De ondergang van een topinstituut

Het The Hague Institute of Global Justice houdt na zeven jaar op te bestaan. De organisatie heeft na jaren van wanbeheer en gebrekkig bestuurlijk toezicht geen geld meer.

Door

In een woensdag uitgegeven verklaring meldt Dick Benschop, voorzitter van de raad van toezicht van het The Hague Institute of Global Justice, het IGJ, dat ‘de financiële basis onvoldoende is om onafhankelijk te kunnen blijven voortbestaan’. Het faillissement van het instituut is een klap voor de gemeente en het rijk. Zij stoken er gezamenlijk zo’n 20 miljoen euro in. Dat geld is op.

In de verklaring van Benschop heet het dat er toch nog van alles is bereikt, zoals het ‘versterken van de internationale positie van Den Haag’. Maar uit artikelen in de Groene Amsterdammer en de Volkskrant blijkt dat er veel mis was bij het in een kapitale villa aan de Sophialaan gevestigde IGJ. Het instituut, bedoeld als internationale denktank, was in het bijzonder een project van toenmalig burgemeester Jozias van Aartsen en de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright.

Despoot

Vele vingers wijzen in de richting van de inmiddels vertrokken directeur, de uit Sierra Leone afkomstige Amerikaan dr. Abi Williams. Hij zou als decaan worden aangesteld, maar eiste de titel ‘president’ en claimde het maximaal toegestane salaris van bijna 224.000 euro. Daarnaast was er een riante declaratieregeling, die voorzag in de vergoeding van vakanties, businessclass-vluchten, extreme taxirekeningen en een dagelijkse lunch die werd aangevoerd uit het Carlton Ambassador Hotel. Zijn stijl van leidinggeven wordt omschreven als die van een despoot. Al deze uitwassen werden getolereerd door de toezichthouders, eerst toenmalig burgemeester Van Aartsen, later Benschop.

Máxima bezoekt het IGJ

Het grootste probleem was dat Williams weigerde zich bezig te houden met de noodzakelijke fondsenwerving. De overheidsmiljoenen waren alleen bedoeld om het instituut op poten te zetten. In latere jaren zou het zelf geld moeten binnenhalen met het uitvoeren van onderzoek naar bijvoorbeeld internationale conflictsituaties en mensenrechtenschendingen.

Wel was Williams goed in het organiseren van conferenties en andere evenementen met internationale gasten. Zoals onder wie topmilitairen en VN-functionarissen.

In 2017 bezocht koningin Máxima de Sophialaan nog met vorstin Moza Bint Nasser uit Qatar voor de aanbieding van een rapport over onderwijs in conflictgebieden. In feite werd er een toneelstuk opgevoerd, want het IGJ was toen al zo goed als in liquidatie.

Eerder moeten ingrijpen

Een woordvoerder van burgemeester Pauline Krikke zegt dat de gemeente het ‘betreurt dat ’t het instituut niet gelukt is op eigen benen te staan en zo een structurele en langjarige bijdrage te leveren aan versterking van de kennis van internationaal recht, vrede en veiligheid’. Hij wijst erop dat de gemeente sinds begin 2014 financieel noch bestuurlijk bij het instituut is betrokken.

Dick Benschop erkent dat hij ‘eerder had moeten ingrijpen’. Volgens hem zullen lopende projecten van het IGJ worden overgedragen aan andere Haagse organisaties, zoals het Tobias Asser Instituut (internationaal recht) en Instituut Clingendael (internationale betrekkingen).

Standaardportret
Bekijk meer van