Sekswerkers zien nieuw erotisch centrum in Binckhorst niet zitten

De gemeente Den Haag wil het graag en zegt ‘draagvlak’ te hebben voor een complete verhuizing van de prostitutie naar de ‘sporendriehoek’ bij de Binckhorst. Maar dat blijkt tegen te vallen. Zowel de raamexploitanten als veel sekswerkers zeggen liever in de Doubletstraat en de Geleenstraat te willen blijven.

Door

Jeanette vindt het wel prima, achter haar raam in de Doubletstraat. De frêle Hongaarse heeft gehoord van de gemeentelijke wens om de prostitutiestraat te sluiten. “Van mij hoeft ’t niet. Ik heb hier mijn klanten. Komen die straks ook nog, vraag ik me af.”

Passerende mannen kijken nieuwsgierig naar binnen en lopen snel door als ze de verslaggever zien. Aan de overkant van het straatje zijn de geluiden niet anders. De goedlachse Ramona, afkomstig uit de Dominicaanse Republiek, zegt het ook wel naar haar zin te hebben op deze plek. “Ik verdien hier redelijk. Beter dan bedelen in elk geval, haha. Tja, een nieuw erotisch centrum bij het spoor. Weten de mannen dat te vinden?”

Verbetering positie sekswerkers

De VVD-wethouders Boudewijn Revis en Kavitha Parbhudayal kwamen op 20 februari met mededelingen en rapporten over de prostitutiestraten. De ‘ramen’ in de Doubletstraat en de Geleenstraat en Hunsestraat zouden dicht kunnen. De sekswerkers zouden moeten verhuizen naar een groot ‘erotisch centrum’ tussen de sporen van de NS, in de buurt van het Schenkviaduct. Parbhudayal (volksgezondheid) legde sterk de nadruk op de verbetering van de positie van de sekswerkers.

Revis (stadsontwikkeling) wees op het tegengaan van een verdere ‘verloedering’ van de bestaande prostitutiestraten. Niet ontkend werd overigens dat zo’n verhuizing een zeer lastige operatie is, zeker omdat het de gemeente zelf geen (echt) geld mag kosten. De wethouders zeggen dat er ‘draagvlak’ is voor een verhuizing, maar die claim is flinterdun, blijkt uit rapporten en gesprekken met betrokkenen.

 

Ik heb hier mijn klanten. Komen die straks ook nog, vraag ik me af.
Jeanette

 

Wat in het contact met de pers wat minder uit de verf kwam, was dat er ook een ander doel is, namelijk het breken van de macht van de raamexploitanten. Dat zijn in bijna alle gevallen ook de eigenaren van de prostitutiepanden. Die hebben, zo schrijven de wethouders, een ‘zeer sterke en discutabele positie ten opzichte van de sekswerker’ en dat moet veranderen. Dat hier vorige week nog even niet de nadruk op werd gelegd, is niet verwonderlijk. De exploitanten/eigenaren zijn immers nodig om de verhuizing van de grond te krijgen. Maar zijn zij ook bij het overleg betrokken?

De Rode Paraplu wil niet

Exploitant Tjakko van het bedrijf Casa Viola, met 59 ramen in beide straten een van de grotere spelers (zijn achternaam wil hij niet zeggen), zegt van niet. “Wij zijn nergens voor uitgenodigd. Heel gek. Je begrijpt wel dat de exploitanten/eigenaren niet akkoord gaan. Wij willen blijven zitten waar we zitten.” Tjakko zegt te spreken namens zestien van de achttien exploitanten. Zij hebben zich onlangs verenigd in de Stichting De Rode Paraplu, waarvan hij voorzitter is.

Hij legt uit dat de belangen groot zijn. Bijna alle exploitanten zijn nu eigenaar van hun panden en die staan op eigen grond. In de nieuwe situatie, die nog onduidelijk is, zouden zij mogelijk moeten gaan huren van een ‘maatschappelijke ondernemer’ – mogelijk de organisatie Non Nobis. “Dat kan niet. We willen zelf de zeggenschap behouden,” zegt Tjakko, die overigens toegeeft dat het uiteindelijk allemaal draait om geld.

Draagvlak onder sekswerkers

Onder de sekswerkers zelf zou er ‘draagvlak’ zijn volgens de gemeente. Maar uit een rapport van de organisaties Shop en Spot46, die zich inzetten voor de belangen van de sekswerkers, is dat niet direct op te maken. Het is gebaseerd op gesprekken met 24 personen. Van hen blijken er maar zes zonder meer te kiezen voor een verhuizing.

De meeste ondervraagden zijn huiverig voor verandering. Nicole Harms van Shop bevestigt dat er ‘zeer verschillend’ wordt gedacht over een verhuizing. “Er is nog veel onzeker. Heel belangrijk is dat het een geleidelijke overgang wordt naar veilige werkplekken en dat je er ook op een veilige manier kunt komen.”

Alles op één plek niet goed

De Haagse schrijfster en prostitutiedeskundige Justine Leclercq is het in principe eens met een ingrijpende aanpak van de prostitutie in Den Haag. “De raamprostitutie moet weg uit het Oude Centrum. Dat is al vaker geconstateerd en dat willen de buurtbewoners ook. Maar ik denk dat de Geleenstraat en de Hunsestraat gewoon in bedrijf kunnen blijven. Het is ook niet goed alles op één plek te concentreren. Dat leidt tot overlast en moeilijk te controleren toestanden.”

Een buurtonderzoek van het bureau PostResearch uit november bevestigt de inschatting van Leclercq. In de Rivierenbuurt wordt de prostitutie niet per se als een probleem ervaren.

Impressie van een nieuw erotisch centrum. | UNStudio

In de Doubletstraat wordt het langzaam drukker. Het blijft een merkwaardige steeg tussen mooie plekken in de oude stad. Wie terugloopt naar de Paviljoensgracht ziet in de verte het zeventiende-eeuwse Spinozahuis liggen. Ook valt in het straatje één oude gevel op. Die hoort bij een van topmonumenten van Den Haag, het Heilige Geest Hofje.

Sommige dames achter de ramen zeggen gehecht te zijn aan de buurt, zoals Astrid. “Ik werk hier al heel lang. Je kunt niet blij zijn met de Doublet, maar hij hoort toch wel bij de buurt. De straat ligt ook mooi centraal en dat kun je van die nieuwe plek niet zeggen. En heb je die plaatjes gezien? Ik ga echt niet werken in zo’n zuurstokkenpaleis.”

 

Rode cijfers

Aantal ‘werkruimtes’ in de Doubletstraat en de Geleenstraat

354

Aantal sekswerkers dat hier jaarlijks aan de slag is (schatting)

1000 tot 1300

Aantal meldingen van uitbuiting/mensenhandel in beide straten van 2014 tot 2018

206

Achtergrond sekswerkers

Zuid-Amerikaans 35 procent, Midden/Oost-Europees 50 procent, West-Europees en Nederlands: 6 procent (rest: Aziatisch en Afrikaans)

 

aa

Reactie gemeente Den Haag

‘Met exploitanten zijn diverse rondetafelgesprekken gevoerd. Daarnaast zijn alle exploitanten één of meerdere keren individueel benaderd om verkennende gesprekken te voeren. De grote exploitanten zijn voorstander van mogelijke verplaatsing, in elk geval om dit verder te onderzoeken. Bij de kleine exploitanten is nog argwaan. De sekswerkers vinden dat de raamprostitutie op de huidige plekken pas mag worden gestopt, als die op de nieuwe locatie open is. Kortom, geen dag sluiten zonder nieuwe plek. Het college steunt dat standpunt. Als je goed kijkt naar het onderzoek van Shop zie je dat zes respondenten volmondig ‘ja’ zeggen en vijf volmondig ‘nee’. En dertien weten het nog niet en maken hun keuze afhankelijk van hoe de nieuwe locatie eruit komt te zien. De onderzoeken laten zien dat er draagvlak is voor verplaatsing.’

Een uitgebreidere versie van dit artikel verscheen in Den Haag Centraal van 27 januari. Wilt u het volledige verhaal lezen? Koop dan de krant DHC bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement

Standaardportret
Bekijk meer van