Van kolonialisme tot Napoleon, Mauritshuis belicht alle kanten van roofkunst

Het Mauritshuis belicht samen met drie Duitse musea het thema roofkunst. En dan gaat het om veel meer dan wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurde.

Door

Hij is geëmotioneerd, Onias Langfeld. In een Berlijns museum bekijkt hij een rituele houten staf met een vrouwenfiguur, die in Suriname ooit toebehoorde aan een marron-stam. Langfeld stamt af van de marrons. “Ik voelde me opeens alsof ik tot een uitgestorven soort behoor,” zegt hij. “Dit behoort tot mijn erfgoed, maar ik kende het niet. Het is net zoiets als een Nederlander geen kaas zou kennen en dan opeens wordt geconfronteerd met de mededeling dat dit voedsel heel erg bij hem hoort.” Langfeld komt voor in een documentaire van de tentoonstellingsmakers Eline Jongsma en Kel O’Neill, die een belangrijk aandeel hebben in de komende tentoonstelling ‘Roofkunst – 10 verhalen’.

Die verhalen zijn extreem divers. Om nog even bij de Surinaamse staf te blijven: die werd ooit door een zendeling ‘afgenomen’ van een marron. ‘Anders wilde hij hem niet geven,’ werd er nog bij vermeld. Gestolen dus. In 1930 kocht de voorloper van het Ethnologisches Museum in Berlijn het voorwerp aan. En sindsdien bevindt het zich in de Duitse hoofdstad, waar het museum recent een formidabel nieuw onderkomen kreeg in het herbouwde keizerlijke slot, nu Humboldt Forum geheten. Daarin zitten ook nog het Stadtmuseum Berlin en het Museum für Asiatische Kunst.

 

Wij adviseren tot teruggave als is vastgesteld dat voorwerpen in de koloniale periode onvrijwillig zijn meegenomen
Lilian Gonçalves, voorzitter Commissie Koloniale Collecties

 

En die werken nu allemaal samen met het Mauritshuis in deze tentoonstelling. Er komt ook nog een symposium en dat zal gaan over het ‘dekoloniseren’ van de collecties. En dat is een proces dat om allerlei redenen ‘pijn doet’, kregen we in juni te horen van de directeuren van de betrokken musea, toen er een persbijeenkomst was in het Humboldt Forum.

Teruggave

In eerste instantie lijkt het eenvoudig. Dat wat ooit wederrechtelijk door musea is verworven, moet terug naar de rechtmatige eigenaren. Maar dan begint het pas. Want wat is wederrechtelijk en wie zijn de eigenaren? Nederland maakt nu veel werk van het ‘dekoloniseren’. Lilian Gonçalves, die ook in Berlijn was, is voorzitter van de Commissie Koloniale Collecties. Die adviseerde zeer recent nog dat een aantal voorwerpen uit het Rijksmuseum moeten worden teruggegeven aan Sri Lanka. Het kabinet neemt dat advies over. “Wij adviseren tot teruggave,” vertelt Gonçalves, “als is vastgesteld dat voorwerpen in de koloniale periode onvrijwillig zijn meegenomen.”

In de tentoonstelling wordt dat hele ingewikkelde en vaak ook ongemakkelijke proces dus belicht aan de hand van tien verhalen. Jongsma en O’Neill zorgden voor de innovatieve kant van het geheel. Onder meer met virtual reality experiences en 3D-modellen nodigen zij de bezoekers uit na te denken over de vragen die in deze tentoonstelling centraal staan. Hoe en waarom werden deze objecten geroofd? Hoe gaan wij hier als museum mee om? Wat zou de gewenste toekomst van deze objecten moeten zijn?

 

Napoleon heeft veel van onze schilderijen naar Parijs afgevoerd voor zijn Musée Napoleon
Martine Gosselink, directeur Mauritshuis

 

Maar waarom is het Mauritshuis er eigenlijk bij betrokken? “De naamgever van ons museum, Johan Maurits van Nassau, nam ooit een grote collectie voorwerpen mee uit Brazilië,”  vertelt museumdirecteur Martine Gosselink. “Die zijn later weer verspreid geraakt. Later heeft Napoleon veel van onze schilderijen naar Parijs afgevoerd voor zijn Musée Napoleon (Louvre, red.). Daarvan is maar twee derde deel teruggekomen. Wij weten dus wat roofkunst is en gaan er graag over in gesprek met buitenlandse musea.”

Mauritshuis

Still uit de documentaire over de uit Suriname geroofde marron-staf. (Jongsma&O’Neill)

Het Mauritshuis heeft in de collectie een zelfportret (1669) van Rembrandt dat in de Tweede Wereldoorlog werd geroofd van de Joodse familie Rathenau. Het was bestemd voor het nooit van de grond gekomen Führermuseum van Adolf Hitler. Na de bevrijding in 1945 vonden Amerikaanse troepen het schilderij terug in een zoutmijn in Oostenrijk. De Rembrandt werd teruggegeven aan de familie en het Mauritshuis kocht het schilderij in 1947 aan. De Rembrandt is dus geen roofkunst meer, maar was het wel. Met de VR-experience van Jongsma en O’Neill daalt de kijker af in de zoutmijn waar de kunstschatten waren verborgen.

Bloedige zelfmoord

Een greep uit de andere verhalen. Er is onder meer een Balinese kris te zien  uit Duits bezit. Die werd in 1849 door het KNIL geroofd in Kasoemba, nadat de lokale elite een uiterst bloedige vorm van collectieve zelfmoord had gepleegd toen de zaak verloren was. De VR-experience brengt de bezoeker naar het moment dat Nederlandse troepen in een tempelcomplex de overlevenden ombrengen.

Ook fascinerend is het verhaal over de strijdwagen, ‘Quadriga’, die de Brandenburger Tor in Berlijn siert. Van de oorspronkelijke sculptuur is maar één paardenhoofd over, door de roerige geschiedenis. In 1806 liet Napoleon (weer hij!) het hele geval naar Parijs brengen. Het keerde terug, maar sneuvelde op dat hoofd na in de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog. Nu staat er een replica op de poort, die als geheel trouwens herinnert aan de Pruisische inval in Nederland in 1787, die resulteerde in een tijdelijk herstel van de macht van stadhouder Willem V. Maar dat is weer een ander verhaal.

‘Roofkunst – Tien verhalen’ is van 14 september tot en met 7 januari 2024 te zien in het Mauritshuis.

Standaardportret
Bekijk meer van