ADO Vrouwen hebben unieke basis om de top te halen
Veel speelsters van het Nederlandse vrouwenvoetbalteam komen uit de Haagse jeugdopleiding, maar toch zit er geen ADO-speelster in de definitieve Oranjeselectie. En dat moet in de toekomst anders: de groen-gelen willen ‘een top 3-club’ worden.
‘We are one,’ staat er groot op de Instagram-pagina van ADO Den Haag. Tussen de letters door staan lachende gezichten van voetballers én voetbalsters. De club wil maar duidelijk zijn: ADO is een betaaldvoetbalorganisatie voor mannen- én vrouwenvoetbal. Hoewel de ADO Vrouwen al sinds 2007 eredivisievoetbal spelen, was de vrouwentak sinds 2012 geen volwaardig onderdeel van de ‘NV ADO Den Haag’. Deze werd destijds ondergebracht in een aparte stichting omdat de financiële situatie instabiel was en zo ‘het vrouwenvoetbal beter ontwikkeld kon worden’. Dit is per 1 juli weer teruggedraaid. ‘Zo kunnen we de vrouwentak verder professionaliseren,’ schrijft de club.
Het is een stap die ‘veel mogelijkheden biedt’, zo stelt Kees Punt, directeur van de Stichting ADO Den Haag Vrouwenvoetbal. “Wij waren een uit de krachten gegroeide vrijwilligersclub. En dat terwijl goede financiële middelen belangrijker worden. Daarom is het goed dat de club verder kan groeien.”
Het betekent concreet dat ook het ADO Vrouwenelftal nu valt onder de verantwoording van Bolt, de Amerikaanse clubeigenaar. En dit bedrijf was al eerder duidelijk: na jaren als vierde of vijfde te zijn geëindigd, moet ADO snel ‘een top 3-club in het vrouwenvoetbal worden’. Volgens Punt geen grootspraak. “Er lopen veel goede mensen rond, speelsters, staf, jeugdtrainers. De opleiding van de club is al jaren op orde. ADO was de eerste vrouwenclub met een belofteteam en de eerste met twee vrouwenjeugdelftallen. Uniek.”
Wereldkampioenschap
En dit heeft al effect gesorteerd. Victoria Pelova, Renate Jansen, Lineth Beerensteyn, Merel van Dongen: speelsters die als talent het groen-gele shirt droegen en die nu door bondscoach Andries Jonker zijn opgenomen in de selectie voor het WK, dat tot en met 20 augustus plaatsheeft in Australië en Nieuw-Zeeland.
Maar hier schuilt gelijk de tekortkoming van ADO: nu deze speelsters in de kracht van hun carrière zitten, spelen ze voor grotere clubs. Een huidige ADO-speelster is er niet actief op het WK. “Daarom is de integratie goed,” stelt Punt. “Met betere contracten kunnen we de meiden langer aan ons binden. En dat betekent dat de technische staf op langere termijn kan bouwen aan een sterker elftal.”
Voormalig ADO-keepster Lisa Franken (nu erg succesvol in het zaalvoetbal) weet dat het Bingoal Stadion vruchtbare grond is voor talentvolle voetbalsters. Ze doorliep alle belofte-elftallen, maar tot een doorbraak in het eerste elftal kwam het niet. Toch kijkt ze ‘met een goed gevoel’ terug. “ADO is een warme familieclub. Natuurlijk baalde ik dat ik mijn droom er niet kon waarmaken, maar ik ben wel op een fijne manier weggegaan. Ik heb mij tot het laatste moment welkom gevoeld, en de club heeft mij verder op weg geholpen. Dat is de kracht van de jeugdopleiding: goede begeleiding.”
Ook oud-PSV’er Angela Christ, tussen 2009 en 2019 Oranjespeelster, kijkt met bewondering naar ADO, een club waar ze zelf nooit speelde. “Toen ik nog voetbalde, viel het mij al op dat er bij ADO altijd veel speelsters uit de eigen jeugd in de basis stonden. Dat vond ik bijzonder.”
De harde supporterskern van de mannenploeg steunt ook steevast de dames
Basis
Nu wordt het zaak voor Bolt om speelsters langer aan ADO te binden. En dat voetbalsters ook in het groen-gele shirt bijzondere prestaties kunnen leveren, bewijst doelvrouw Barbara Lorsheyd. Zij zat in 2007 (toen de eredivisie het levenslicht zag) al bij de selectie, speelde vorig jaar haar 250ste wedstrijd in de hoofdmacht en staat nu als vierde keeper op de reservelijst voor het WK.
Deze stabiliteit was bij grote clubs juist regelmatig ver te zoeken, ondanks verwoede pogingen met buitenlandse speelsters. Zo had PSV tussen 2019 en 2021 de Mexicaanse keepster Cecilia Santiago onder contract staan, maar zij kwam in twee jaar tot vijf eredivisiewedstrijden, waarin ze overigens niet één keer de nul hield. Nog een voorbeeld: FC Twente hoopte in 2014 op de ervaring van de toen 29-jarige Italiaanse doelvrouw Arianna Criscione, maar in haar enige wedstrijd in de basis kreeg ze vier tegengoals.
En Ajax contracteerde een jaar eerder Daria Antończyk, toen keepster van het nationale elftal van Polen. Maar ook Antończyk maakte geen onuitwisbare indruk en ze vertrok na veelvuldig op de bank te hebben gezeten. En dat terwijl ADO al meer dan een decennium in Lorsheyd een stabiele factor onder de lat heeft.
Prestatiecultuur
Volgens Franken is zo’n succesverhaal belangrijk. “Barbara laat zien dat je als ADO-speelster wél succes kunt hebben. En als ADO erin slaagt om iets meer een prestatiecultuur te ontwikkelen, kan dat meer talentvolle meiden motiveren om langer te blijven.”
En volgens Pierre Heijnen, oud president-commissaris, is die potentie er. “Niet alleen omdat de jeugdopleiding zo goed is,” begint hij. “dat komt door de vele support. ADO is de enige club waarvan de harde supporterskern van de mannenploeg ook steevast de dames steunt. Zij zijn er altijd en maken veel kabaal. Heel bijzonder. En verder zijn er goede samenwerkingsverbanden. Zo houdt de opleiding Sport & Bewegen van ROC Mondriaan rekening met de verplichtingen van ADO-speelsters. Er is afstemming tussen school en club. Daar heeft in het verleden Lineth Beerensteyn van geprofiteerd. Dit helpt de ontwikkeling van talent. ADO kan echt een topploeg worden.”
Ook Kees Punt kijkt positief naar de toekomst. “Er komen hele goede meiden aan,” weet hij. Zorgt deze nieuwe lichting ervoor dat ADO Den Haag over vier jaar, tijdens de volgende wereldkampioenschappen, wél vertegenwoordigd is? Angela Christ zou het toejuichen. “ADO heeft een gezonde ambitie. En meer concurrentie in de top is goed voor de sport.”