Pop-updichter Sjaak Kroes schrijft op straat
Sjaak Kroes dicht op straat en droomt van Las Vegas, maar ook van een eigen huis. Hoe valt dat allemaal met elkaar te rijmen?
Je herkent hem aan zijn bakfiets en hippe toetsenbord, maar pop-updichter Sjaak Kroes wordt liever geroemd om zijn poëzie. Hij schrijft voor vreemden, op straat, in de duinen of tijdens evenementen. Het liefst belicht hij de bijzondere, alledaagse dingen. Het loopt niet altijd storm. Soms kan het uren of zelfs dagen duren voordat iemand op het stoeltje voor hem plaatsneemt. Toch wordt Kroes na tweeënhalfjaar op straat steeds vaker herkend en beginnen de aanvragen langzaam binnen te stromen. Zijn attributen, de bakfiets en het toetsenbord, mond-tot-mondreclame en de stijgende media-aandacht komen daarbij goed van pas.
Pop-updichter
Gedurende het interview in de Frederik Hendrikstraat wordt de pop-updichter meerdere malen begroet. “Dit is een goede locatie voor mij,” zegt Kroes. “Het is hier lekker lokaal. Het allerliefst zit ik in de duinen, maar daar komen gewoon minder mensen. Op straat leer je veel mensen kennen. Je hebt onderonsjes, dat is leuk.” Na jarenlang in callcenters gewerkt te hebben, begon het hem steeds meer te dagen: hij wilde en moest iets doen met zijn creativiteit. Op een dag is hij gewoon begonnen in de Paleistuin: “De eerste drie dagen kwam er niemand naar me toe. Toen de kop er eenmaal af was, ging het steeds beter.”
Gedicht
Het schelpenpad
Is door iemand anders
meegenomen
In het helmgras liggen we besloten
De waterwinning wordt niet
geschept door het reuzenrad
Onze shirtjes hangen
te drogen
In de middagzon
Sjaak Kroes
Wanneer iemand aanschuift, probeert Sjaak Kroes, ‘de woordenwisselaar’, erachter te komen wat er speelt in het leven van de ander. Het liefst duikt hij tijdens zo’n gesprek de diepte in. Een studie psychologie, die hij niet afmaakte, komt daarbij goed van pas. “Daar zit ook een spanningsveld, want wat wil de ander aan mij kwijt? Hoe meer input ik krijg, hoe beter het gedicht vaak wordt.” De mensen die aanschuiven, zijn vaak zelfbewuste types volgens Kroes. Ze komen niet per se naar hem toe omdat ze fan zijn van poëzie. “Vaak vinden ze het leuk wat ik doe, zo in de openbare ruimte, of ze zoeken een persoonlijk cadeau voor iemand anders. Je moet een beetje lef hebben om hier te gaan zitten, anders voel je de ogen van de mensen om je heen te veel.”
Rijm
Het liefst koppelt hij zijn poëzie aan een emotie. “Iedereen bekijkt de wereld op een andere manier. Als de persoon tegenover me dat beeld kan overbrengen, dan wordt het een goed gedicht. Dat maakt elk gedicht ook anders.” Het valt op dat het werk van Kroes vaak niet rijmt. “Dat is juist het leuke,” vindt hij. “Bij een rijmend gedicht mis je altijd wel een woord, en dan moet je een woord gebruiken dat net niet past. Ik gebruik wel rijm, maar houd me niet aan een bepaald schema. Ik maak graag gebruik van een binnenrijm, of van de herhaling van letters. Denk maar eens aan: ‘Leentje leerde Lotje lopen…’ Dat is ook een rijm, een ritme. Verder houd ik van eenvoudige beelden waar het kleine heel erg centraal staat. In het gedicht hiernaast komt het kleine heel erg uit. Zelf het schelpenpad is erin meegenomen, er is helemaal niks. Alleen jij en ik, en onze shirts die hangen te drogen in de middagzon. De kleine dingen in het leven, daar schrijf ik het liefst over.”
Straatartiest
Kroes werkt nu aan een bundel, waarin hij naar eigen zeggen meer van zijn eigen ‘lieflijke’ gedichten kwijt wilt. Dromen heeft hij genoeg: naar het buitenland, Las Vegas, misschien wel een rol in ‘All You Need Is Love’. Maar de grootste droom van deze straatartiest? “Een huis kopen. Een plek voor mezelf. Ook dat is vrijheid.”
Meer informatie: www.twitter.com/sjaakkroes