Adri Duivesteijn 1950-2023 – Vormgever van het moderne Den Haag  

Oud-wethouder en voormalig Tweede Kamerlid Adri Duivesteijn is vrijdag op 72-jarige leeftijd overleden. Zijn naam zal voor altijd verbonden blijven met de Haagse stadsvernieuwing.   

Door

Adri Duivesteijn leed al jaren aan prostaatkanker, een ziekte waartegen hij tot het laatst met al zijn kracht heeft gestreden. ‘Sommige mensen worden daar depressief van. Maar dat zit gelukkig niet zo in mijn aard,’ zei hij hierover in een interview. Hij bleef tot het laatst toe betrokken bij de politiek en bij het wel en wee van Den Haag. Recent keerde hij zich nog tegen de fusie van de PvdA met GroenLinks. Als wethouder drukte hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw een stempel op de ontwikkeling van de stad.

Duivesteijn werd in 1950 geboren in een groot katholiek gezin in de Schilderswijk. Zijn vader was schoenmaker. De toen zeer slechte staat waarin ‘Het Wijk’ verkeerde en de sociale ongelijkheid in de stad vormden de jonge Schilderswijker. Hij werkte een tijd als kok in het Kurhaus, maar wilde meer en koos voor de Katholieke Sociale Academie in het Bezuidenhout. Als redacteur van de wijkkrant De Schilderswijker keerde hij zich tegen rigoureuze sloopplannen. Hij werd actief in de PvdA, kwam in de gemeenteraad en werd in 1980 wethouder van stadsvernieuwing.

Grootschalige projecten

Ontevreden met de vernieuwing van de wijk tot dan toe, lanceerde hij de campagne ‘Stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit’. In dat kader haalde hij de Portugese architect Alvaro Siza naar Den Haag, die een aantal nieuwe woonblokken ontwierp. Later gaf Duivesteijn de aanzet tot grootschalige projecten als bebouwing en vernieuwing van het Slachthuisterrein, de complete vernieuwing van de Vaillantlaan en de bebouwing van de voormalige Groothandelsmarkt. Om de bureaucratische stroperigheid te doorbreken, richtte Duivesteijn de Projectorganisatie Stadsvernieuwing (POS) op, die letterlijk en figuurlijk buiten het stadhuis stond.

Adri Duivesteijn na zijn verkiezing tot wethouder in 1980. | Foto: Robert Scheers (coll. HGA)

Duivesteijns wethouderschap culmineerde eind jaren tachtig in de koortsachtige jaren van het linkse college van B en W, de eerste en enige keer dat Den Haag een volledig progressief dagelijks bestuur had. Samen met collega-PvdA-wethouder Gerard van Otterloo kwam Duivesteijn met het idee een nieuw stadhuis te bouwen aan het Spui. Bij de uitwerking van dat project ontstond binnen de PvdA een richtingenstrijd, waarin Van Otterloo tegenstander van het stadhuisplan werd, nadat bepaald was dat de Amerikaanse architect Richard Meier het zou gaan bouwen. De prijsvraag was gewonnen door Rem Koolhaas, maar Duivesteijn zag diens ontwerp niet zitten. Het einde van het lied was dat de PvdA de twee kemphanen terugtrok uit het college van B en W, dat de raad vervolgens wel het stadhuisvoorstel aannam en er daarna een breed samengesteld college aantrad. Duivesteijn zou het later een ‘idiote’ gang van zaken noemen: ‘Ik moet aftreden, maar vervolgens voert men wel mijn plan uit,’ zei hij in een interview. Hij verweet de politiek met haar focus op haalbaarheid en geld,  later terugkijkend, ‘een gebrek aan visie, ideeënrijkdom en verbeelding’.

Zelfbouwen in Almere

Duivesteijn bleef daarna op vele fronten actief. Hij was een aantal jaren directeur van het Nederlands Architectuurinstituut. Vervolgens werd hij wethouder in Almere, waar hij van grote betekenis was voor de stadsontwikkeling en er onder meer de mogelijkheid tot zelfbouwen schiep. Van 1994 tot 2006 was Duivesteijn lid van de Tweede Kamer en van 2013 tot 2015 van de Eerste Kamer. In die periode viel hij op door een principieel sociaal-democratische stellingname. In 2013 dreigde hij tegen het ‘Woonakkoord’ te stemmen, wat hij uiteindelijk niet deed, anders was het kabinet Rutte II gevallen. Hij stemde wel tegen de Zorgwet van Edith Schippers, in verband met het tornen aan de vrije artsenkeuze. Het kabinet moest de wet terugnemen en aanpassen. Door deze conflicten en door zijn eigengereide optreden werden de periodes op het Binnenhof geen groot succes.

De afgelopen jaren liet Duivesteijn nog geregeld van zich horen. Via blogs en Twitter mengde hij zich geregeld in het politieke debat. De stad Den Haag, waar hij altijd is blijven wonen, lag hem bijzonder na aan het hart. Hij werd in 2014 benoemd tot ereburger. Duivesteijn bleef de gemeentepolitiek volgen en brak bijvoorbeeld een lans voor Amare, dat hij zag als de voltooiing van de opwaardering van het Spuikwartier, die was begonnen met de komst van de eerdere Spuizalen en het stadhuis. De huidige wethouder van stedelijke ontwikkeling, D66’er Robert van Asten, noemt Duivesteijn hem op Twitter ‘een van de grootste vormgevers van de stad’. In het in 2019 verschenen boek ‘Adri Duivesteijn – Vanzelfsprekend maar niet normaal’ concluderen de auteurs: ‘Zijn inzichten, vakmanschap en gedrevenheid blijven inspireren’.

Standaardportret
Bekijk meer van