Onderzoek Mauritshuis: Paulus Potter worstelde met zijn Stier

De stoere ‘Stier’ van Paulus Potter lijkt in één keer op het doek gebracht. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat de Haagse schilder heel wat te stellen had met het dier.

Door

Het lijkt een beetje op een laboratorium. Een van de oude zalen van museum het Mauritshuis ziet eruit als een soort operatiekamer. Van achter een glazen wand kun je toekijken. Alleen ligt er geen patiënt op een operatietafel, maar is er een groot schilderij opgesteld. Het is ‘De stier van Potter’, na het ‘Meisje met de parel’ van Vermeer het populairste kunstwerk van het Mauritshuis. Twee restauratoren zijn er mee bezig. Ze halen vergeelde vernis weg, later gaan ze ook echt restaureren en bijschilderen.

De afgelopen maanden is uitgebreid onderzoek verricht, onder meer met röntgen- en infrarood-apparatuur. Dat heeft al veel informatie opgeleverd. “Het was al bekend dat Potter begon met een kleiner formaat en dat hij het doek tijdens het schilderproces vergrootte,” vertelt restaurator Abbie Vandivere. “Nu blijkt dat Potter nog veel méér elementen in het beroemde kunstwerk heeft gewijzigd dan eerder gedacht. De stier zelf, de planten en de achtergrond: de schilder was op zoek naar het mooiste resultaat en dat was kennelijk voor hem een flinke zoektocht.”

Jolijn Schilder, de andere restaurator, vervolgt: “De resultaten van het onderzoek geven ons veel inzicht in de keuzes die Potter maakte tijdens het schilderen. Het is heel persoonlijk; alle gedachtesprongen, alle veranderingen die de kunstenaar aanbracht, bleven eeuwenlang verborgen, maar komen nu aan het licht.”

Testikels waren groter

Dat Potter geen bestaande stier portretteerde was bekend, sinds de Potter-tentoonstelling in 1994-1995. Het dier bestaat uit verschillende ‘onderdelen’ van jongere en oudere stieren. Potter schetste die in de weilanden rond Den Haag en componeerde er in zijn atelier aan de Dunne Bierkade één indrukwekkende kolos van. Maar nu is onder de verflaag de eerste opzet van het dier ontdekt: een rund zonder geslacht-specifieke kenmerken, dat kleiner en magerder was dan de stier zoals die later is geworden.

 

De restauratoren ontdekten een takje dat door een Franse schilder is toegevoegd om een beschadiging te maskeren

 

Jolijn Schilder: “Potter wijzigde verschillende keren de stand en lengte van de poten, de staart, kop en rug, en voegde pas in een later stadium specifieke kenmerken zoals de testikels, die eerst veel groter waren, en de halskwab. Daarnaast was het bontpatroon van de vacht in de eerdere opzet anders, wat opnieuw bevestigt dat Potter geen bestaande stier heeft willen portretteren.”

Hek verplaatst   

Ook rond de stier veranderde er van alles, vertelt Abbie Vandivere. “Ook de vele planten waren een uitdaging voor de schilder. Tegen de boom, langs de linker rand van de eerste compositie, waren meer planten te zien waarvan de namen niet meer te vast te stellen zijn. In eerdere versies van het schilderij liep een hek onder de kop van de stier door tot aan de linker rand. Dat hek is na het vergroten van het schilderij naar de uitbreiding verplaatst, waarachter vandaag de dag de boer  staat.” Die boer maakte later nog een eigen carrière als Teun op het traditionele leesplankje.

Door de formaatwijziging van het doek moet Potter ook de achtergrond drastisch aanpassen. Schilder: “De eerste achtergrond was dichterbij de toeschouwer geplaatst en daarin was een boerderij met hooivijzel te zien. Het verder in de diepte gelegen landschap met kasteel en de kerk van Rijswijk die nu te zien zijn, ontbraken nog.” Het kasteel is hoogstwaarschijnlijk het nog bestaande Huis Binckhorst.

Afbeelding van het schilderij met daarop aangegeven waar het door Paulus Potter is vergroot en gewijzigd. | Foto: Mauritshuis

Potter maakte het zichzelf niet makkelijk. Van het oorspronkelijke schilderij sneed hij bovenaan een randje af, om vervolgens links, rechts en boven stukken doek toe te voegen. Het nieuwe onderzoek bevestigt dat Potter de eerste compositie al gedeeltelijk in verf had uitgewerkt, voordat hij de strips aan het doek toevoegde en die vervolgens beschilderde.  In eerste opzet schilderde Potter de stier in een landschap, maar pas na het vergroten van het doek voegde hij de boer, één of beide bomen, de ram, het schaap en het lammetje toe. Niet duidelijk is waarom de schilder dit allemaal deed. De volgorde van de vele wijzigingen moet nog nader worden onderzocht.

Frans takje

Het onderzoek leverde ook nog een Franse ‘verstekeling’ op. De restauratoren ontdekten een boomtakje dat door ‘een andere hand’ is geschilderd, zoals dat heet. “Het was een onbekende Franse hand,” zegt Vandivere. “Een Franse schilder heeft daarmee een beschadiging gemaskeerd, die was ontstaan bij de overbrenging van het doek naar Parijs in 1795.” De Fransen roofden toen in Den Haag de stadhouderlijke verzameling en voegden de topstukken toe aan de collectie van het Louvre. In 1815, na de definitieve nederlaag van Napoleon, keerde De stier onder klokgebeier terug in Den Haag.

De restauratoren hebben drie maanden besteed aan het materiaal-technisch onderzoek. Het schilderij werd grondig bestudeerd met de nieuwste technieken, die geen contact met het verfoppervlak vereisen. Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met het Rijksmuseum Amsterdam. Hoewel de interpretatie van de resultaten nog maanden in beslag zal nemen, zijn Vandivere en Schilder inmiddels begonnen aan de eigenlijk restauratie, die tot eind volgend jaar zal duren. Er zijn resultaten. Vandivere: “Wat een verschil! Zonder de oude vernis komen de kleuren, texturen en de diepte van Potters verf eindelijk tevoorschijn.”

  • ‘Potterkijkers, de Stier onder de loep’, Mauritshuis; klik hier voor meer informatie.

 

Standaardportret
Bekijk meer van