Column: Trumps invasie van Den Haag
Boven de spijlen van het hek langs het Vredespaleis is extra prikkeldraad gespannen, zag columnist Christiaan Weijts. Dan merk je dat de oorlog steeds dichterbij komt.
Bus 24 was verkeerd gereden. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Halverwege de Scheveningseweg trapte de chauffeur op z’n rem. Iedereen die zich vasthield aan de lussen en stangen slingerde heen en weer, en drukte tegen elkaar aan.
Het was donker, het was stervenskoud en het regende. Stampvol was het daarom, en bij de bruuske keeractie moest ik een man ondersteunen die bijna omviel. Alsof hij nu pas gelegitimeerd was een gesprekje aan te knopen vroeg hij: “Dat grote gebouw, dat zo mooi verlicht is, wat is dat?”
“Het Vredespaleis, bedoelt u?”, vroeg ik, op mijn hoede voor een strikvraag. Maar hij was duidelijk niet van hier, en knikte. “En zit daar nog echt een instituut in, of is het alleen maar… Hoe noem je dat?”
“Een Efteling-decor? Nee, ze werken er echt aan de vrede,” zei ik. Nu draaiden we de Carnegielaan in. Het kwam door alle obstructies en omleidingen dat de chauffeur de kluts kwijt was geraakt.
“Dus hier,” zei de man, met een blik op het sprookjespaleis tussen de bomen door, “gaan ze Netanyahu heen brengen.”
“Dat… veronderstel ik wel, ja…” Nu moest ik werkelijk op mijn hoede zijn. Voor je het weet, kom je zonder je voortanden bij je halte aan. Het hek langs de Carnegielaan was die week verhoogd. Twee achtereenvolgende dagen had ik er werkmannen op een hoogwerker bezig gezien. Boven de spijlen hebben ze extra lijnen prikkeldraad gespannen. Dan merk je dat de oorlog steeds dichterbij komt.
Op de derde dag liep er een opzichter met een iPad mee die zag dat het goed was. Vier lijnen zijn het, als een gemankeerde notenbalk. Ze lopen helemaal door tot de Australische ambassade. Of het voldoende is om de Special Forces tegen te houden, zal de geschiedenis moeten uitwijzen.
De man leek vooral geamuseerd bij de gedachte aan een Derde Wereldoorlog
In plaats van deze torens had er ook een hoekig art-decopaleis kunnen komen, met een snufje Egyptische geheimzinnigheid. Dat zag ik in het pas bij uitgeverij Koppernik opnieuw uitgebrachte boek ‘Nooit gebouwd Nederland’, van geboren Hagenaar Cees Nooteboom. Hierin zien we de inzending van Willem Kromhout (bekend van het American Hotel in Amsterdam). Maar de keuze viel op de Fransman Louis Cordonnier, die maar liefst vier grote renaissancetorens bij elkaar had gedroomd. Drie daarvan werden geschrapt. Stel je voor, die vier torens, of juist een ‘supersized’ American Hotel. De Amerikanen zouden het waarschijnlijk wel nalaten om dat plat te bombarderen.
Iets voorbij het standbeeld van Eline Vere aan de Groot Hertoginnelaan realiseerde ik mij dat ik mij vergiste. In het Vredespaleis zit natuurlijk het Internationaal Gerechtshof, niet het Internationaal Strafhof. Bovendien zouden ze Netanyahu in de Scheveningse gevangenis smijten, legde ik de man uit. “Als het zover komt, is de kans zelfs groot dat Trump Den Haag gaat binnenvallen.”
“O, echt?” De man leek vooral geamuseerd bij de gedachte aan een Derde Wereldoorlog. Maar het is de bittere waarheid. In 2002 nam George W. Bush – met terugwerkende kracht de belichaming van presidentiële waardigheid en politiek intellect – een wet aan die stelt dat Amerikanen en bondgenoten die gevangen worden genomen door het Internationale Strafhof mogen worden bevrijd, ‘by all means necessary and appropriate’: de zogenaamde The Hague Invasion Act.
Dat kleine college internationaal recht had ons al bij de Statenlaan gebracht, waar hij uitstapte, en groette. Het was duidelijk dat de man er geen bal meer van geloofde. Bij nader inzien was dan ook onduidelijk of dat gebouw wel het Vredespaleis was geweest. Een nooit gebouwde stad, een nooit gebeurde geschiedenis.
Het enige wat echt was hier, tegen de achtergrond van het Kunstmuseum van Berlage, waren de koude wind en de regen die inbeukten op zijn ineengedoken gestalte.
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.