Journalist Marc Tangel vangt sfeer van oud Den Haag
Fotografie is de grote liefhebberij van journalist Marc Tangel. Onder de titel ‘Den Haag bij Nacht’ verschijnen zijn foto’s sinds 2016 op zijn Facebookpagina. Inmiddels heeft hij meer dan duizend volgers, onder wie beroepsfotografen.
“Deze wilde ik al jaren maken,” reageert Marc Tangel op een fraaie foto van de Kamperfoeliekerk in het volle licht. “Mijn oma woonde in de Sneeuwbalstraat, achter het Goudenregenplein. Als ik op het plein was, zag ik de kerk al staan. Het was voor mij een soort ijkpunt: ik ben in de buurt.”
De Kamperfoeliekerk was een van zijn eerste onderwerpen, maar de foto die hij nu laat zien, dateert van eind 2017. “Ik ben nog een keer teruggegaan. Ik was toen al anderhalf jaar aan het fotograferen. Ook al is het je hobby, je hebt dan toch iets meer verstand van wat je aan het doen bent.” Hij scrolt verder op zijn mobiele telefoon en wijst: “Dit is een van míjn favoriete foto’s: de Doelenstraat, met zicht op een streepje Mauritshuis. Ik hou van dat desolate.”
Zo te horen, kent Marc Tangel weinig rust. Naast een column en interviews in De Posthoorn, schrijft hij voor de wijk Escamp in de buurtkrant Oog voor de wijk, en voor de wijkkrant van Het Oude Centrum.
Behalve de Facebookpagina met foto’s heeft hij ook een website. Na zijn afstuderen aan de School voor de Journalistiek was hij medewerker van onder meer De Posthoorn en het concern Wegener. Het bestaan als freelancer werd echter moeizaam. Toen hij in 2007 noodgedwongen stopte, maakte hij van de mogelijkheid gebruik om zijn lopende contract bij Albert Heijn onder de Grote Marktstraat uit te breiden. Tangel kon zo ‘de positie van zzp’er vermijden’. Maar in 2014 ‘ging de journalistiek weer kriebelen’.
Het gaat mij vooral om de sfeer van oud Den Haag, met zo min mogelijk mensen, auto’s en bewegingen.
Onlangs schreef Tangel in zijn tweewekelijkse column in De Posthoorn onder het kopje ‘Drieregelbericht’ over de dood van een vaste klant. De lokale nieuwssite meldde dat in het water aan de Dedemsvaartweg een levenloos lichaam was gevonden van een man.
Al snel bleek dat het om Sergio ging. Hij werkte bij een groendienst, had daarnaast een boodschappenwijk en kwam dagelijks een paar keer langs bij Albert Heijn. Op de dag van de uitvaart kochten al Sergio’s bekenden bloemen bij de supermarkt. Ter afscheid gaf de manager een aantal boeketten mee.
Spiegeling
Terug naar de fotografie. “Het gaat mij vooral om de sfeer van oud Den Haag, met zo min mogelijk mensen, auto’s en bewegingen,” vertelt Tangel. “Ook al zijn de foto’s bij avond gemaakt, ze roepen toch het idee op van Den Haag bij nacht.” Opnieuw scrolt hij op zijn mobiele telefoon. Er passeren foto’s die indruk maken, zoals die van de Suezkade. Tangel licht toe: “Het is hartje zomer, tussen de bomen zie je de huizen in het licht. Wat ik er zo mooi aan vind, zijn de oude bouwstijl, het effect van het oude glas-in-lood en dat kleine reepje spiegeling in het water.”
Bij een foto van een pand op de Prinsegracht, waaraan nog het bord hangt van de voormalige radiohandel Stuut en Bruin, vertelt hij: “Het pand wordt gerenoveerd. Er komen dan steigers tegenaan te staan. Ik wilde nog snel een foto van het exterieur maken.” Want bij Tangel gaat het om meer dan fotografie. “Ik wil ook een beetje conserveren, beelden vastleggen voor later. Ooit hoop ik mijn beste foto’s te schenken aan het Haags Gemeentearchief.” Lachend: “Ik heb geen nageslacht. Zo blijft er toch een beetje van je over.”
Op zijn tochten door de stad ontdekte hij de schoonheid van Duinoord. “Dat is een geweldige wijk om te fotograferen. De gevels staan mooi in het licht; daar is veel zorg aan besteed. Over het algemeen is Den Haag niet goed uitgelicht. Dat doet Amsterdam beter. Daar zijn ze trots op hun gevels en pleinen.”
Meer informatie: www.haagsemarc.nl en www.facebook.com/DenHaagBijNacht