Wethouder Martijn Balster stapt op om woonwagendossier

‘De aantijgingen aan mijn adres op het woonwagendossier hebben mij diep gekwetst. Zonder vertrouwen vaart niemand wel. Voor mij is dat de reden om nu mijn taken neer te leggen’, schrijft Balster in een brief aan de gemeenteraad. Nog niet bekend is of de PvdA een nieuwe wethouder levert.

Het met een jaar uitstellen van een verhuizing van een woonwagenkamp aan de Energiestraat naar de Henri Faasdreef viel verkeerd bij de bewoners. Zij gaven aan geen vertrouwen meer te hebben in de wethouder. Belangenorganisatie Woonwagen Belangen Nederland stuurde een felle brief van gelijksoortige strekking aan het college van B en W en onder meer de Nationale Ombudsman

Raadsleden uitten daarnaast stevige kritiek op de vertraging. Balster meldde om die reden woensdag dat hij het woonwagendossier door zou schuiven naar een collega. Wie dat had moeten zijn, was en is onbekend.

Ziel en zaligheid

In de afscheidsbrief schrijft Balster dat hij zich ruim vijf jaar met ‘ziel en zaligheid heeft ingezet voor onze prachtige stad achter de duinen’. ‘Niet zelden hebben we in de raad stevige discussies gehad die ons denken verder brachten. Maar er waren soms ook aanvaringen waarin puur op de man werd gespeeld. Dat is een praktijk waaraan ik niet kan en wil wennen. Ik wens de gemeenteraad, het college en alle medewerkers alle goeds. Wees lief voor elkaar en voor onze stad’, aldus de voormalig wethouder.

Wethouder Hilbert Bredemeijer (CDA, onderwijs en sport) heeft ‘respect voor deze moeilijke beslissing’. ‘Ik heb veel bewondering voor de toewijding van Martijn voor onze gemeente. Een hardwerkende en deskundige collega, die zich jarenlang heeft ingezet voor Den Haag,’ schrijft Bredemeijer op X. Op datzelfde medium reageert Richard de Mos (Hart voor Den Haag) minder positief op het nieuws. ‘Dit is de enige goede beslissing voor de stad. Nu een wethouder die wél zorgt voor voldoende – én betaalbare – (huur)woningen.’

Keiharde brief

Tussen Martijn Balster en de woonwagenbewoners boterde het al jaren niet, omdat de wethouder er niet in slaagde nieuwe standplaatsen te organiseren. Dinsdag bereikte de crisis een kookpunt toen Woonwagen Belangen Nederland een keiharde brief schreef. Balster discrimineert, hij vertraagt en hij lapt gerechtelijke uitspraken aan zijn laars, staat daarin. Een ‘nieuwe, neutrale en deskundige wethouder’ zou het woonwagenbeleid van Den Haag moeten gaan doen.

Het was voor Balster woensdag aanleiding om de portefeuille woonwagenzaken per direct neer te leggen. De wethouder zei ‘diep geraakt’ te zijn. “Er moet voortgang komen in dit buitengewoon emotionele dossier. Daarom laat ik het woonwagendossier over aan een collega,” zei hij in de raadscommissie ruimte. Met dat besluit verraste hij de raad maar ook de burgmeester en zijn collega-wethouders. In de commissie oogstte hij scherpe kritiek. Er werd gesproken over een motie van wantrouwen en gezien de politieke verhoudingen zou die wel eens een meerderheid hebben kunnen krijgen. B en W kwamen woensdagavond in een spoedsessie bijeen. En weer een dag later, donderdag, kwam Balster tot de conclusie dat hij helemaal niet meer verder wilde.

‘Institutioneel racisme’

Opvallend aan de brief van Woonwagenbelangen zijn de lange reeks verwijten en de keiharde beschuldiging van discriminatie. Balster wordt ‘structureel institutioneel racisme en antiziganisme’ verweten. Dat laatste wil volgens de Raad van Europa zeggen: ‘Een specifieke vorm van racisme, met historische wortels, gericht tegen Roma, Sinti en Reizigers met een vergelijkbare cultuur, vaak uitmondend in discriminatie en systematische uitsluiting’.

Directe aanleiding voor de crisis is de uiterst moeizaam verlopende voorbereiding van de verhuizing van het woonwagenkampje aan de Energiestraat naar de Henri Faasdreef in Leidschenveen. De situatie aan de Energiestraat is onveilig, erkent ook de gemeente. Bovendien bevindt de locatie zich vlak bij de conservatieve As Soena Moskee en de woonwagenbewoners hebben het niet zo op deze buurman.

Balster werkt al jaren aan een oplossing, maar er komt telkens een kink in de kabel. De verhuizing zou eind dit jaar zijn beslag krijgen, maar eerder deze maand liet de wethouder weten dat het op zijn vroegst eind 2026 wordt. Volgens de bewoners staat dit op gespannen voet met een gerechtelijke uitspraak van 29 mei 2024. De Haagse rechtbank bepaalde toen ‘dat de gemeente Den Haag in strijd handelt met het discriminatieverbod door het niet uitbreiden van het aantal woonwagenstandplaatsen’. Eerder al veroordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens het ‘uitsterfbeleid’ dat Den Haag en andere steden jarenlang hebben gevoerd en dat nu leidt tot een structureel tekort aan standplaatsen.