Johan de Witt blijft voorbeeld: ‘De helft van u had meegedaan in 1672’

De Haagse historie leeft, bleek afgelopen weekeinde op een festijn in de binnenstad. Eén van de hoofdpersonen was Johan de Witt. Velen bewonderen de vermoorde staatsman nog steeds.

Door

Door Herman Rosenberg

“Had u ook een stukje van de lijken van de gebroeders De Witt afgesneden en in uw mond gestopt?” vroeg tv-personality Jort Kelder provocerend aan het publiek dat zondag was samengestroomd rond het standbeeld van de in 1672 op gruwelijke wijze vermoorde raadpensionaris. Gelach. Nee, natuurlijk niet, denkt iedereen. “Ik wed dat vijftig procent had meegedaan,” wierp Kelder het volk voor de voeten. Het leek een boutade van deze niet weinig met zichzelf ingenomen talkshow-favoriet. Maar hij raakte aan een wezenlijk punt. Nú kunnen we ons zoiets als die door de Oranje-partij georkestreerde lynchpartij – zondag was het precies 345 jaar geleden – niet meer voorstellen. Maar toen, in de chaos en polarisatie van het Rampjaar, werd het ondenkbare werkelijkheid. Het lot van de ‘Witten’ is behalve een schandvlek ook een waarschuwing tegen haat zaaien en onverdraagzaamheid.

Jort Kelder was uitgenodigd door de vereniging Vrienden van De Witt om een krans te leggen en de boel wat op te porren. Beide deed hij met verve. De plechtigheid bij het beeld maakte deel uit van het veel bredere Haags Historisch Festijn, waarin allerlei historische gebeurtenissen werden nagespeeld. Zoals bijvoorbeeld de onthulling van het beeld van De Witt in 1918 door koningin Wilhelmina. Op het moment dat Kelder in actie kwam, had conservator Maurice Wery van Museum Het Prinsenhof in Delft in het Haags Historisch Museum al een lezing gehouden over historische relieken, zoals de beruchte vinger en tong van de gebroeders uit de Haagse collectie. Ze zullen vanaf oktober in Delft te zien zijn op de tentoonstelling ‘DNA van Nederland’.

Chaotisch
Na de kranslegging werd op het Binnenhof de Schoolstrijd nog eens dunnetjes overgedaan en afgesloten, terwijl ook een Hollandse graaf uit alweer een heel ander tijdperk bij de Ridderzaal edelen ontving. Vervolgens toch nog weer terug naar 1672, want Jort Kelder leidde in de middag in het Haags Historisch Museum ook nog een debat over De Witt met de historici Thomas von der Dunk, Arend Jan Boekesteijn en Gijs Rommelse. Het was chaotisch en niet altijd even goed te volgen, maar toch ook interessant. Veel lof uiteraard voor De Witt: ‘een diplomatieke evenwichtskunstenaar’ en ‘een Hollander met gevoel voor het gezamenlijk belang van alle gewesten’, zei Rommelse.

Maar hij voegde er meteen aan toe dat De Witt zowel naar de toenmalige als de huidige maatstaven ‘arrogant en elitair’ was. Von der Dunk, altijd goed voor wat peper in de discussie, wees erop dat De Witt in politiek opzicht heeft gefaald, doordat in 1672 zowat de hele wereld zich tegen de Republiek keerde. Zijn held bleek Johan van Oldenbarnevelt te zijn, de man die Spanje bedwong en de ‘staatsvorming’ leidde na het afzweren van de koning van Hispanje.

Eén van de stellingen in de discussie was dat de huidige politici qua lef nog wat kunnen leren van De Witt, de man immers die Michiel de Ruyter in staat stelde op te treden tegen vijanden. Boekesteijn verdedigde de bestuurders van nu. “Het compromis is nu eenmaal de essentie van de vaderlandse politiek.” Maar, moe van dat cliché, kwam Von der Dunk met de term ‘remise-samenleving’. “Men neemt liever genoegen met een half ei, dan het risico te lopen van een lege dop.” Kunnen we ooit nog zo machtig worden als in de 17de eeuw, vroeg Kelder zich tot besluit af. Nee, dat zit er niet meer in. Daarover was iedereen het eens.

Jort Kelder spreekt ‘het volk’ toe bij het beeld van Johan de Witt. | Foto: DHC

Abonnee worden van DHC? Klik dan hier.

Standaardportret
Bekijk meer van