Christiaan Huygens tekende als eerste zaadcellen
Niet Antoni van Leeuwenhoek maar de Haagse geleerde Christiaan Huygens maakte de oudst bekende gedetailleerde afbeeldingen van microwezens, die hij door een microscoop had geobserveerd.
Deze ontdekking maakt prof. Eric Jorink vrijdag bekend op het symposium ‘Verlichte Geesten’, dat wordt gehouden op de 394ste verjaardag van Huygens. Hagenaar Jorink, die is verbonden aan het Huygens Instituut en de Universiteit Leiden, leidt het onderzoeksproject Vizualizing the Unknown (het onbekende verbeeld) van het Huygens Instituut. Dat richt zich op de geschiedenis van het microscopisch onderzoek.
“Huygens was heel veelzijdig, maar we kenden hem niet als microscopist,” vertelt hij. “Hij wordt in 1676 geattendeerd op waarnemingen van eencelligen en spermatozoa (zaadcellen, red.) door Antoni van Leeuwenhoek, maar deze weigert zijn methode te beschrijven en heeft evenmin tekeningen gemaakt van zijn waarnemingen. Huygens begrijpt meteen hoe Leeuwenhoek dit heeft gedaan en hij gaat de waarnemingen verifiëren, een soort peer review dus. Hij bevestigt ze en maakt een serie tekeningen. Daarvan kunnen we nu zeggen dat ze oudste bekende tekeningen zijn van spermatozoa en andere micro-organismen.”
[Tekst gaat verder onder afbeelding.]
Jorink en zijn team hebben met behulp van originele Leeuwenhoek-microscopen in het Rijksmuseum deze waarnemingen gereconstrueerd. De nieuwe observaties laten hetzelfde zien als wat Huygens tekende, zoals zaadcellen en klokdiertjes.
Hanen en vlooien
Bij het 17de-eeuwse sperma-onderzoek was ook Nicolaas Hartsoeker betrokken, die daarover in conflict raakte met Van Leeuwenhoek over de vraag wie het eerste de waarnemingen had gedaan. Hartsoeker, Van Leeuwenhoek en Huygens onderzochten zaad van dieren zoals hanen en vlooien, maar ook dat van zichzelf. De grootste ontdekking was dat zowel menselijk als dierlijk zaad bestaat uit ‘aalvormige’ diertjes, die ze ook wel aanduidden als ‘kikkervisjes’. Toen Hartsoeker die in zijn eigen zaad waarnam, dacht hij dat hij een ziekte onder de leden had. Later begrepen hij, Van Leeuwenhoek en Huygens dat de ‘kikkervisjes’ het zaad vormden. En: hoe meer visjes, hoe gezonder.
Huygens en Descartes
Het symposium over Christiaan Huygens (1629-1695) wordt gehouden in de Sociëteit De Witte. De organisatie is in handen van de Stichting Haegsche Tijd, het Institut Français NL en het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis & Cultuur. Het hoofdthema is de relatie tussen de Franse filosoof René Descartes, die lange tijd in de Republiek verbleef, en Huygens, die faam verwierf als eerste wetenschappelijke directeur van de Académie Royale in Parijs.
[Tekst gaat verder onder afbeelding.]
“Beiden speelden een cruciale rol in de stormachtige ontwikkelingen van de wetenschap in het algemeen, en van theorie en de praktijk van visuele waarneming in het bijzonder,” zegt Joost van Iersel van de Stichting Haegsche Tijd. “Christiaan Huygens geniet internationaal grote bekendheid als wetenschapper, zeker in Frankrijk. Den Haag zou zich er meer bewust van moeten zijn dat het hier om één van zijn grote zonen gaat. Deze Huygens verdient meer aandacht.”
Huygens, die onder meer op Hofwijck in Voorburg woonde dat hij erfde van zijn vader Constantijn, wordt vooral herinnerd als uitvinder van het slingeruurwerk. Maar hij was een bijna universeel geleerde, die uitblonk in sterrenkunde, wis- en natuurkunde. Hij werkte met en verbeterde telescopen, maar was dus ook een specialist op het gebied van microscopisch onderzoek, zoals het onderzoek van Jorink en zijn team aantoont.
Meer Haags nieuws? Koop de papieren editie van Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement. U ontvangt de krant dan tien weken voor slechts 10 euro.