Column: Juist het niet-in-mijn-glastuingedrag maakt spreidingswet nodig

Het is ironisch dat juist de buurgemeente die de afgelopen jaren geen énkele asielzoeker opving, nu het hardste schreeuwt dat ze de spreidingswet niet zal uitvoeren, schrijft columnist Christiaan Weijts.

Door

Er ging een Koot & Bie-filmpje rond. Die spreidingswet? Hadden Jacobse en Van Es al uitgevonden. Bij een uitgerolde kaart verdelen ze de asielpijn over het land. Alle Grieken naar de Wadden. Tunesiërs, Marokkanen, en Algerijnen naar Friesland en Groningen. Drenthe wordt Turkenburg, de Randstad blankstad.

De ironie is dat dit al lang is hoe de bevolkingsgroepen zijn gesorteerd. Nee, niet landelijk, maar vervang de landkaart even door de Haagse stadsplattegrond en iedereen kan ze aanwijzen, onze Blankstad en ons Turkenburg.

De ironie is dat dit exact het omgekeerde is van spreiding. Als je op maandagochtend, nog vóór de veegploegen uit, naar Laak fietst, zie je de rotzooi steeds meer aangroeien rond de vuilcontainers. Bij het Lorentzplein liggen matrassen, stukken opgerold tapijt en vuilniszakken. Uit de prullenbakken van het wijkpark puilen blikken Pools bier. Achter de meeste ramen hangen sjofele gordijnen. Tussen de kieren zie ik her en der wat stalen stapelbedden.

 

Laak is het slaaphok voor het Westland

 

Op 19.000 inwoners wonen hier officieel 7500 arbeidsmigranten en in werkelijkheid vermoedelijk nog veel meer. Voornamelijk Polen en Bulgaren die ’s ochtends in busjes vertrekken naar de kassen, slachthuizen en distributiecentra.

Laak is het slaaphok voor het Westland. De glastuinbouwers liggen languit in het economische zonnetje terwijl de Oost-Europeanen het werk doen. De lasten gooien ze over de schutting. Terecht dat de Haagse raad voor de kerst nog unaniem een motie aannam die het Westland oproept zijn verantwoordelijkheid te nemen.

Ook ironisch: juist die buurgemeente, die de afgelopen jaren geen énkele asielzoeker opving, schreeuwt nu het hardste dat ze de spreidingswet niet zal uitvoeren, en het is precies dit niet-in-mijn-glastuingedrag dat die wet nodig heeft gemaakt.

 

Tegelijkertijd moeten we ons, ook in Blankstad op het zand, een pijnlijke vraag stellen

 

Ironie nummer zoveel is dat de asielinstroom maar 11 procent van de totale instroom is. Oost-Europese arbeidsmigranten hebben een aandeel dat minstens het dubbele is, maar daar denken de achterbannen van de formerende rechtse partijen liever niet over na, omdat die groep voor hun bedrijfswinsten zorgt.

De komende tijd zal het veel gaan over de verdeelsleutel van de spreidingswet. Zolang we de opvang van arbeidsmigranten buiten beschouwing laten en ons blindstaren op die 11 procent, zijn we tochtstrippen aan het plakken met de ramen wijd open. Een deugdelijk isolatieplan kijkt naar het huis als geheel. Dat neemt in de berekeningen ook mee dat er 12.000 mensen van buiten Nederland in de Westlandse kassen werken, waarvan het Westland er zelf maar 4500 huisvest, en dat de rest dus grotendeels al in Den Haag zit opgehokt.

Tegelijkertijd moeten we ons, ook in Blankstad op het zand, een pijnlijke vraag stellen. Hoe zouden onze levens eruitzien met minder Oost-Europese arbeidskrachten? Zijn we bereid langer te wachten op onze onlinepakketjes, meer te betalen voor slachthuisvlees, kasgroenten, schilders en stukadoors? Zo niet, dan moeten we toch echt gaan denken aan een lokaal spreidingswetje. Dan gaan we die minstens 10.000 arbeidsmigranten uit Laak en Transvaal eerlijk verdelen over 44 stadswijken. Iedereen 250 Polen en Bulgaren erbij als nieuwe buren.

Jacobse en Van Es hadden het niet mooier kunnen verzinnen.

Standaardportret
Bekijk meer van