Foto’s Frederick Linck tonen heel ander Den Haag
Excentrieke buurtbewoners en half gesloopte wijken, dat was de wereld van de Haagse fotograaf Frederick Linck die nu wordt belicht in het Haags Historisch Museum.
Hij woonde aan de Amsterdamse Veerkade en hij hield van de buurt, ondanks alle sloop en verval. Fotograaf en fotografiedocent Frederick Linck (1942-2020) trok er in de jaren zeventig op uit en maakte indringende opnamen. Het laatste huis van de Rozemarijnstraat bijvoorbeeld, een bouwval in een desolate puinvlakte. Of een uitgebrande auto met op de achtergrond de Nieuwe Kerk. Dat was de situatie toen in het oude Spuikwartier en delen van het Oude Centrum.
Het Haags Historisch Museum kreeg honderdvijftig foto’s uit de nalatenschap van Linck en toont daarvan nu een ruime selectie. Een van de meest typerende dingen voor Den Haag is de scheiding tussen ‘zand en veen’. Maar dat die ook geldt binnen de binnenstad, en vroeger nog veel duidelijker dan tegenwoordig, is te zien op de foto’s van Linck. Op vijfhonderd meter van Binnenhof en Hofvijver begon het oude Spuikwartier, destijds een soort sloppenwijk. Ook het Oude Centrum viel niet mee. Linck legde de laatste armoedige fase van deze kwartieren vast. Nog even en de stadsvernieuwing zou beginnen. Veel verbeterde er, maar daarmee verdween ook het volkse en rafelige karakter van deze buurten. “De foto’s laten een beeld van Den Haag zien, dat sterk contrasteert met de huidige gentrificatie van de binnenstad,” zegt conservator Lex van Tilborg van het museum.
Volkse plekken
Linck deed meer dan stadsgezichten vastleggen. Zeker zo belangrijk vond hij de bewoners en dan in het bijzonder de Hagenezen die hij tegenkwam in de buurt en op ‘volkse’ plekken zoals de kermis en de Haagse Markt. We zien uitgelaten jeugd op de ‘Rekreade’, maar ook een stil meisje met een net gewonnen prijs. We zien de beheerder van de fietsenstalling van de Bijenkorf en de deels naakt poserende homoseksueel Jean. In de Kranestraat woonde een gezin in een caravan. En kapster Hannie wilde graag op Dolly Parton lijken.
Het museum licht er twee thema’s uit waarover meer informatie wordt verstrekt: de ‘Dwarsweg’ en de prostitutie. Die weg was een geplande verkeersdoorbraak, waarvoor al werd gesloopt, maar die er door tegenstand uit de buurt uiteindelijk niet kwam. De raamprostitutie was (en is) een ander probleem. Tegenwoordig resteert daarvan in het Oude Centrum alleen de Doubletstraat. Op een kaart is te zien hoe het een halve eeuw geleden was: ook rode stippen in de Katerstraat, op het Groenewegje en zelfs op de Dunne Bierkade. Op de tentoonstelling zijn verhalen over de buurt te beluisteren. En als extra is Lincks donkere kamer gereconstrueerd.
Met de aanwinst uit Lincks nalatenschap versterkt het Haags Historisch opnieuw zijn fotografiecollectie. Zwaartepunten daarin zijn Haagse stadsgezichten en interieurs van fotopionier Alexine Tinne uit de 19e -eeuw, kleurenstereofoto’s van verzetsfotograaf Wim Berssenbrugge uit de Tweede Wereldoorlog en een serie straatfotografie uit de jaren vijftig en zestig van Jacques Meijer. Daar komen nu dus de jaren zeventig bij.
- Frederick Linck – Foto’s van Den Haag in de jaren ’70, tot en met 28 januari 2024, Haags Historisch Museum