Column: Culturele grootheidswaanzin
Den Haag heeft zich voor de tweede keer aangemeld als kandidaat voor Culturele Hoofdstad van Europa. Een omgekeerde wereld, schrijft columnist Christiaan Weijts: we melden ons eerst aan en hopen daarna pas dat de culturele sector groeit.
Zoiets moet je niet groter maken dan het is, maar ook niet kleiner: Richard de Mos wil van Den Haag de nationale hoofdstad maken. Uiteraard hoef je niet bij elke onzinnige, kolderieke verkiezingsstunt stil te staan, maar dit initiatiefvoorstel – opgepikt door de Telegraaf en de NOS – verraadt vooral een manier van denken.
Er moet een ‘historische vergissing’ worden hersteld, aldus het tot veertien pagina’s opgerekte documentje, de banier waarmee de onverschrokken strijder vooroploopt in de strijd tegen staatsrechtelijke uitglijders. Richard de Mos moet en zal de geschiedenisboeken ingaan als de volksheld die opgejaagd werd, werd aangeklaagd en vrijgesproken, en die er eigenhandig voor zorgde dat zíjn stad de Hoofdstad werd die het hoorde te zijn.
Deze vorm van rehabilitatie komt uit dezelfde filosofische school als de wens om de Golf van Mexico voortaan Golf van Amerika te noemen. Het is het zoveelste voorbeeld van provinciaals Trumpisme bij Hart voor Den Haag. Een bijverschijnsel van grootsheidswaan is dat je niet meer ziet hoe klein het je maakt. Alleen de ondermaatsen menen ‘eigenlijk’ torenhoog te zijn.
Hiermee is dit onderwerp sluitend behandeld. Genoeg hierover. Maar het pr-stuntje deed me denken aan iets waar we het nog te weinig over hebben: dat Den Haag in 2033 Culturele Hoofdstad van Europa wil worden.
Een beetje alsof IJmuiden milieuhoofdstad van Europa wil worden
Dat zie ik best voor me. Om te beginnen met spetterende optredens op North Sea Jazz. Onszelf presenteren als pophoofdstad op Parkpop. Marathonvoorstellingen in het Appeltheater. En een prominente rol voor het Literatuurmuseum en het Kinderboekenmuseum.
O nee, allemaal wegbezuinigd of om andere redenen vertrokken zonder dat opeenvolgende stadsbesturen zijn opgestaan om de uitgang te versperren. Vrolijk stond men te wuiven op de stoep: weer een kostenpost minder op de begroting.
Culturele Hoofdstad 2033. Ik stel me voor dat het Museumkwartier het epicentrum van het hele gebeuren zal zijn, met de strategisch gelegen voormalige Amerikaanse ambassade als spin in het web – immers het centrum voor actuele kunst. O nee. Zoals het er nu naar uitziet, zit daar tegen die tijd het nieuwe Eschermuseum, al dan niet in combinatie met een hotel.
Wat dan? Intieme voorstellingen in Branoul, grote kleinkunst in Diligentia en PePijn? Pulchri? Beelden aan Zee? Die kregen vorig jaar in eerste instantie geen subsidie meer van de gemeente. Dat zo’n stad Europese Cultuurhoofdstad wil worden, is een beetje alsof IJmuiden milieuhoofdstad van Europa wil worden.
Door ons op te geven voor de auditie hopen we alsnog groter te worden
De vorige keer, bij de kandidatuur voor 2018, oordeelde de jury dat het te weinig concrete plannen waren en te veel ‘visioenen’. Maar niet getreurd, zei men toen, allerlei ideeën gaan gewoon uitgevoerd worden. Zoals de komst van een ‘Vredespark’, bij de Scheveningse gevangenis, met het hele jaar door allerlei culturele festiviteiten.
Het bleef bij visioenen. En dat is het rare aan die Culturele Hoofdstad-competitie. Je zou zeggen: pas als je vindt dat je een bovengemiddeld goede bakker bent, schrijf je je in voor ‘Heel Holland Bakt’. Hier lijkt het andersom te zijn. Den Haag is naast Rotterdam en Amsterdam heel bescheiden als cultuurstad, laat staan naast Barcelona, Wenen of Praag. Maar door ons op te geven voor de auditie hopen we alsnog groter te worden. Zoals iemand die zich voor ‘Heel Holland Bakt’ opgeeft en weet dat hij niet door de voorrondes komt, maar het alleen doet om zichzelf op te porren eindelijk eens een goede basistechniek onder de knie te krijgen.
Als de kandidaatstelling voor 2033 betekent dat de hele Haagse cultuurwereld eens een grote impuls krijgt, laten we ons dan vooral groter maken dan we zijn.