Kijkduinse ondernemers eisen schadevergoeding van gemeente voor lage omzet
Negen ondernemers in Kijkduin eisen via de Raad van State een vergoeding voor de omzet die zij misliepen door de herinrichting van de badplaats. Maar volgens de gemeente hebben ze nergens recht op.
“De zomer van 2018 was de warmste zomer van de afgelopen drie eeuwen. De ondernemers op Kijkduin hebben niet geprofiteerd van het mooie weer,” zei de advocaat van negen ondernemers op 4 april op de zitting van de Raad van State. Door de herinrichting van Kijkduin en de afsluiting van de Machiel Vrijenhoeklaan in dezelfde periode zijn de ondernemers enkele duizenden tot tienduizenden euro’s misgelopen, stellen ze.
Dennis de Ket, voormalig uitbater van restaurant Ketjes Mix aan de boulevard, zag de bui al hangen en stopte ermee. “Vanwege de slechte bereikbaarheid”, zegt hij. “De mensen konden niet meer op Kijkduin komen. Dat ging alleen nog via de Lozerlaan. Sluipwegen werden door verkeersregelaars afgesloten.”
Toen de gemeente een schaderapport kreeg wat haar niet goed uitkwam, vroeg ze maar een ander advies aan
De ondernemers willen de schade verhalen op de gemeente. Die erkent weliswaar dat de ondernemers omzetschade hebben geleden, maar oordeelde ook dat zij niet in aanmerking komen voor een vergoeding. Als reden voert te gemeente aan dat het bestemmingsplan voor de herinrichting van Kijkduin niet wezenlijk verschilt van het voorgaande plan, dat ook al herinrichting toeliet. Dat Kijkduin op de schop ging, was dus te voorzien.
Eigen risico
De omzetschade door de afsluiting van de Machiel Vrijenhoeklaan zou wél kunnen worden vergoed, aldus de gemeente. Maar volgens een berekening van schade-experts zorgde de afsluiting voor slechts een klein deel van de geleden schade. Zo klein, dat die schade volledig voor risico van de ondernemers komt.
Die redenering steekt de ondernemers. “Wat ons niet bevalt, is dat de gemeente een schaderapport krijgt dat haar niet goed uitkomt en dan maar een ander advies vraagt dat gunstiger is,” zei een van hen.
Daarmee doelt de ondernemer op een eerste rapport dat in opdracht van de gemeente werd gemaakt. Hierin werd gesteld dat de herinrichting en de afsluiting beide voor 50 procent oorzaak zijn van de schade, een conclusie die wel aanleiding zou geven voor schadevergoeding. De gemeente liet vervolgens een tweede rapport maken door andere experts, met een gunstiger uitkomst. Dat advies werd uiteindelijk opgevolgd. Volgens de advocaat van de ondernemers heeft de gemeente die keuze niet onderbouwd.
De Raad doet binnen enkele maanden uitspraak.