Spuiplein wordt deels een parkje
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar maandag is de definitieve herinrichting van het Spuiplein begonnen.
Een zandhoop, een graafmachine en bouwhekken domineren sinds maandag het Spuiplein. Na jaren van discussies en na een zeer lange voorgeschiedenis krijgt het plein een groene gedaante die het nu eens langer moet volhouden dan eerdere ingrepen zoals de fontein van kunstenaar Peter Struycken. Wethouder Robert van Asten (D66, stedelijke ontwikkeling) ziet het in elk geval helemaal zitten. “We moesten er even op wachten,” zegt hij, “maar we krijgen er weer een bijzonder stukje Den Haag bij. Ik kijk nu al uit naar de eerste straattheaters, muzikale optredens en voorstellingen van de openluchtbioscoop die hier gaan plaatsvinden. Den Haag krijgt nu het groene Spuiplein dat het verdient.”
De wethouder stipt hier niet zonder reden twee dingen aan: evenementen én bomen. Want daarover is lang gediscussieerd. In de plannenmakerij voor Amare werd ook het plein meegenomen en daarover heeft zo ongeveer iedereen meegepraat. Algemene wens: maak het groen. Tussen alle ongenaakbare en deels alweer verouderde nieuwbouw was er behoefte aan een plein met bomen en water waarop het aangenaam verpozen zou zijn.
Daar stond een andere, meer grootstedelijke visie tegenover. Die ging uit van het behoud van open ruimte voor concerten en andere evenementen. Dat vond bijvoorbeeld oud-wethouder Adri Duivesteijn (1950- 2023). Hij pleitte in Den Haag Centraal voor ‘een plein dat schoonheid uitstraalt en telkens weer, door een veelvoud van menselijke activiteiten, van kleur verandert’ en dus niet voor een ‘dorpsplein’. Want zo zag hij het eerdere groene en nu enigszins aangepaste ontwerp van OKRA Landschapsarchitecten. Maar de gemeenteraad koos drie jaar geleden voor een ‘vergroend’ plein.
‘Levendige plek’
Van Asten is het hier uiteraard niet mee eens. Er komen bomen, bankjes een vijver, maar er is ook ruimte voor culturele activiteiten, verzekert hij. “Er is plek voor straattheater, muziekvoorstellingen van conservatoriumstudenten, ballet of een openluchtbioscoop. Dat maakt het plein tot een levendige en aantrekkelijke plek maakt voor zowel bewoners als bezoekers.” Duivesteijn zag meer iets voor zich als het plein voor het Centre Pompidou in Parijs. Dat wordt het dus in elk geval niet.
Wat er nu komt is in vele opzichten een compromis. Er komen bomen en een langwerpige vijver die zich richt op de Nieuwe Kerk en die een kleine knipoog is naar het water van de oude Turfmarkt. Maar ook de skaters mogen blijven; ze krijgen een apart wegdek bij de trappen van het Mercure Hotel. Die trappen zelf doen dienst als tribune bij concerten. De Amare-bewoners kunnen voorstellingen en concerten programmeren voor maximaal duizend man/vrouw publiek. Duivesteijn voorzag dat dit de uitkomst zou zijn. Hij wees die af als ‘een optelsom van deelbelangen’, waar een grootstedelijke visie zou moeten heersen.
Het nieuwe Spuiplein moet voor de volgende zomer klaar zijn. De tijdelijke fietsenstalling is opgeheven. Bezoekers kunnen hun fietsen stallen in de Biesieklette onder het stadhuis of in de fietsvakken aan de voor- en achterkant van het stadhuis.