Dringend behoefte aan hoveniers: ‘Groenonderwijs is deel van de opvoeding’
In de hovenierssector staan ze te springen om vakmensen. Bij De la Reyschool in Transvaal zien ze het belang in van groenonderwijs. “We laten onze leerlingen al dertig jaar in de schooltuin werken,” zegt directeur Henri Reijgersberg.
Sara, Loes, Jolijn en Rafaella van groep 7 zijn de tuinassistenten van De la Reyschool. Sinds groep 2 is het viertal niet meer weg te slaan uit de schooltuin en daarom zijn zij gepromoveerd tot assistent.
“Zij dragen nu hun kennis over aan de kleuters,” vertelt tuinjuf Hetty Hofman trots.
Groenonderwijs moet met de paplepel worden ingegoten, vindt zij. “Het is belangrijk dat kinderen het besef krijgen dat het maanden duurt tot een zaadje uitgroeit tot bijvoorbeeld een pompoen. Als je je realiseert hoelang dit duurt, gooi je minder snel iets weg.”
Leren omgaan met groen is niet alleen interessant, maar ook onderdeel van de opvoeding, vindt schooldirecteur Reijgersberg. “Je leert om voor iets te zorgen. Iedere dag laten we de kinderen kiezen: in de schooltuin werken of spelen. En ja, er wordt ook zeker gekozen voor de schooltuin.”
Werkbezoek
Hovenier Richard Meijer van Weverling Groenproviders leidt Team Tuinkabouters, zoals de tuinassistenten van De la Reyschool zichzelf noemen, graag in ‘zijn’ Nutstuin rond voor een werkbezoek. Met vlogjes (videoberichten op camera) en hij legt alles vast. “Ik werk graag mee aan alles wat het vak kan promoten. Je merkt dat er minder belangstelling is voor een beroep waarin je werkt met je handen.”
Zijn baas Menno Weverling maakt zich hier ook zorgen over. “Ik kan redelijk makkelijk handjes krijgen, maar mensen die ook iets van het vak af weten, zijn lastig te vinden.” Hij benadrukt dat dit ook voor andere ambachtelijke beroepen geldt. “Schildersbedrijven en bouwbedrijven lopen tegen hetzelfde aan.”
Het grote aanbod aan opleidingen speelt volgens Weverling mee. “Aan de andere kant is er een imagoprobleem: van buiten werken word je vies. Terwijl dit beroep juist zo veelzijdig is. Het werk van een hovenier bestaat niet alleen uit harken en schoffelen. We zoeken ook mensen die bijvoorbeeld een mooi idee voor een moderne tuin met buitenkeuken kunnen uitwerken of die alles weten over de juiste bemesting van planten.”
Op de schop
In Den Haag zijn achttien schooltuinen waar leerlingen van basisscholen kunnen zaaien, planten en oogsten. In het verleden waren die er ook in Transvaal, maar door alle woningbouw zijn de tuinen verdwenen.
“Veel ging op de schop. Onze schooltuin is daarom sinds een jaar of tien op het schoolterrein,” vertelt Reijgersberg. Hij overweegt om een deel van het sportveld erbij te betrekken. “Je moet alleen wel vrijwilligers hebben die het leuk vinden om de kinderen te begeleiden. De leerkrachten hebben er vaak gewoonweg geen tijd meer voor.”
Kinderen vinden het juist leuk om buiten in de weer te zijn.
Volgens hem is het een ‘must’ om juist stadskinderen kennis te laten maken met groen. “In de stad is er weinig groen en komen ze er minder mee in aanraking. Terwijl kinderen het juist leuk vinden om buiten in de weer te zijn.”
Zij-instromers
Weverling Groenproviders heeft vestigingen in Monster, Den Haag en Rotterdam en doet er alles aan om het vak te promoten. “We zijn erg actief op social media en maken filmpjes die jongeren aanspreken. Daar wordt wel op gereageerd.” Volgens de directeur van het familiebedrijf moet er wel meer gebeuren, zoals meer samenwerking tussen gemeente, onderwijs en het bedrijfsleven.
“Hele groepen zitten thuis. Van de vijfhonderd mensen die de gemeente vanuit de bijstand aan het werk wil helpen, gaat er ook een aantal bij ons aan de slag,” zegt de directeur. “Je ziet nu vaak dat de juiste mensen niet komen bovendrijven. Dan doel ik op zij-instromers vanuit een ander beroep. Maar ook het op jonge leeftijd bijbrengen van werken met groen helpt. Het lijkt soms alsof jongeren liever gamen dan werken.”
Dat geldt niet voor Sara, Jolijn, Loes en Rafaella. “Het liefst ga ik zo veel mogelijk naar de tuin,” vertelt de 10-jarige Sara. “Ik vind tuinieren trouwens ook een stuk leuker dan gamen,” besluit Loes.