Dé moord herdacht met muziek en ware woorden
Zo’n vijftienhonderd Hagenaars herdachten zaterdag een van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van hun stad, de moord op de gebroeders De Witt, 350 jaar geleden.
Een herdenking nieuwe stijl was het. Geen kransen, geen lange toespraken, wel interviews, muziek en ingetogen theater. Stadsbeiaardier Gijsbert Kok beet het spits af onder de torenspits van de Grote Kerk, waar hij de tientallen klokken van het carillon deed klinken. Op de Plaats(-delict) was hij op een groot scherm te zien.
Burgemeester Jan van Zanen hield de aanwezigen voor dat er gelijkenissen zijn met destijd, het Rampjaar 1672: polarisatie, oorlog, onzekerheid. “Maar gelukkig ook dingen die anders zijn. Politici worden niet op straat gelyncht, zoals de gebroeders De Witt overkwam.” De geschiedenis kan helpen om actuele problemen op te lossen, volgens Van Zanen.
De presentatie van de herdenking, georganiseerd door de Stichting Haagse Historie, was in handen van journalist Eveline van Rijswijk, die zich een enthousiaste leidster toonde. In een gesprekje met oud-Den Haag Vandaag-kopstuk Wouke van Scherrenburg ging het over de moord op Pim Fortuyn. Meer nog dan de moord in Hilversum zelf, was het de reactie in Den Haag die iets weg had van de explosieve situatie op 20 augustus 1672. Van Scherrenburg: “Woedende mensen omsingelden het Binnenhof. Politici moesten een goed heenkomen zoeken. Het had mis kunnen gaan.”
Geen actieve herinnering
Hoogtepunt was de afdeling ‘re-enactment’. Plotseling stond hij daar, de meedogenloze prins-stadhouder Willem III (acteur Nick Renzo Garcia van Het Nationale Theater), die zou uitgroeien tot een van de machtigste mannen van zijn tijd. “De moord op de gebroeders? Daar heb ik geen actieve herinnering aan! Een complot? Nepnieuws! Cornelis de Witt, die smeedde een complot om mij te vermoorden!” Na wat kritische vragen hield hij de eer aan zichzelf. “Ik laat u alleen met dit sneue feestje voor de gebroeders De Witt!” Gejoel van het publiek was zijn deel.
Een man hield een spandoekje omhoog met de tekst: ‘De Witt boven!!! Oranje onder!!!’. Hij bleek Michiel Plaizier te heten en uit Brussel te komen. “Geweldig, deze herdenking. Jullie Hollanders doen dat goed. Ik probeer al een tijd in Brussel een Egmont en Horne-herdenking van de grond te krijgen. Maar de mensen zijn nauwelijks geïnteresseerd.” De graven van Egmont en Horne werden in 1568 op last van Alva in Brussel onthoofd wegens verzet tegen Filips II. Deze wandaad wordt wel beschouwd als het definitieve sein voor het uitbreken van de Nederlandse Opstand, ofwel de Tachtigjarige Oorlog.
Tong en vinger
Nog meer historische figuren. Johan de Witt (Jaap Spijkers) zelf kwam langs. Hij beklaagde zich over de hetze in de pamfletten, de ‘asociale media’. “Uw tong en wijsvinger liggen in het museum,” zei Van Rijswijk. “Wat? Waar? Daar? In het gebouw van de schutterij (Haags Historisch Museum, red.) nota bene! Ik kan niet langer op deze onheilsplek blijven,” aldus een verbijsterde De Witt.
En ook de filosoof Spinoza (Hein van der Heijden), de grootste denker van zijn tijd, kwam langs. Met een pamflet. Wat hem in 1672 door zijn huisbaas onmogelijk was gemaakt – naar de Plaats gaan – wilde hij nu alsnog doen. “Dit is mijn pamflet. Twee woorden. Ultimi barbarorum. Waarom Latijn? In schrijf altijd in het Latijn. Nee het gaat niet over een barbier. ‘De ergste barbaren’ betekent het. U begrijpt wel wie ik bedoel.” Ware woorden.
Het slotwoord was voor de blazers van Tavenu uit Loosduinen, die eerder al vanaf balkons van zich hadden laten horen. Nu speelden ze aan de voet van het standbeeld van De Witt passende stukken uit de Gouden Eeuw, zoals de prelude van het ‘Te Deum’ van Charpentier, beter bekend als de Eurovisiemelodie. Een passend eerbetoon aan de slachtoffers van 20 augustus 1672.
- Alles over de moord en de context is te zien op de tentoonstelling ‘Rampjaar’, t/m 13 november in het Haags Historisch Museum.
[In een eerdere versie van dit stuk stond dat Hein van der Heijden de rol van Willem III speelde; dat was Nick Renzo Garcia.]