Staat moet 8 ton betalen na fiasco bomensterfte Plein 1813
De Nederlandse staat moet acht ton betalen aan de eigenaar van stadsvilla nummer 2 aan Plein 1813 (het ‘huis van Luns’). Bodemwerkzaamheden in opdracht van de rijksoverheid zijn debet aan de massale bomensterfte in de tuin, oordeelt de Haagse rechter.
Vier jaar geleden verkocht het Rijksvastgoedbedrijf de monumentale villa aan Plein 1813 – ooit de ambtswoning van minister Joseph Luns – voor ruim vier miljoen euro aan een particulier, Rob Vellekoop. Voorafgaand aan de veiling is in opdracht van het rijk de bodem van de tuin gesaneerd, omdat die ernstig vervuild was met lood en zink. De aannemer heeft daarbij de grond opgehoogd met een dikke laag klei.
Na de verkoop merkte de nieuwe eigenaar dat bomen en struiken in zijn tuin begonnen af te sterven. Vorig jaar bleek uit een inventarisering dat nog maar vijfentwintig van de tachtig bomen gezond waren. Onder de zieke bomen waren twee monumentale beuken met ‘historische waarde’ van 150 jaar oud. Boomdeskundigen stelden vast dat de bodemwerkzaamheden de oorzaak zijn geweest van de bomensterfte.
Als je een klein beetje verstand hebt van bomen, weet je dat je de grond niet op deze manier kunt ophogen
Daarop klaagde Vellekoop de Nederlandse staat aan. Vorige week stelde de Haagse rechter hem in het gelijk. De overheid moet de eigenaar van de villa een schadevergoeding betalen van opgeteld acht ton. De rechter ging niet mee in Vellekoops verzoek om een contractuele boete van ruim zeven miljoen euro.
Broddelwerk
De aannemer heeft op Plein 1813 broddelwerk afgeleverd, zei bomenexpert Bas Steenks van natuurbeschermingsvereniging AVN eerder in deze krant. “Als je een klein beetje verstand hebt van bomen, weet je dat je de grond niet op deze manier kunt ophogen.”
Het gebruik van klei – dat weinig water en zuurstof doorlaat – bij de ophoging was funest. Ook de inzet van zware graafmachines in een natte periode heeft desastreuze gevolgen voor de bodem gehad, aldus Steenks. “In mijn werkende leven heb ik veel te maken gehad met ophogingen. Maar dat bijna alle bomen doodgaan, heb ik nog nooit gezien.” De rechter beschouwt de staat als ‘onverminderd aansprakelijk voor de schade als gevolg van de gebleken gebreken aan de tuin’.