Paul van Vliet 1935-2023: Groot cabaretier, geëngageerd mens
‘Ik heb nooit angst gehad op het podium. Als ik het theater betreed, word ik rustig. Daar komt alles samen, daar voel ik me op mijn gemak. Daar kan mijn talent bloeien, daar krijg je reactie. Je wordt opgetild door de warmte van het publiek.’ Zo omschreef Paul van Vliet bijna zes jaar geleden in een interview met deze krant zijn band met publiek en podium.
De dinsdagavond op 87-jarige leeftijd overleden Paul van Vliet was een theaterman pur sang, een veelzijdig entertainer en een geëngageerd mens. ‘Onze lieve Paul, levenslustig, krachtig en vol ideeën tot het eind,’ aldus de familie bij de bekendmaking van het overlijden.
Na lang in Breukelen gewoond te hebben keerde hij in 2012 met zijn (tweede) vrouw Lidewij de Jongh terug in Den Haag en vestigde hij zich aan het Smidswater, in het hart van zijn geliefde Buurtschap 2005. De tijd van de grote shows was voorbij, maar de cabaretier kon niet zonder het theater. Al snel stond hij weer in de Koninklijke Schouwburg met een reeks middagvoorstellingen onder de titel ‘Alleen op zondag’. De kaartjes vlogen weg.
PePijn
Het was in dat oer-Haagse buurtje dat Van Vliet samen met Liselore Gerritsen, die zijn eerste vrouw zou worden, Ferd Hugas en Rob van Kreeveld van zijn cabaretgroep PePijn in 1964 een oud pakhuis omtoverde tot Theater PePijn. Hij bezong het later in een liedje: ‘Jij wil een theatertje, een klein theatertje/ Met alles dan d’r op en dan d’r an/ En je krijgt iets van Gods akker en je krijgt iets van Gods watertje/ En je denkt: Als ik het nou niet doe, komt het er nooit meer van.’
Voor Van Vliet zelf werd PePijn al snel te klein, maar tientallen jonge cabaretiers debuteerden voor de ‘honderd stoeltjes, honderd smoeltjes’, onder wie Youp van ’t Hek, Hans Liberg en Herman Finkers. Van Vliet, die in 1966 landelijke bekendheid verwierf met een optreden in de Ridderzaal ter gelegenheid van de ondertrouw van prinses Beatrix en Claus von Amsberg, stortte zich vanaf 1971 op zijn solocarrière.
Toch was de cabaretgroep PePijn niet Van Vliets eerste gezelschap. Dat was het Leidsch Studenten Cabaret, dat hij tijdens zijn studietijd in de jaren vijftig oprichtte met Floor Kist. Van Vliet en Kist schreven de teksten zelf. De muziek was onder meer van studiegenoot Kaj van Oven en Jules de Corte.
Bram
Paul van Vliet groeide in de jaren zeventig uit tot een van bekendste cabaretiers van Nederland. Samen met Freek de Jonge domineerde hij lang de generatie die volgde op de ‘grote drie’: Wim Kan, Wim Sonneveld en Toon Hermans.
Vele liedjes groeiden uit tot klassiekers, zoals: ‘Den Haag met je lege paleizen’, ‘Meisjes van 13’, ‘Veilig achterop bij vader op de fiets’ en ‘De zee’ (heeft me verteld dat zij zo moe is). Ook een aantal typetjes bereikte die status, zoals Majoor Kees, Bram van de commune en Baron Taets van Avezaethe. Sommige gevleugelde woorden van deze creaties schopten het tot de Van Dale, zoals ‘Vragen? Geen vragen’ en ‘Leuke dingen voor de mensen’. Dat geldt ook voor een passage uit ‘Meisjes van 13’: ‘Te groot voor de poppen, te klein voor de kerels.’
Paul van Vliet in het Circustheater
Hoewel Van Vliet in 1988 verhuisde naar een fraaie woonboerderij in Breukelen, bleef hij in zijn hart altijd Hagenaar. Het liefste trad hij op in Scheveningen, waar hij ooit nog in de Kurzaal stond en later talloze keren in het Circustheater. Vele jaren organiseerde hij daar benefietvoorstellingen voor het vaak in geldnood verkerende PePijn, dat onder de hoede genomen werd door Theater Diligentia. Van Vliet stond daar vorig jaar nog eenmalig op het podium tijdens een benefietvoorstelling voor Oekraïne. Dat was typerend voor zijn engagement. Zo heeft hij zich tientallen jaren als ambassadeur ingezet voor Unicef. In 2011 werd mede op zijn initiatief in Den Haag de Paul van Vliet Academie opgericht, een opleiding voor cabaret, kleinkunst en entertainment.
De familie vatte zijn erfenis als volgt samen: ‘Hij laat met zijn teksten, muziek en komische types een schat aan verhalen en liedjes na die getuigen van een vol leven en een prachtige theatercarrière’. Burgemeester Jan van Zanen eert Paul van Vliet in een reactie op diens overlijden als ‘een pionier van het Nederlandse cabaret’ en als ‘ereburger en trotse ambassadeur van onze stad’.