Haagse inspectie zet drones in: ‘Dit heeft zoveel voordelen’
Gebouwinspecties gaan eenvoudiger met behulp van drones. De Pandbrigade experimenteert daarom met vliegende camera’s. “Kijk, het lood ligt los.”
“Ready?” “Ready.” Zoemend als een bijenzwerm stijgt een drone op vanaf de straat midden in het Laakkwartier. Het fietspad is afgezet met pylonen, bordjes op de stoep attenderen voorbijgangers op ‘droneactiviteiten’. Uit een geparkeerd busje steekt een metershoge antenne die contact maakt met de verkeerstoren van Rotterdam Airport. “We vliegen hier namelijk in het gecontroleerde gebied rond de luchthaven,” legt Willem Jan Boer van inspectiebedrijf DDC uit. Met een controller stuurt zijn collega de drone de lucht in, tot de camera een goed beeld heeft van het dak van een portiekflat.
“Stukje naar links. Die dakrand daar. Ja, perfect.” Vier kilometer verderop kijkt Vincent Keus mee via een videoverbinding. Vanuit het stadsdeelkantoor Escamp geeft de inspecteur van de Haagse Pandbrigade instructies aan de dronepiloten ter plaatse. Zijn gezicht wordt levensgroot vertoond op een beeldscherm in het busje. Op zijn aanwijzingen zoomt de camera in op gehavende dakranden en afbrokkelend metselwerk. “Kun je de schoorsteen ook nog even uit een andere hoek fotograferen?”
We hoeven niet meer te hannesen met ladders of hoogwerkers
Het is de derde keer dat de Pandbrigade experimenteert met een drone. Afgelopen zomer kondigde de gemeente een proef aan met vliegende camera’s als hulpmiddel voor deze inspectiedienst, die gebouwen controleert op veiligheid en gebruik. Wie een illegale uitbouw maakt, een pand ernstig verwaarloost of een woning onrechtmatig verhuurt, krijgt de Pandbrigade op zijn dak. Soms letterlijk, bijvoorbeeld bij een illegaal dakterras of een lekkage.
Experiment
Dan komt een drone van pas. “Het heeft zoveel voordelen,” vertelt Keus op het stadsdeelkantoor. “We kunnen heel specifieke beelden opvragen, bijvoorbeeld van uitbouwen die je vanaf de straat niet kunt zien. En voor dakinspecties hoeven we niet meer te hannesen met ladders of hoogwerkers.”
De Pandbrigade gaat tien inspectierondes uitvoeren met een drone, daarna wordt de balans opgemaakt. “Het is echt een experiment,” zegt afdelingsmanager Nike Peters. “Maar het is al duidelijk dat dit veel efficiënter werkt. Qua tijd en kosten is het niet te vergelijken.”
De inzet van drones is niet onomstreden. De SP heeft zelfs Kamervragen gesteld over drone-inspecties in Den Haag en Deventer. “De inzet van drones is daarom strak afgebakend,” zegt beleidsmedewerker Hedde van der Lugt. De camera legt geen mensen vast (de software blurt eventuele personen), videobeelden worden niet opgeslagen (er worden alleen foto’s gemaakt op instructie van ambtenaren) en toevallige bijvangst wordt niet gebruikt, tenzij er gevaarlijke situaties worden opgemerkt. “We gaan niet opsporen met drones,” verzekert hij, “We reageren alleen op meldingen.”
De Haagse droneproef heeft de privacytoets doorstaan, al is de eerstvolgende vlucht uitgesteld omdat er nieuwe vragen zijn gerezen. Eigenlijk grijpt deze werkwijze minder in op de persoonlijke levenssfeer van bewoners, stelt Peters. “Normaal komen onze inspecteurs binnen. Dat is best een inbreuk op je privacy. Op deze manier kunnen we ons werk doen zonder dat we bij bewoners over de vloer komen.”
Het wordt orwelliaans als de politie preventief camera’s zou gaan laten rondvliegen
Al is niet iedereen ervan gediend. Een zekere Edwin uit Ypenburg deed onlangs zijn beklag in AD Haagsche Courant. De pandbrigade vloog boven zijn huis na klachten van buren over antennes op zijn dak zonder dat hij vooraf hiervan was verwittigd – bij meldingen van illegale bouw hoeft dat niet. ‘Belachelijk,’ aldus de Ypenburger.
Haarscherp beeld
“Kunnen we?” Het droneteam staat paraat bij een woning in het Valkenboskwartier. De onderburen hebben melding gemaakt van een hardnekkige lekkage. “We gaan het dak controleren,” legt Keus op het stadsdeelkantoor uit. Op een scherm aan de muur komen live videobeelden binnen. “Zie je, het lood ligt los. De dakbedekking is op het zink geplakt. Een noodreparatie. Dat hoort niet zo.” Op zijn aanwijzing fotografeert de camera een groen aangeslagen afvoer, een gemankeerde schoorsteen en losliggende rommel die asbest lijkt te zijn.
Hoewel de drone een meter of vijftig in de lucht hangt, is het beeld haarscherp. De kleurschakeringen van de kiezels op het dak zijn van elkaar te onderscheiden. “Op basis hiervan kunnen we de eigenaar aanschrijven.”
Lang was de inzet van drones uit den boze. Dat is omgeslagen na nieuwe Europese regelgeving van vier jaar geleden, zegt drone-expert Wiebe de Jager. “De belangrijkste verandering voor gemeenten was dat vliegen in de bebouwde omgeving onder voorwaarden mogelijk werd. Dan komen veel toepassingen in zicht.”
Zo zet Amsterdam drones in bij de inspectie van bruggen en kademuren. Deze maand volgt een test met drones die spoedeisende pakketjes over het IJ gaan bezorgen. Ook de hoofdstedelijke brandweer experimenteert met drones om sneller een beeld van een brand te krijgen. In het Twentse dorp Glanerbrug gaat de brandweer nog een stap verder, weet De Jager. “Daar vliegt een drone automatisch op een melding af.”
Den Haag is terughoudend met andere toepassingen, al wordt er wel over gefilosofeerd. “We denken aan isolatie,” zegt Van der Lugt. “Met warmtecamera’s zouden we op verzoek van de eigenaar kunnen zien waar woningen warmteverlies lijden. Vervolgens kun je bewoners adviseren over isoleren.”
No-flyzone
De interesse van overheden is groot, merkt De Jager. “Rijkswaterstaat wil drones inzetten bij incidenten op vaarwegen of controles op ontgassen. De douane kan ze goed gebruiken tegen ‘uithalers’ van drugs in het havengebied.” Alle reden om de privacy goed in de gaten te houden. “Het wordt wel orwelliaans als de politie preventief camera’s zou gaan laten rondvliegen,” aldus De Jager.
Vooralsnog zijn de mogelijkheden beperkt. Gemeenten hebben geen zeggenschap over het luchtruim. Den Haag is in het bijzonder een droneschuwe stad. Vanwege de koninklijke paleizen, ministeries en internationale organisaties is een flink deel van de stad een permanente no-flyzone (tot 600 meter hoogte), ook voor de burgerluchtvaart. Speciale toestemming voor vliegen is ook nodig in het zuidoosten van de stad vanwege Rotterdam The Hague Airport, boven de Scheveningse haven en rondom de twee grote ziekenhuizen, gezien de helihavens voor traumahelikopters. Op 15 augustus is gedurende de Indiëherdenking het luchtruim in een straal van vijf kilometer rond het Indisch Monument gesloten.
Ondanks de stevige wind hangt de drone doodstil boven het Laakkwartier. Na de laatste foto landt het gevaarte probleemloos op straat. Niemand lijkt er erg van op te kijken. “Er is weinig interesse vanuit bewoners voor de drones,” merkt Van der Lugt. “Sommigen vragen zelfs of we ook even boven hun huis willen vliegen om hun dak te bekijken.”
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook te koop bij zestien verkooppunten.