133 dagen wachten: gemeente beslist stelselmatig te laat op Wob-verzoeken

Bij de afhandeling van informatieverzoeken beslist de gemeente structureel te laat. In bijna twee op de drie gevallen wordt de wettelijke termijn overschreden.

Door

Gemiddeld moeten verzoekers 133 dagen wachten op een besluit, ruim tweemaal zo lang als toegestaan.

Dit blijkt uit een inventarisatie van deze krant van alle 241 besluiten die de gemeente sinds 2021 heeft gepubliceerd. Via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kunnen burgers, journalisten en organisaties documenten opvragen bij overheidsinstanties, zoals gemeenten, ministeries en de politie. Sinds mei is de Wob vervangen door de Wet open overheid (Woo), die de transparantie van het openbaar bestuur moet bevorderen.

 

Het duurt te vaak te lang voordat een verzoek wordt afgehandeld
Jan van Zanen, burgemeester

 

In de praktijk hebben overheden grote moeite om op tijd te beslissen op informatieverzoeken. Ook in Den Haag dus. In de onderzochte periode was de gemeente in 64 procent van de gevallen te laat, en niet zo’n beetje ook. Te laat betekent gemiddeld honderd dagen te laat. In zeven gevallen bedroeg de vertraging zelfs meer dan een jaar. Excuses kregen de wachtenden meestal niet.

“Het duurt te vaak te lang voordat een Wob- of Woo-verzoek wordt afgehandeld,” erkent burgemeester Jan van Zanen. “Dat is niet goed en het verbeteren daarvan heeft onze volle aandacht.”

Stroperig

“Het is schandalig dat het zó ruim te laat is,” reageert Ralf Sluijs, raadslid van Hart voor Den Haag. Hij hoort vaker geluiden over stroperige procedures. “Als het te lang duurt, kan een verzoek zijn relevantie verliezen voor de burger of journalist die het heeft ingediend. Dat kan gewoon niet. Daarom hebben we die termijnen.”

De afwikkeling van informatieverzoeken is notoir stug. De prestaties van ministeries zijn nog slechter. In 80 procent van de gevallen beslissen zij te laat op Wob-verzoeken, bleek in januari uit een onderzoek van het Instituut Maatschappelijke Innovatie en de Open State Foundation.

 

In vijf jaar tijd kreeg de gemeente slechts driemaal een dwangsom opgelegd

 

Tot voor kort hadden overheidsinstanties maximaal acht weken de tijd om te antwoorden. Sinds de invoering van de Woo is dat nog maar zes weken, al kan een bestuursorgaan bij ‘omvangrijke verzoeken’ (in overleg met de indiener) besluiten er langer over te doen. Een stok achter de deur is er niet. De boete die men vroeger kon afdwingen als het te lang duurde, is in 2016 wegens misbruik afgeschaft. Voor een dwangsom moet men tegenwoordig bezwaar maken, het bestuursorgaan in gebreke stellen én naar de rechter stappen. Zover komt het zelden. Tussen 2015 en 2020 kreeg de gemeente slechts driemaal een dwangsom opgelegd.

Het is arbeidsintensief werk, benadrukken ambtenaren. Zij moeten stukken opvragen bij collega’s, een juridische afweging maken bij elk document of elke passage en deze beslissingen soms voorleggen aan derden. Een dossier kan gerust honderden pagina’s tellen. Alleen, die vlieger gaat lang niet altijd op. Veel Haagse verzoeken zijn klein en specifiek, bijvoorbeeld over een verbouwing of een vergunning. In een op de drie gevallen waarbij de gemeente wél op tijd reageerde, werden zelfs geen documenten aangetroffen of was de informatie al openbaar.

Aangescherpt

Ongenoegen over de Haagse Wob-praktijk is vaker ter sprake gekomen in de raadzaal. Twee initiatiefvoorstellen van raadsleden hebben de afgelopen twee jaar wat verandering in gang gezet. Zo kunnen burgers weer digitaal een informatieverzoek indienen, worden alle besluiten voortaan online gepubliceerd en wordt het geheimhoudingsbeleid minder star. ‘Eind 2021 zijn de interne werkafspraken over de afhandeling van Wob-verzoeken aangescherpt,’ schreef burgemeester Van Zanen deze week aan de gemeenteraad.

 

Een overheid die ons de les leest, moet zichzelf ook bij de les houden
Jacqueline Bakker, indiener Wob-verzoek

 

In die brief reageerde hij op de consternatie rond een NRC-publicatie. In een interview spreekt een voormalig privacyfunctionaris van de politie over ‘grootschalige obstructie’ bij het openbaar maken van politiek gevoelige stukken. Als voorbeeld geeft hij een ervaring met de gemeente Den Haag. Een ambtenaar zou hem hebben gevraagd een voor Pauline Krikke belastend document niet te openbaren, door te doen alsof het niet bestond. ‘Dat een hoge ambtenaar dit voorstelt, zegt veel over de cultuur daar.’

“Als het waar is, is het onacceptabel,” zei Van Zanen vorige week in een commissiedebat. Hij heeft navraag laten doen bij betrokkenen en de politieman zelf, maar dat leverde geen aanwijzingen op. De suggestie uit het interview ‘is voor zover wij hebben kunnen vaststellen onjuist’, sust de burgemeester.

Wrang

Wrang is dat burgers niet kunnen rekenen op de rekkelijkheid die de gemeente zichzelf wel gunt. Dienen verzoekers een dag te laat hun bezwaar in, dan is dat niet-ontvankelijk. “Dat klopt niet,” vindt Jacqueline Bakker uit het Zeeheldenkwartier, die onlangs een moeizame Wob-procedure doorliep. “Een overheid die ons de les leest, moet zichzelf ook bij de les houden.”

In de papieren krant van donderdag: twee langslepende Wob-episodes uitgelicht.

Toelichting

Den Haag Centraal inventariseerde alle 241 Wob- en Woo-beslissingen die de gemeente sinds 2021 heeft gepubliceerd. Besluiten die minder dan vijf dagen te laat waren, zijn als op tijd beschouwd. Enkele twijfelgevallen zijn buiten beschouwing gelaten. Als voor de afhandeling van een verzoek eerst nadere toelichting nodig was, bijvoorbeeld omdat het te algemeen was geformuleerd, is doorgaans gerekend vanaf de datum dat de indiener die toelichting heeft gegeven (indien vermeld in het besluit).

Standaardportret
Bekijk meer van