Museum voor reclame en design aan Prinsegracht
Den Haag krijgt een museum voor vormgeving en reclame. Onder de naam Design Museum Dedel opent de instelling eind volgend jaar of begin 2020 haar deuren in het voormalige pand van Van Stockum’s Veilingen aan de Prinsegracht.
Een primeur: Er komt een museum voor reclame en design aan Prinsegracht. “Er is nu in Nederland geen museum voor grafische vormgeving en reclame. In dat gat springen wij,” zegt Almar Seinen, directeur van het museum in oprichting. “We gaan onder meer affiches tonen en andere reclame-uitingen, dus geen stoelen of zo. Wel gaan we ter ondersteuning van tentoonstellingen objecten lenen van andere musea zoals het Gemeentemuseum Den Haag.” Er wordt ook samengewerkt met het Haags Gemeentearchief, dat ook een grote collectie affiches heeft.
We geven in zeven zalen een semipermanent overzicht van honderd jaar vormgeving en reclame, van 1880 tot 1980
Museum
Hoe gaat het designmuseum er precies uitzien? Seinen: “We geven in zeven zalen een semipermanent overzicht van honderd jaar vormgeving en reclame, van 1880 tot 1980. Deze opstelling wordt eens per maand, zaal voor zaal, gewisseld. In de zalen zullen dus altijd topstukken te zien zijn, maar telkens met wisselende zwaartepunten. Elke maand is er een kleine opening om de nieuw ingerichte zaal onder de aandacht te brengen.” Er is ook een ‘missie’ geformuleerd. Daarin staat onder meer: ‘Het museum brengt de geschiedenis van reclame, grafische vormgeving en design tot leven voor een zo groot en divers mogelijk publiek.’
Het museum is een initiatief van een speciaal opgerichte stichting die het pand Prinsegracht 15 heeft aangekocht. Voorzitter daarvan is de vermogende en invloedrijke afficheverzamelaar Martijn F. le Coultre. Er zijn nauwe banden met de International Advertising & Design DataBase, een internationaal platform voor het verzamelen van affiches, en het Reclamearsenaal, beheerder van erfgoed uit de Nederlandse reclamewereld.
Rijksmonument
Het komende jaar wordt het gebouw aan de Prinsegracht, een rijksmonument, gerestaureerd. Voorafgaand daaraan wordt nu al het dak aangepakt. Het huis was ooit de residentie van de patriciërsfamilie Dedel, vandaar ook de naam van het museum. Het pand verrees halverwege de zeventiende eeuw en werd in de achttiende eeuw van zeer rijke interieurs voorzien, waaronder een uniek trappenhuis dat overdadig is versierd met Italiaans stucwerk. Van Stockum nam het huis in 1909 in gebruik en sindsdien is er op de plaatsing van gaskachels na niets veranderd. “Dat is juist zo fijn,” zegt Seinen, die eerder conservator was bij het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Tattoo Museum in de hoofdstad. “Alles is er nog. De schouwen, de betimmeringen, het stucwerk. Er zijn geen rare verlaagde plafonnetjes in gehangen en zijn geen dingen weg- of doorgebroken. Het is een uniek gebouw en ook dat willen we laten zien.”