Hagenaars in de houdgreep: Braziliaans jiujitsu groeit explosief
Vechtsportscholen die zich specialiseren in Braziliaans jiujitsu worden steeds populairder in Den Haag. Inmiddels kun je bij elf scholen terecht voor professionele lessen.
Vechtsportleraar Batuhan Asig (24) legt op maandagavond in de gymzaal van een basisschool aan de Vaillantlaan aan zijn leerlingen uit hoe je iemand in de houdgreep neemt. Zijn vechtsportschool Grappling070 geeft les in Braziliaans jiujitsu (BJJ), een worstelsport waarbij de beoefenaars leren hoe je iemand als een origamiwerkje opvouwt. De 16 aanwezigen luisteren aandachtig naar Asigs uitleg en krijgen aan het einde de opdracht om de oefening zelf uit te voeren. Tijdens de training worden bij één houdgreep alle mogelijke ontsnappingen besproken. “Ik bouw verbanden,” vertelt Asig. “Daarmee probeer ik een connectie te maken tussen greep A, B en C.”
BJJ is een groeiende sport in Den Haag. Deze krijgskunst kon je 15 jaar gelden alleen beoefenen bij vechtsportschool Team Agua. Inmiddels richten negen van zulke zogenaamde dojo’s in de stad zich volledig op de sport en kun je lessen volgen bij meer dan 15 sportscholen die daarnaast ook lesgeven in bijvoorbeeld judo en kickboksen.
Judo
Voor de onwetende toeschouwer ziet het eruit alsof de beoefenaars heel intens knuffelen, maar de kenner weet dat het niks te maken heeft met liefdevolle omhelzingen. De sport lijkt veel op judo, maar hier is het doel niet om een tegenstander op zijn rug te werpen, maar om de opponent via verwurging of arm-, been-, pols- en rugklemmen vast te zetten en vervolgens af te laten tikken (zich overgeven). Ook zijn er twee varianten: gi en nogi (vertaald: pak en geen pak). Bij de eerste dragen deelnemers een soort judopak, bij de tweede worstelen ze in reguliere sportkleding.
Toen ik begon, was er alleen een sportschool in Oss waar je lessen kon volgen
Grappling070 focust zich op nogi-vechten, al worden deelnemers wel gecategoriseerd aan de hand van de kleur van hun band. Of je nu een blauwe beginnersband hebt of een bruine voor gevorderden, in dojo van Asig is de hiërarchie volgens hem niet zo belangrijk. “Soms geven leerlingen heel enthousiast aan dat ze hun blauwe band willen halen. Ik vraag dan waarom, want bij wedstrijden krijg je moeilijkere tegenstanders als je in een hogere divisie gaat vechten. Blijf daarom vooral zo lang mogelijk een ‘witte bander’,” lacht Asig.
Tum Voorn, woordvoerder van de BJJ Federatie Nederland, vertelt dat veel Haagse BJJ-beoefenaars van de eerste generatie hun banden hebben behaald bij Team Agua. Oprichters en toenmalig leraren Farid Ben Omar, Jessie Gibbs en Remco van Baardewijk worden nog steeds geprezen door hun leerlingen. Inmiddels geven ze er geen les meer. Ben Omar en Gibbs doceren nu bij het Mixed Martial Arts Center aan De Werf.
Toeval
Team Agua werd volgens Ben Omar (55) per toeval opgericht. “Toen ik begon, was er alleen een sportschool in Oss waar je lessen kon volgen. Daar heb ik de eerste paar jaar getraind. De docenten wilden de sport zoveel mogelijk verspreiden, daarom wilden ze dat ik zelf een school oprichtte in Den Haag. Nu vind ik het leuk om te zien wat ik heb achtergelaten. Docenten die door heel het land lesgeven, hebben bij mij getraind. Zij ontwikkelden vervolgens hun eigen technieken en zijn daarna op hun beurt een dojo begonnen. Ik wil niet opscheppen, maar daar ben ik best trots op.” Ook Batuhan Asig van Grappling070 kreeg les van Ben Omar. “Ik heb het concept gebaseerd op Team Agua’s eerste locatie,” vertelt de jiujitsuka. “Zij begonnen ook in een gymzaal van een basisschool en richtten later een eigen dojo op.”
Hier is het niet raar om nog even een biertje te doen of samen even bij te praten. Het voelt echt als een vriendengroep
De Pakistaanse Mujta Ba (24) kwam vier jaar geleden naar Nederland toe en wilde direct naar een BJJ-school, omdat die er in Pakistan niet waren. Hij ontdekte de sport via YouTube-video’s van vechtsportcommentator Joe Rogan. Inmiddels traint Ba op competitief niveau, eerder bij Team Agua en nu bij Grappling070. Hij ziet de sport als ‘schaken met het menselijk lichaam’. “Het leuke is dat je elke keer weer een nieuwe puzzel moet oplossen. Elke worp, elke houdgreep, elke beenklem, alles leidt weer tot een potentiële oplossing.”
Keano Costa (24) en Brian Dowling (28) volgden Asig ook naar zijn eigen dojo, omdat ze meer nogi-trainingen wilden volgen. Beiden doen mee aan wedstrijden op een hoog niveau en stellen dat Asig hun het meeste kan leren. “Hij is veruit de beste grappler (worstelaar, red.) in Den Haag,” stelt Costa. En Dowling benadrukt dat Asig een goede sfeer creëert. “Bij andere gyms word je direct weggestuurd als de training is afgelopen. Hier is het niet raar om nog even een biertje te doen of samen even bij te praten. Het voelt echt als een vriendengroep.”
Sparren
Aan het einde van de training gaan de leerlingen met elkaar sparren. Asig herinnert ze eraan dat het niet de bedoeling is de ander pijn te doen. “We leren van elkaar en daarvoor hebben we elkaar nodig. Het is overbodig elkaar te bezeren,” instrueert Asig. De verslaggever, die zelf judotrainingen heeft gehad, wordt uitgenodigd mee te doen. Na gelijkspel met twee leerlingen van zijn eigen grootte, neemt hij het op tegen professional Keano Costa, die dertig kilogram minder weegt en hem in vijf minuten tijd in verschillende armklemmen en verwurgingen heeft gevouwen. “Dat gebeurt nu eenmaal,” zegt hij. “Soms ben je de hamer en soms de spijker.”