Voorpublicatie clubboek ADO: Aad Mansveld, symbool van club en bluf   

Het grote ADO-boek is er. Een groep toegewijde auteurs produceerde bijna 750 pagina’s over de club ‘met weinig prijzen, maar met heel veel verhalen’, zoals het in het voorwoord heet. Een stuk kiezen voor een voorpublicatie was niet moeilijk.

Door

Aad Mansveld is hét symbool van ADO en FC Den Haag voor de generaties uit de jaren zestig, zeventig en (ook nog even) tachtig. Hij geldt als het prototype van Haagse Bluf. Aad gaat steeds voorop in de strijd, hij is hard voor anderen en hard voor zichzelf. Bovenal is hij een voorbeeld als prof. Hij komt altijd op voor het belang van zijn ploeg. Als een echte aanvoerder, letterlijk en figuurlijk. Kanker maakt veel te vroeg een einde aan zijn leven – hij wordt slechts 47 jaar – maar vergeten is hij nooit. Bij het stadion van ADO Den Haag wordt hij vanaf juli 2007 geëerd met een indrukwekkend standbeeld. Dat beeld is gemaakt door Mansvelds Haagse generatiegenoot Loek Bos.

Aad Mansveld (1944-1991) is bij ADO en later FC Den Haag/ADO een echte leider. Hij is niet altijd even gemakkelijk. Vaak is hij lastig voor scheidsrechters, omdat hij genomen beslissingen nooit zomaar voor lief neemt. Zo gaat hij ook om met bestuurders en trainers. Die eigenschappen demonstreert Aad Mansveld bij ADO overigens pas als zijn aanwezigheid alom wordt erkend en hij in de rangorde een vooraanstaande plaats inneemt. Hij is dan een speler met veel zelfvertrouwen. Tussen de grote jongens van Ajax en Feyenoord treedt hij bij het Nederlands elftal veel minder op de voorgrond. Daar kent hij zijn plaats, wetend dat hij in Oranje eigenlijk nooit zeker is van een plek in de basis.

Een jonge Mansveld bij zijn debuut in ADO. | Foto’s: uit ‘ADO Den Haag – Officieel clubboek’.  

Debuut

Als net 20-jarige speler gedraagt Mansveld zich bij ADO – op 23 augustus 1964 debuteert hij in IJmuiden bij de openingswedstrijd voor de competitie tegen Telstar – dienstbaar voor ploeggenoten die al wat langer in het eerste elftal spelen. Die jongens zijn in veel gevallen maar net iets ouder en er zijn ook enkele spelers (Ton Thie, René Pas, Henk Houwaart en Michel van der Loop) die zelfs jonger zijn. Trainer Ernst Happel heeft na het verwijderen van veel routiniers een piepjong elftal overgehouden, waarin alleen de voormalige Spartanen Jan Villerius (25 jaar) en Freek van der Lee (29) wat ouder zijn.

Happel daagt in het seizoen 1964-1965 de nationale top uit met een ploeg die extreem jong is. De 21 in de competitie ingezette spelers hebben een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. En met dit jonge team wint ADO thuis van de nummers één en twee in de eindstand, respectievelijk Feijenoord en DWS. In het Zuiderpark gaat Feijenoord eraan met liefst 3-0 en aftredend kampioen DWS wordt met 1-0 geklopt. In de eindstand legt ADO beslag op een ongekend hoge positie: derde. Die prestatie wordt een jaar later herhaald en dan is Mansveld inmiddels een vaste kracht in het elftal. Happel herkent in Mansveld iets van de speler die hij zelf ooit was en bewondert zijn instelling, inzicht, onverschrokkenheid en prachtige trap. Aad is een verdediger die autoriteit uitstraalt. Aanvallers van de tegenpartij vrezen zijn kracht en hardheid.

 

Happel herkent in Mansveld iets van de speler die hij zelf ooit was en bewondert zijn instelling, inzicht, onverschrokkenheid en prachtige trap

 

Als hij vanuit de verdediging opkomt doet hij bij een-tweecombinaties denken aan Franz Beckenbauer, de beroemde Duitser die speelt op basis van techniek en elegantie. Mansveld voert zijn acties naar voren uit op een wat robuustere wijze, vol elan. Tegenstanders vrezen zijn vuurkracht die hij legt in vrije trappen en afstandsschoten. Op de vele foto’s die er van zijn vrije trappen zijn, is te zien hoe veel kracht hij in zijn schoten legt. Hij trapt de bal hard en meestal subliem geplaatst, waarbij opvalt dat hij zijn wreeftrap eindigt met een sprong waarbij beide benen in de lucht hangen. Het is een traptechniek die weinig andere spelers zo perfect beheersen.

Via de betaalde jeugd en het tweede elftal komt Aad Mansveld in het eerste elftal van ADO. Eerst voorzichtig in het seizoen 1964-1965, in het daaropvolgende seizoen staat hij vast in het hart van de verdediging. Als basisspeler ontwikkelt hij zich geleidelijk. Hij hoeft als verdediger eerst nog niet zo vaak naar voren, want ADO heeft op het middenveld en in de aanval voldoende slagkracht: Harrie Heijnen, Lambert Maassen, Piet van Miert, Kees Aarts, René Pas, Joop Jochems, Piet de Zoete, Henk Houwaart en iets later Lex Schoenmaker en Dick Advocaat.

Breekijzer en inspirator 

In het seizoen 1967-1968 maakt het Haagse publiek kennis met de Aad Mansveld die inhoud geeft aan het prototype van Haagse Bluf. Steeds vaker pakt hij de rol van breekijzer en inspirator op als de ploeg even niet draait. Eenmaal routinier is hij ook dominant, zowel in woord als daad. Als trainer Evert Teunissen zich in het seizoen 1973-1974 genoodzaakt ziet veel jonge talenten hun debuut te laten maken in het keurkorps van FC Den Haag wordt al snel gesproken over ‘Oom Aad en zijn neefjes’. Die neefjes zijn onder anderen Johnny Dusbaba, Boudewijn de Geer, Cees Storm, Wim Berckenkamp, Barend van Hijkoop, Martin Jol, Martin Toet, Hugo Lochtenbergh, Rob Monnée, Leen Swanenburg en Tscheu-la Ling.

In de herfst van zijn loopbaan beleeft Aad Mansveld zijn ‘finest hour’. Onder zijn aanvoering wint FC Den Haag op 15 mei 1975 in de Rotterdamse Kuip totaal onverwacht de bekerfinale van de huizenhoge favoriet FC Twente. Als een kind zo blij is Aad Mansveld, die de beker zeven jaar eerder trouwens ook al heeft gewonnen, toen in de finale tegen landskampioen Ajax. ‘Dat ik dit op mijn ouwe dag nog mag meemaken’, laat de inmiddels 30-jarige captain na de zege op FC Twente glunderend weten. Het winnen van de KNVB-beker betekent deelnemen aan het toernooi om de Europa Cup II.

Het bezorgt FC Den Haag en Mansveld persoonlijk een nieuwe opwindende en onvergetelijke periode. Ten koste van het Deense Vejle BK en het Franse RC de Lens bereikt FC Den Haag de kwartfinale, waarin het West Ham United ontmoet. In het Zuiderpark lijkt de formatie van trainer Vujadin Boskov de basis te leggen voor kwalificatie voor de halve finale. In de rust staat FC Den Haag met 4-0 voor door een hattrick van ‘libero’ Mansveld en een merkwaardige treffer van Lex Schoenmaker na een scheidsrechtersbal. De ploeg uit Londen halveert na rust de marge en het wint de return in het eigen Upton Park met 3-1. The Hammers gaan verder.

Oranje en het noodlot 

Het geluk komt Aad Mansveld niet aanwaaien. Voor hem is de weg naar het succes ook geplaveid met teleurstelling en tegenslag. Het meest kenmerkende in dit opzicht is zijn interlandcarrière. Hij zou zijn debuut maken voor Oranje op 4 april 1971 tijdens de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Joegoslavië in Split. Te elfder ure komt bondscoach Frantisek Fadrhonc terug op zijn voornemen door Pleun Strik van PSV het centrale verdedigingsduo te laten vormen met de jonge Johan Neeskens. Mansveld moet op de reservebank plaatsnemen. Het is een wonderlijke opstelling, die tot niets leidt. Joegoslavië wint met 2-0 (…). Op 30 augustus 1972 is het dan toch zo ver. Aad Mansveld vormt met Ajacied Barry Hulshoff het centrale verdedigingsduo in Praag tijdens de vriendschappelijke interland tegen Tsjechoslowakije, die Oranje met 2-1 wint.

 

Het had bij Oranje allemaal zo veel mooier kunnen zijn voor Aad, wiens interlandcarrière beperkt blijft tot slechts zes wedstrijden

 

Aad Mansveld lijkt zich hierna naar een basisplaats in het Nederlands elftal te spelen. Hij heeft zijn aandeel in de eerste kwalificatie van Oranje voor een WK-eindronde sinds 1938. Enkele maanden voor het WK in West-Duitsland slaat het noodlot echter onbarmhartig toe. Tijdens de training bij FC Den Haag scheurt Aad zijn enkelbanden. Een operatie en een langdurige revalidatie volgen. Zijn droom, met Oranje spelen op het WK, is uiteengespat. Het wordt een onvergetelijk WK. Het staat nagenoeg vast dat Mansveld zonder dat ongeluk op het WK als centrumverdediger had gespeeld. Het had bij Oranje allemaal zo veel mooier kunnen zijn voor Aad, wiens interlandcarrière beperkt blijft tot slechts zes wedstrijden. Het hadden er tientallen meer kunnen en moeten zijn.

6 september 1970, ADO-Ajax 1-0. Staand vlnr: Ton Thie, Aad Mansveld, Piet de Zoete, Dick Advocaat, Theo van der Burch, Kees Weimar. Voor vlnr: Harry Hestad, René Pas, Joop Korevaar, Wytze Couperus, Lex Schoenmaker.

Uitstapjes en terugkeer 

Aad Mansveld en FC Den Haag lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar in de herfst van zijn loopbaan maakt hij twee uitstapjes. Eerst verrast Aad Mansveld FC Den Haag door aan het begin van het seizoen 1977-1978 naar Feyenoord te verkassen. Zijn competitiedebuut voor de Rotterdammers maakt hij uitgerekend in het Zuiderpark, waar FC Den Haag met 2-1 wint. In januari 1979 keert hij terug bij FC Den Haag. Ook in de zomer van 1981 gaat hij naar een andere club, FC Utrecht. Daar blijft hij tot december 1981 om zijn loopbaan als voetballer toch af te sluiten bij FC Den Haag. De laatste wedstrijd speelt Mansveld op 3 april 1982, één helft in de thuiswedstrijd tegen Haarlem. Hij valt uit met een rugblessure na een botsing met zijn eigen doelman Dido Havenaar. FC Den Haag verliest roemloos met 0-4.

Voor het eerst dreigt degradatie uit de Eredivisie. Het toeval wil, dat ook Lex Schoenmaker die avond zijn laatste wedstrijd speelt. Trainer Cor van der Hart legt zich acht (!) wedstrijden voor het einde van de competitie neer bij degradatie en besluit verder te gaan met talenten uit het tweede elftal. Het helpt niets: FC Den Haag verliest de laatste acht wedstrijden stuk voor stuk, met de tragische doelcijfers van 4 goals vóór en 24 tegen. In de jaargang 1981-1982 haalt de club in 34 wedstrijden slechts 13 punten. Dit hebben de iconen Aad Mansveld en Lex Schoenmaker niet verdiend. Negen jaar later overlijdt Mansveld.

De geest van Aad Mansveld, zijn naam en zijn beeltenis zijn en blijven aanwezig. De Noordtribune van het Zuiderparkstadion wordt omgedoopt tot Aad Mansveldtribune. Boven de ingang in het midden van deze tribune hangt tot aan de sloop in 2007 een plaquette te zijner nagedachtenis. In het winkelcentrum Haagsche Bluf wordt voorts een straat naar hem genoemd. Dat gebeurt ook in een woonwijk nabij Madestein. En in 2007 verrijst op het Heldenplein bij het nieuwe stadion van ADO Den Haag zijn standbeeld. In het nieuwe stadion komt ook een tribune met zijn naam. Tot aan de sloop is Aad Mansveld als grafittibeeltenis in het Zuiderpark aanwezig. De muur herrijst later bij het gerenoveerde opleidingscomplex De Aftrap. Later krijgt hij in de Sportcampus Zuiderpark een ster op de Wall of Fame van Haagse sporticonen. Een lange loopbaan, een te kort leven, maar ‘eeuwig’ leeft Aad Mansveld voort in gedachten en Haagse uitingen.

‘ADO Den Haag – Officieel clubboek’, vanaf 12 november verkrijgbaar bij Van Stockum (Passage) en via Kick Uitgevers, prijs: € 89 (103,95 met cassette); meer informatie: www.kickuitgevers.nl

Standaardportret
Bekijk meer van