Vier jaar cel voor leider Eritrese rellen bij zalencentrum Opera
De aanvoerder van de Eritrese relschoppers die eerder dit jaar tekeergingen bij zalencentrum Opera aan de Fruitweg, is maandag veroordeeld tot vier jaar cel.
Volgens de rechtbank in Den Haag heeft Johannes A., die zichzelf John Black noemt, opgeroepen tot geweld. Ook deed hij zelf mee aan de rellen.
Op zaterdag 17 februari belaagden honderden tegenstanders van het totalitaire regime in Eritrea een bijeenkomst van een eerdere generatie vluchtelingen die juist sympathiseert met het huidige bewind. De politie moest hen urenlang beschermen tegen de overwegend jonge mannen die probeerden binnen te dringen. Daarbij raakten tientallen agenten gewond en werd voor ruim 750.000 euro schade aangericht.
De woorden en daden van de voormalig kindsoldaat wegen extra zwaar
De 48-jarige ‘John Black’ heeft volgens de rechtbank een leidende rol gehad in de rellen. Hij heeft stenen gegooid richting een ME-linie en heeft geholpen een touringcar in brand te steken. Direct na de ongeregeldheden heeft hij in het Zuiderpark verzamelde relschoppers toegesproken, waarbij hij de gewelddadigheden zou hebben verheerlijkt. De rechter acht bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing en het creëren van een voedingsbodem voor de rellen.
Extra zwaar
Het gepleegde geweld wordt aangemerkt als één geheel van geweldshandelingen, waarvoor alle relschoppers verantwoordelijk worden gehouden. Maar de rechter weegt de woorden en daden van voormalig kindsoldaat Johannes A. extra zwaar, omdat hij een leidende figuur is binnen het deel van de Eritrese gemeenschap dat zich keert tegen het huidige regime. Daarnaast wordt hij veroordeeld voor twee eerdere gevallen van opruiing en het bedreigen van een Eritrese regeringsgezinde vrouw in Nederland.
Het geweld is van een ongekende heftigheid geweest
‘Het geweld is van een ongekende heftigheid geweest,’ luidt de motivatie van alle uitspraken met betrekking tot de rellen. ‘Ook ervaren politiemensen en ME’ers hadden geweld als dit naar eigen zeggen nog niet eerder meegemaakt.’ Daarnaast noemt de rechter het ook dit keer ‘wrang dat juist zij die in een democratische rechtsorde bescherming hebben gezocht, zich tegen de overheid hebben gekeerd die ze die bescherming heeft geboden’.