Islamofobie aan de orde van de dag voor Haagse moslims

Haagse moslims hebben in toenemende mate te maken met discriminatie en intimidatie. “Ze riep ‘ga terug naar je eigen land’ en trok mijn hoofddoek af.”

Door

Nietsvermoedend stond Ahlam Benali zo’n twee jaar geleden in Winkelcentrum Leyweg op de lift te wachten. Toen die openging, zag ze een vrouw op een scootmobiel, die meende dat Benali in de weg stond. Na een scheldpartij (met onder meer ‘ga terug naar je eigen land’) sloeg, schopte en krabde de vrouw Benali en trok zij haar hoofddoek af.

Benali deelde haar ervaring afgelopen week in het zogeheten veiligheidsdebat in de commissie bestuur, net als twee andere Haagse moslima’s. Een van hen vertelde geëmotioneerd dat ze op straat een ‘uitgerookte sigaret’ tegen zich aan kreeg gegooid. De ander werd tijdens het hardlopen in het park door jongens op een scooter ‘bekogeld met stenen’, waarbij zij haar uitscholden en racistisch bejegenden.

Het afgelopen jaar registreerde de politie in het hele land 33 procent meer meldingen van discriminatie dan een jaar eerder, blijkt uit een rapport van de politie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Antidiscriminatievoorzieningen (bureaus en meldpunten) zagen een stijging van 20 procent. Bij bijna de helft van deze meldingen bleek herkomst de reden voor discriminatie, bij 3 procent was dit religie.

Anti-Palestijns racisme

In Den Haag ontving Meld Islamofobie sinds 7 oktober 2023 (de dag waarop Hamas Israël binnenviel) 29 meldingen, een ‘indrukwekkende hoeveelheid’, aldus een woordvoerder. Zo’n 30 procent van die meldingen bevat naast islamofobie een ‘anti-Palestijns racisme-element’. Vrouwen die zichtbaar moslim zijn (bijvoorbeeld door een hoofddoek te dragen) zijn met 75 procent van de meldingen het vaakst slachtoffer.

 

Hoeveel slachtoffers van discriminatie lijden wel niet in stilte?
Ahlam Benali

 

In werkelijkheid moet het aantal incidenten nog hoger liggen, aangezien ‘verreweg de meeste incidenten niet worden gemeld’, aldus het rapport van de politie. Meld Islamofobie stelt eveneens dat de meldingsbereidheid onder moslims erg laag is en dat de meldingen slechts ‘het topje van de ijsberg’ zijn.

Melding of aangifte doen van discriminatie blijkt in de praktijk bovendien niet altijd even eenvoudig. “Bij de politie waren een hoop drempels,” vertelt Benali. “Ik moest maar begrijpen dat ik in een ‘wild stadsdeel’ woonde (Zuidwest, red.) met mensen met een rugzakje. Ik voelde mij gekleineerd en werd niet serieus geholpen.” Benali, zelf schrijver en opiniemaker, schakelde de media in en kon alsnog aangifte doen. De vrouw die Benali aanviel, werd dit voorjaar schuldig bevonden aan belediging en mishandeling. Benali: “Veel mensen in mijn omgeving maken dit mee, maar komen niet verder bij het politiebureau. Hoeveel slachtoffers lijden wel niet in stilte?” Een woordvoerder van de politie stelt in een korte schriftelijke reactie niet te herkennen dat het doen van aangifte wordt ontmoedigd of niet serieus wordt genomen.

Weerbaarheid

Het ligt voor de hand om een connectie te leggen tussen deze incidenten op straat en de openlijke islamofobie in de politiek, die immers bij de grootste partij van het land gemeengoed is. Van zo’n verband lijkt inderdaad sprake, zegt Alessandro Nai, universitair docent Politieke Communicatie en Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. “Retoriek die een negatieve nadruk legt op bepaalde sociale groepen geeft burgers een vrijbrief om deze groepen ook in een negatief of wantrouwend licht te zien. Als agressieve of gewelddadige retoriek door de achterban als normaal wordt beschouwd, verschuift beetje bij beetje de grens van wat acceptabel is om te zeggen.”

Wanneer dit gaat om het in een kwaad daglicht stellen van een bepaalde sociale groep, versterken politici en elites het denken in ‘wij’ en ‘zij’, de ‘in-group’ en de ‘out-group’, stelt Nai. Omdat mensen negatiever kijken naar de ‘out-group’, wordt de barrière verlaagd om slecht gedrag jegens hen te vertonen of zelfs geweld te gebruiken.

 

Ik wil van de burgemeester horen wat hij hieraan gaat verbeteren
Ahlam Benali

 

Burgemeester Jan van Zanen was tijdens de commissievergadering ‘zeer onder de indruk van de dames die inspraken’ en hij stelde dat ‘aangifte moet kunnen, punt, uit, klaar’. Hij brengt het te berde bij de driehoek (politie, Openbaar Ministerie en gemeente) en is bereid met de insprekers in gesprek te gaan. Van Zanen meent tegelijkertijd dat je dit niet alleen vanuit veiligheid oplost. “We moeten mensen weerbaar maken, vrij maken, onafhankelijk maken, ze moeten voor zichzelf opkomen.” Volgende week wordt in de commissie gesproken over het Haags Plan tegen Moslimdiscriminatie, dat dit jaar nog van kracht moet worden.

Ahlam Benali is blij dat de burgemeester en ook wethouder Mariëlle Vavier (GroenLinks, inclusie) openstaan voor een gesprek over discriminatie en islamofobie. “Maar de burgemeester hoeft mij niet te vertellen hoe het systeem werkt. Dat weet ik al: het werkt niet. Ik wil liever van hem horen wat hij gaat verbeteren.” Dat zit voor Benali in ieder geval niet in meer weerbaarheid of onafhankelijkheid. “De verantwoordelijkheid voor dit probleem ligt niet bij ons, maar bij het veiligheidssysteem. En waarom moeten wij weerbaar zijn? Als alles verloopt zoals het zou moeten, hoeft dat helemaal niet.”

De redactie biedt u dit artikel gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van