Column: Het is doodzonde om Haagse Klimbos rigoureus te verbieden
Doodzonde om iets waardevols als het Haagse Klimbos met één overijverige pennenstreek te laten verdwijnen, schrijft columnist Christiaan Weijts.
Plotseling hangen er twee touwbruggen tussen de stukken bos die de Laan van Nieuw Oost-Indië doorklieft. Een nieuwe kinderattractie, een bootcamponderdeel? Nee, ze zijn er opgehangen voor de eekhoorns. Vier meter hoog, en iets verderop een parcours van zes meter. Voor knaagdieren die toe zijn aan een extra uitdaging.
Verderop moeten de klauteraars van het Haagse Klimbos juist stoppen in de Scheveningse Bosjes. Dat gaat snel. Amper vier maanden hebben we een wethouder buitenruimte namens de Partij voor de Dieren en de mensen worden al het bos uit gedreven, terwijl de rode loper wordt uitgerold voor boommarters en eekhoorns.
Ergens snap ik het best. Loop in het weekend het bos of de duinen in, en als er geen hardloopevenement is, dan wemelt het van de sportklasjes, yogagroepjes, lasergamers, mountainbikers, bootcampers en wandelcoaches.
Dat is inderdaad wat al te gortig, maar waarom moet het klimbos nu helemaal verdwijnen?
Vooral sinds corona hebben allerlei groepen de natuur ontdekt, en het is goed om er alert op te zijn of dit niet doorschiet. Volgens wethouder Robert Barker pakt het Haagse Klimbos – ooit met een paar bomen begonnen als speelse natuureducatie voor kinderen – geregeld uit met buitenkeukens, vuurkorven en elektrische verlichting voor teamuitjes en vrijgezellenfeesten.
Dat is inderdaad wat al te gortig. Het sympathieke kinderinitiatief is uitgegroeid tot een goedlopend commercieel bedrijf dat een stuk bos van achttien bomen annexeert als evenemententerrein.
Maar waarom moeten ze nu helemaal verdwijnen? Was terugsnoeien geen optie? Het gevaar van dit rigoureuze besluit is dat straks iedereen die iets leuks wil doen in het bos maanden vooraf een verzoekschrift moet indienen. Lasergamen, wandelcoaching, meditatief bomen knuffelen?
Wie in de natuur werkt, heeft verstand nodig. En vooral veel geduld
Bij Natuurmonumenten zijn onlangs nieuwe regels ingegaan en moet je zelfs betalen als je een trouwfotoreportage wilt maken. Maximaal drie honden uitlaten, geen asverstrooiingen meer, enzovoorts. Het getuigt van een kanteling in de manier waarop we denken over onze relatie met de natuur. Die is niet langer alleen maar ons decor, maar een zelfstandig onderdeel van onze leefwereld waar we behoedzaam en met respect mee om moeten gaan.
Het aardige aan natuurgebieden als de Scheveningse en Haagse Bosjes is nu juist dat dit zonder woud aan regeltjes kan. Het bos is het laatste stukje openbare ruimte waar nog een ongedwongen vrijheid mogelijk is, waar allerlei groepen nog spontaan door elkaar heen kunnen recreëren, zolang we ons aan ongeschreven etiquette kunnen houden en het zelf, onderling, kunnen regelen. Kinderen kunnen tegenwoordig af en toe een boom in klimmen, in plaats van saai achter hun ouders aan te sjokken op de vaste gemarkeerde route. Wordt dat straks ook verboden?
Het is juist geweldig dat zoveel schoolklassen al klauterend de natuur leren ontdekken. Laat de gemeente zich inspannen om een nieuwe vorm te vinden voor het Haagse Klimbos, op andere of steeds wisselende locaties, met financiële ondersteuning. Wie in de natuur werkt, heeft verstand nodig. En vooral veel geduld. Bij de eerste eekhoornbrug, over de Benoordenhoutseweg, duurde het tíén jaar voordat die beestjes hem eindelijk gingen gebruiken. Zo zie je maar: doodzonde om iets waardevols dat in acht jaar tijd langzaam gegroeid is om te hakken met één overijverige pennenstreek.