Zeewater drinken, of toch maar Haags bier?

Twee historische publicaties met kerstmis in zicht: het Jaarboek van Die Haghe en het magazine Haagse Historie. Van badartsen tot ZHB-bier.

Door

Een grote ‘historische drukte’ in de tweede week van december. Zowel het Jaarboek 2018 van Die Haghe als het winternummer van het magazine Haagse Historie kwamen uit. Een korte greep uit de inhoud.

Het vertrouwen in de heilzame werking van het Scheveningse zeewater was zó groot, dat het in de negentiende eeuw ook werd gedronken. Baden was gebruikelijker, maar toch ook: inwendige toepassing, zij het gefiltreerd.

Dit staat te lezen in een artikel van Paul Crefcoeur over de Scheveningse ‘badartsen’, in het donderdag (13 december) verschenen Jaarboek 2018 van de geschiedkundige vereniging Die Haghe. Dat filtreren was geen overbodige luxe want ter hoogte van de Keizerstraat loosde het ‘moerriool’ op zee. De badgasten kwamen aanvankelijk vooral om te kuren naar het Stedelijk Badhuis. Maar langzaam verschoof de nadruk naar ontspanning en vermaak en begon de onstuimige groei van de badplaats. De laatste badarts zwaaide af in 1942.

Jaarboek aangeboden in Kurhaus

Het artikel over Scheveningen is maar een van de vele bijdragen in het Jaarboek, dat met 350 pagina’s het dikste is dat de vereniging de afgelopen decennia heeft uitgegeven, zoals voorzitter Henk Grootveld trots memoreerde bij de aanbieding op een toepasselijke plek, het Kurhaus.

Eén van de andere opvallende bijdragen is het artikel ‘Dorp of stad?’ van cultuurhistoricus Thomas von der Dunk. Hij laat daarin meer dan honderd buitenlanders aan het woord die Den Haag tussen eind zestiende en begin negentiende eeuw bezochten. Een dorp, oké, maar dan wel met stadse allure, is de communis opinio. ‘Het mooiste, grootste en rijkste dorp van de christenheid’, vond een Franse generaal in 1600. Verder bevat het Jaarboek onder meer artikelen over het uitgeversgeslacht Voorhoeve, de opvang van Rotterdamse vluchtelingen in mei 1940 en het ontstaan van de Verlengde Landscheidingsweg.

ZHB en de Winterkoningin

Voor wie rilt bij de gedachte aan het drinken van zeewater, er was ooit ook heel veel Haags bier voorhanden. Dat is te vinden in de winteraflevering van het tijdschrift Haagse Historie, dat vrijdag (14 december) het licht zag. Tussen 1883 en 1974 stond in Kortenbos de reusachtige Zuid-Hollandse Bierbrouwerij (ZHB), die uiteindelijk 250.000 hectoliter bier per jaar zou produceren. ZHB leverde aan zo’n zeshonderd Haagse cafés, maar brouwde ook voor de export.

Wout en Mout, reclamecampagne ZHB. | Illustratie: Biermagazine

De figuurtjes ‘Wout en Mout’ domineerden de reclamecampagnes in de jaren vijftig en zestig. Fusies en stadsvernieuwing leidden tot het einde van dit Haagse bier. Verder in Haagse Historie onder meer verhalen over het verdwenen krakersbolwerk De Blauwe Aanslag, de middeleeuwse lakennijverheid en de Winterkoningin Elisabeth van de Palts, een gevluchte Duitse vorstin van Engelse komaf, die in de zeventiende eeuw haar hof had aan de Kneuterdijk en daar vooral veel schulden maakte. Het volgende nummer van Haagse Historie verschijnt op 15 maart 2019.

‘Haagse Historie’, no. 10, prijs € 6,50, verkrijgbaar bij de boekhandel (abonnement:
€ 22,50); meer informatie: www.haagsehistoriemagazine.nl
Het Jaarboek Die Haghe is alleen te verkrijgen door lid te worden van de vereniging; meer informatie: www.haagsegeschiedenis.nl

 

 

 

 

Standaardportret
Bekijk meer van