Yvonne Keuls 1931 – 2025: begaafd, vasthoudend en betrokken tot het einde
De bekende Haagse schrijfster Yvonne Keuls is op zaterdag 16 november overleden. Zij laat een rijk oeuvre na en stond bekend om haar sociale bewogenheid.
Ze was nog prominent aanwezig bij de onthulling van het standbeeld van Paul van Vliet op 10 september. Ze hield er een indrukwekkende toespraak. Yvonne Keuls was betrokken bij haar stad en bij haar vrienden, tot het laatst. Ze overleed, 93 jaar oud, na een kort ziekbed.
Keuls was een bijzondere vrouw. Begaafd, betrokken, actief, vasthoudend. De lijst met positieve adjectieven die je met haar kunt verbinden, is lang. Ze was ook zeer betrokken bij het wel en wee van deze krant, die haar verschillende keren heeft geïnterviewd. Daar was ook alle reden toe. Of het nu ging over een nieuw boek, over het door haar geïnspireerde en betaalde beeld van de Indische Tantes op de Frederik Hendriklaan of een optreden met zanger-pianist Max Douw – ze had altijd een mooi verhaal in haar gezellige huis aan de oer-Haagse Beeklaan.
We spraken haar in 2021 over haar laatste boek, ‘Gemmetje Victoria’, waarin ze terugkeert naar een bijzondere passie: de opvang van ‘lastige’ kinderen. Waarom ze het boek schreef? ‘Omdat bij de Jeugdzorg nog steeds ontzettend veel verkeerd gaat. Ik zeg niet dat er helemaal niks goed gaat. Maar in zestig procent van de gevallen gaat het mis, schat ik. Daarom wilde ik aan de hand van één leven het failliet van het systeem laten zien. Daar komt bij dat Gemmetje mij nooit meer heeft losgelaten. Ik moest nog een keer over haar schrijven.’ Met Douw maakte ze nog een aangrijpend theaterprogramma over Gemmetje. Het onderwerp van het boek, de falende jeugdzorg, blijft onverminderd actueel.
Misbruik en misstanden
Keuls stelde de misstanden in de jeugdzorg al eerder aan de kaak, onder meer in het hoorspel, later bewerkt tot toneelstuk en boek, ‘Jan Rap en z’n maat’ (1977). Er volgden ‘De moeder van David S.’ (1980, over een jongen die verslaafd raakt), ‘Het verrotte leven van Floortje Bloem’ (1982, over een heroïnehoertje) en ‘Annie Berber en het verdriet van de tedere crimineel’ (1985, over een jongen die wordt misbruikt door een kinderrechter).
Met dat laatste thema raakte ze verwikkeld in een bittere strijd met justitie en de gevestigde orde in Den Haag. ‘Ik heb geprobeerd [dat misbruik] te onthullen en dat heeft me enorm veel tegenwerking en uitsluiting opgeleverd,’ zei ze in hetzelfde interview. De kwestie zorgde ook voor verwijdering tussen Keuls en haar goed vriendin Hella Haasse (1918-2011). Haasses man wist af van het misbruik op het Paleis van Justitie en legde dat vast in een brief, die Keuls wilde gebruiken. Maar Haasse wilde dat niet. Uiteindelijk is de brief gepubliceerd in een latere herdruk van ‘Annie Berber’. Keuls schreef over de spanningen met Haasse in het boek ‘Zoals ik jou ken, ken jij mij’ (2018), dat een indringend portret is van een vriendschap.
Joodse vader
Yvonne Bamberg, zoals haar meisjesnaam luidde, werd geboren in Batavia (Jakarta) in een gemengd Nederlands-Indonesisch gezin. Haar vader was Joods, haar moeder Javaans. Toen ze zeven was, vestigde het gezin zich in Den Haag. Het zou niet lang duren voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Vader Bamberg, die aan tbc leed en daardoor in eerste instantie aan deporatie ontkwam, pleegde uiteindelijk zelfmoord. Keuls verwerkte haar oorlogsherinneringen in de roman ‘Koningin van de nacht’ (2014). Ze werkte enige jaren als lerares en trouwde in 1954 met Rob Keuls, met wie ze drie dochters kreeg. Met haar man, die een Indisch kampverleden met zich meetorste, reisde ze naar Indonesië om hem te helpen zijn trauma’s te verwerken. Rob Keuls overleed in 2023.
Naast de jeugdzorg is haar Indische achtergrond een van de grote thema’s in Keuls’ werk. Dat leverde onder meer de boeken ‘Mevrouw mijn moeder’, ‘Indische tantes’ en ‘Madame K. Van Indisch kind tot Haagse dame’ op. ‘Ik was een ernstig, Indisch kind met veel fantasie in een onrustige wereld,’ zei ze ooit. In 2012 kreeg Keuls de Haagse Cultuurprijs voor haar hele oeuvre.
Couperus en columns
Keuls’ schrijverschap begon met toneelstukken. Zo bewerkte ze eind jaren zestig Couperus’ ‘De boeken der kleine zielen’ voor een beroemd geworden tv-serie. Vrijwel alle rollen werden vertolkt door acteurs van de Haagse Comedie. Ook leverde Keuls in die periode een wekelijkse column voor Het Vaderland. Onder de titel ‘De toestand bij ons thuis’ beschreef ze het opgroeien van haar dochters. Daarna volgde de periode in het jeugdwerk. ‘Ik las toen een interview met de Russische dissident Aleksandr Solzjenitzyn,’ vertelde ze in 2021. ‘Hij zei iets in de trant van: het is de taak van de schrijver om de wereld te verbeteren, niet met zijn handen maar met zijn pen. Door te signaleren en zuiver te informeren. Hij had gelijk. Dus keerde ik terug naar mijn schrijftafel.’
