rijden, terwijl ik met het openbaar vervoer naar mijn appartementje ging. De universiteit vroeg of ik langer wilde blijven, maar dat heb ik niet gedaan. Mijn salaris was lager dan mijn woonlasten.”
Met de autowasserette liep het slecht af. Een maf verhaal, typerend voor het wilde Rusland van de jaren negentig. “De maffia kwam om de hoek kijken. Ze liepen met drie man sterk naar binnen en hebben ons gewoon weggestuurd. Ik heb nog een plaatsvervanger gehad, die zou elke week verslag uitbrengen over de gang van zaken en geld opsturen naar Nederland. Die hebben we nooit meer gezien. Het was over en uit. Maar we hebben er een geweldige tijd gehad.”
Later zou hij nog een tijdje Nederlandse les geven op de Russische ambassade in Den Haag. “Al die hoge jongens zaten in mijn klasje. Dat is nu helemaal over. Met een enkeling heb ik nog mailcontact, maar de oorlog in Oekraïne is geen gespreksonderwerp. Te gevoelig, te pijnlijk. We hebben het over het mooie weer. Het is niet anders.”
Wodka
Zijn mobieltje rinkelt. Een Oekraïense vrouw aan de lijn, ze wil een diploma laten vertalen. Klussen als deze doet Gooiker aan de lopende band. Ruim twintig jaar terug begon hij zijn vertaalbureau, ‘uit hobbyisme’. “Het vertaalwerk stelt niet zoveel voor, het is geen literatuur. Maar ik krijg veel mensen over de vloer. Twee weken geleden een groep Vietnamezen uit Oekraïne. En laatst een groep Georgiërs. Die begonnen direct aan de wodka.” Het vertaalwerk bestaat vooral uit geboorteaktes, huwelijksaktes, scheidingsaktes en rechtshulpverzoeken. “Voor als er in Oekraïne een boef wordt gezocht. Dat doe ik voor bijna alle rechtbanken in Nederland.”
Weinig geboren Nederlanders zijn het Oekraïens machtig. Gooiker spreekt het evenmin. “Ik beheers de taal passief. Als ik die interviews van meneer Zelenski op tv zie, vind ik het soms moeilijk te verstaan.” Wat Poetin ook mag beweren, Oekraïens is een volwaardige taal. “Er is een groot verschil in de grammatica en woordenschat. Vergelijk het met het verschil tussen Nederlands en Duits. Het Oekraïens klinkt muzikaler dan het Russisch, een beetje zoals het Vlaams zangeriger is dan ons Nederlands. Ze hebben hun eigen literatuur. Ik ben gevraagd om op een Oekraïense bijeenkomst in Rijswijk een gedicht voor te dragen. Ik heb een beroemd verhaal voorbereid van Sjevtsjenko, hun grote dichter.”
Russen en Oekraïners zijn wel degelijk broedervolken
Toch liggen de twee culturen dicht bij elkaar, benadrukt hij. “Qua denkwereld verschillen de Russische en Oekraïense literatuur niet. Het zijn wel degelijk broedervolken, maar er is nu een meneer aan de macht die dat verkeerd interpreteert.” Menige Rus beroept zich graag op de Russische ziel, ‘doesja’, die de Russische wereld, de ‘russkiy mir’, zou onderscheiden van het wezenloze Westen. “Natuurlijk bestaat die ‘doesja’. Dat weet je pas als je in Rusland woont. Alles wat daar gebeurt, is altijd onverwacht. De sterke orthodoxe religiositeit maakt ook deel uit van die ziel.”
Tot de ‘russkiy mir’ rekenen de Russen (‘Groot-Russen’) ook de Oekraïners (‘Klein-Russen’) en Belarussen (‘Wit-Russen’). “Voor Oekraïne is de grote vraag of het land nu wel of niet Europees is. Vind daar maar het antwoord op. Zelenski wil richting Europa, en ik denk dat dat wel goed is. Maar Oekraïne zal haar Slavische ‘doesja’ deels moeten inruilen voor een westerse geest.”
Gooiker gaat voor in zijn diepe tuin. Hij wil de trompe-l’oeil laten zien die een vriend van hem heeft gemaakt. Op de blinde muur van zijn achterbuurman is een kozijn geplaatst, daarachter is een blauwe lucht geschilderd. Een ladder tegen de muur leidt naar het valse venster. Binnen rinkelt alweer de telefoon: nóg een vertaalklus. Onvermoeibaar ijvert de 92-jarige Gooiker door. Tot 22 januari 2024, om precies te zijn. Dan loopt zijn bevoegdheid als beëdigd vertaler ten einde en komt hij hopelijk weer toe aan zijn grote liefde, de Russische letteren. “Door tijdgebrek heb ik de afgelopen jaren nauwelijks Russische literaire boeken kunnen lezen.”
De redactie biedt u dit verhaal uit Den Haag Centraal gratis aan. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop de krant bij onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement. U ontvangt de krant 10 weken voor slechts 10 euro.