Acteur Hugo Koolschijn: ‘Ik heb het niet cadeau gekregen’

De herinneringen aan het ouderlijk huis in Den Haag zijn acteur Hugo Koolschijn dierbaar, hoe moeilijk het ook was. “Door een religieuze opvoeding is alles op losse schroeven komen te staan.” DHC sprak hem over zijn boek ‘Voorstellingen. Levensberichten van een toneelspeler’. Vol eerlijkheid, humor en pseudoniemen, maar zonder ‘pillow talk’.

Door

Vermaard acteur Hugo Koolschijn (72) speelde in zijn nog voortdurende carrière van ruim 45 jaar grootse rollen in toneelstukken, films en zelfgeschreven monologen. Van 13 tot en met 23 juni (Internationaal Theater Amsterdam) is hij te zien in ‘De Kersentuin’ van zijn favoriet Tsjechov. Hij keerde op een zonloze zondag – in de herinneringen van zijn jeugd allerminst een contradictie – terug naar Den Haag voor een gesprek over zijn leven naar aanleiding van zijn boek ‘Voorstellingen. Levensberichten van een toneelspeler’. Een heerlijk boek dat met de nodige eerlijkheid en humor de gangen schetst van iemand die probeert te ontsnappen aan een knellend strenge jeugd, verlangend naar een vrij en creatief bestaan voor het voetlicht.

Zwaaiend met zijn tas lijkt Hugo Koolschijn ruim zestig jaar te overbruggen terwijl hij over de Oude Buizerdlaan naar zijn oude school komt lopen. Enige aarzeling in zijn tred alsof hem een strenge overhoring staat te wachten. Hij scant de gevel van de Nutsschool aan de Laan van Poot en ontwaart de miniemste verandering. “Laatst wist ik op een oude schoolfoto nog alle namen uit klas vijf. Ons gezin – vader, moeder, drie broers en een zusje – heeft op drie plaatsen aan deze laan gewoond.” In de buurt die hij in ‘Voorstellingen’ omschrijft als ‘de wijk waar iets meer vermogenden woonden in naar vogels genoemde straten’.

Iedereen uit mijn privéleven is voorzien van een pseudoniem
Hugo Koolschijn

Wandelend langs groen en sportvelden van de Bosjes van Pex, op zoek naar een plek om neer te strijken in het landschap van zijn jeugd: “Als kind aanvaardde ik de nabijheid van zee en duinen en het leven in welstand als vanzelfsprekend.  De herinneringen aan het ouderlijk huis – op zolder ontvluchten wat zich in de huiskamer afspeelde, de geheime pret van ‘dinky toy’-races met mijn broers, luisteren naar de Tour de France en Gilbert Bécaud – zijn dierbaar, hoe moeilijk het ook was.” Moeilijk, als eufemistisch verzamelwoord voor de klaagcultuur van beide ouders tegen hun kinderen, voortspruitend uit een ‘niet al te best huwelijk’ en de dwingende voorschriften waarmee predikant Paauwe het leven inktzwart stempelde.

Ramses Shaffy

“Mijn vader was slippendrager, voorzanger, collectant, chauffeur en schreef de biografie van J.P. Paauwe (1872-1956, de zwarte dominee, in de Haagse volksmond, red.). In mijn boek heet hij Ponjaard. Iedereen uit mijn privéleven – broers, zusje, mijn vrouwen en kinderen en enkele collega’s – is voorzien van een pseudoniem.”  Alleen voor vriend Ramses Shaffy hield hij het pseudoniem niet vol. “Gaandeweg vond ik dat pretentieuzer dan koste wat kost ‘name dropping’ voorkomen.”

Het hele interview met Hugo Koolschijn leest u vanaf donderdag in Den Haag Centraal. Benieuwd naar de krant? Hier vindt u meer informatie.

Standaardportret
Bekijk meer van