De DHC-biertest: wat is het lekkerste Haagse biertje?
In onze eerste gastronomische special van dit najaar stonden veel highbrow onderwerpen als Michelin-sterren en wijnen. Allemaal leuk, maar een biertest is ook wel op z’n plek, zo vonden twee DHC-redacteuren. Samen met een expert proefden zij tien bieren.
Na het openen van het derde bier, Postulant van De Haagsche Broeder, gaat het mis. “Kan iemand even een doekje pakken?,” vraagt DHC-verslaggever Jeroen van Raalte (28). “Hij blijft maar schuimen.” Terwijl collega Kim Andriessen (32) naar de keuken snelt en Van Raalte met zijn hand probeert te voorkomen dat de steeds groter wordende plas van tafel druipt, kijkt Rembrandt Hoogstraten (33) geamuseerd toe. “Ik heb hem echt niet geschud, hoor. Waarschijnlijk hebben we hier te maken met een microbacterie in de fles,” doceert de mede-eigenaar van bierwinkel Dorst aan de Boekhorststraat.
“Die zorgt voor deze schuimexplosie. Het kan zijn dat ie nu ook anders smaakt.” Eenmaal weer aan een schone tafel neemt iedereen een slok. Het bier blijkt nog in orde. Hoogstraten reageert enthousiast: “Een fijne bierstijl, dit verveelt niet zo snel.” Maar Andriessen trekt zijn lippen samen. “Zuur.” “Tja, het is even wennen,” reageert Van Raalte. “Ik vind het wel wat hebben. Het is een robuuste fles, je verwacht een klap voor je kop, maar hij smaakt vrij fris. Ik zou ’m een 7 geven.”
Een eerste compliment vanuit het DHC-team dat vond dat in een culinaire bijlage naast highbrow zaken als Michelin-sterren en najaarswijnen ook wel een biertest op z’n plek was. De heren Van Raalte en Andriessen wierpen zich graag op als semi-kenners en zochten er een expert bij. Dat werd dus Hoogstraten, die zelf ook bier brouwt. Samen zochten ze tien biertjes van Haagse brouwers uit.
Favoriet bier
Achter schaaltjes chips en nootjes zet Hoogstraten de flesjes op een maandagmiddag op volgorde van licht naar zwaar. Het eerste is afkomstig van Kompaan Badgast met een alcoholpercentage van 0,5%. “Dit lijkt wel afwaswater,” roept Van Raalte ontsteld. Andriessen: “Ik kan me niet voorstellen dat je dit voor je plezier drinkt.” Hoogstraten: “Alleen onder sociale druk.”
Biertje nummer twee, Eiber Hof Blond met drie soorten hop, krijgt het predicaat ‘verkapt pils’ van de heren. Van Raalte: “Niet echt blond bier, die zijn normaal voller.” Hoogstraten: “Qua smaak ligt het dicht bij Hertog Jan.”
De andere versie van Eiber dan: Achter de duinen. Met tropisch fruit, vertelt het etiket. Die zouden ze ook niet zo snel bestellen. “Ik had meer fruit verwacht,” reageert Van Raalte teleurgesteld. Andriessen: “Als iemand hier een Amstel-etiket op had geplakt, had ik het ook geloofd. Dit verwacht je niet bij een speciaalbier. Deze versies van Eiber vallen me tegen.”
Over de Scheveningen Bomschuit IPA zijn de meningen verdeeld. “Hij is beter dan ik me herinner. Al zou ik het geen IPA noemen,” aldus Hoogstraten. “Nee hè,” valt Van Raalte hem bij. “Ik mis het fruitige en kruidige van een IPA.” “Nou, ik vind het wel een onderhoudend biertje hoor, jongens,” zegt Andriessen terwijl hij het glas omhooghoudt. “Als we nu zouden stoppen, zou dit mijn favoriet zijn.”
Maar zover is het nog lang niet. Terwijl Van Raalte de glazen omspoelt, zucht Hoogstraten. “Het kwaliteitsniveau van Den Haag is gewoon niet zo hoog. Als je kijkt hoeveel bijzondere bierwinkels hier zijn, dan tel ik er twee: Dorst en Free Beer in de Prinsestraat. Cafés die speciaalbier schenken, zijn op de vingers van twee handen te tellen. Het is een kwestie van vraag en aanbod. We zijn geen studentenstad; ga je naar Amsterdam, Utrecht of Breda, ja, dan zijn ze er wel.”
Sluipmoordenaar
De inmiddels frisse glazen worden snel gevuld met Scheveningen Tripel. “Wat betekent Tripel nou precies?”, vraagt Van Raalte aan Hoogstraten. “Dat ligt onder meer aan de hoeveelheid mout die erin zit. Die is drie keer hoger dan in een normaal trappistenbiertje. De suiker die bij het brouwen wordt toegevoegd, verhoogt het alcoholpercentage.” Van Raalte kijkt op het etiket. “7,8% alcohol. Ja, ik had meer verwacht.” Hoogstraten: “Een licht, kruidig zwaar blond bier. Gevaarlijk lekker.” “Een sluipmoordenaar,” concludeert Van Raalte. Andriessen: “Ik vind dit wel een 8 waard en jij Jeroen?” “Een 7,5.”
Een nieuwe Haagsche Broeder dient zich aan. Van Raalte opent de Prior (8,5% alcohol) voorzichtig. Geen schuimtoestanden deze keer. “Weten jullie dat de Haagsche Broeders tot een kilometer rondom hun klooster in de Oude Molstraat bier verkopen?” Nee, dat wisten we niet. De naar karamel ruikende Porter vindt Van Raalte ‘even wennen’. “Ik proef een licht geroosterde smaak. Lekker voor in het najaar. Die kleur kan mensen wel afschrikken, het lijkt net koffie.” Hoogstraten vindt het dapper dat ze dit durven te brouwen. Van Raalte grinnikt. “Net een vloeibare, bruine boterham.”
Compliment
We blijven bij Porter-bier. Nu de Kompaan Vrijbuiter. “Mag ik Kompaan eerst even een compliment geven?”, vraagt Hoogstraten zonder een goedkeuring af te wachten. “Toen de drie oprichters van Kompaan in 2012 startten, snapten cafés nog niks van speciaalbier, Kompaan heeft de weg vrijgemaakt voor andere brouwers in Den Haag.” Na deze lofzang toch een aantekening. “De geur staat me tegen, een beetje muffig,” aldus Andriessen. “De smaak is prima, maar ik zou er geen aandelen in kopen.”
De andere van Kompaan, Bloedbroeder, in 2017 verkozen tot Beste Bier van Nederland, valt zwaar. Hoogstraten: “Dit is de overtreffende trap van Stout, even kijken op het etiket. Ja, ze hebben er Porter bij gegooid.” Andriessen vindt het een overkill. Jeroen doet een extra duit in het zakje: “Ik zou zeggen: Irish coffee, maar dan zonder slagroom.” Maar scoort ie een voldoende? Nee, dat niet. Hoger dan een 5,5 komen de heren niet.
Tot slot Brute Force van Brouwerij Kwartje, de brouwerij van Hoogstraten. Van Raalte en Andriessen kijken elkaar aan. Twaalf procent. Zo hé. “Zoet, maar wel lekker zoet,” vindt Andriessen. “Ja, niet dwingend in elk geval,” antwoordt Van Raalte. Hoogstraten: “Dit verkopen we niet veel, het is geen allemansvriend.” “Nee,” beaamt Van Raalte. “Hier moet je wel voor gaan zitten. Mag ik je nog een tip geven? “Ik zou ’m wel in een lichtere variant willen.”
Het lekkerste bier: de winnaar
Goed. Hebben we een winnaar? De DHC-mannen zijn het erover eens: de Tripel van brouwerij Scheveningen is de favoriet. Andriessen: “Licht kruidig, zwaar blond bier. En het leuke is: je koopt het gewoon bij de Plus-supermarkt.”