Henk Wesseling 1937-2018 – Haagse veelschrijver aan Leidse universiteit
De Leidse historicus H.L. Wesseling, die op 18 augustus overleed, is toch ook altijd een beetje Hagenaar gebleven. Hij laat een groot en veelzijdig oeuvre na.
De Grote Kerk daverde op 30 april 1998 geregeld van het lachen. Er klonk een humoristische feestrede op het 750-jarig bestaan van ’s-Gravenhage. Spreker was de Leidse hoogleraar Algemene Geschiedenis H.L. Wesseling. Het was, zei hij onder meer, ‘a sobering thought te beseffen dat Den Haag zijn ontstaan dankt aan een overwinning van de pauselijke partij onder de Duitse keurvorsten (een verwijzing naar de keizerkandidatuur van graaf Willem II, red.) en zijn stadsrechten aan de Corsicaanse usurpator (Napoleon, red.) en zijn familie’.
Paramaribostraat
Dat lijkt gek, een ‘Leienaar’ op de kansel bij een Haags jubileum, maar dat valt mee. De op 18 augustus overleden Henk Wesseling werd geboren in Den Haag, groeide hier op en is zich ondanks zijn verhuizing naar Leiden en later Oegstgeest altijd met zijn geboortestad verbonden blijven voelen. Zijn vader was de dissidente katholieke politicus en zakenman C.D. Wesseling, die zijn carrière ooit was begonnen als journalist. Wesseling senior was ook nog enige tijd lid van de gemeenteraad. Zoon Henk bezocht de school aan de Paramaribostraat, zat op de katholieke verkennerij in de Balistraat (Jacob Andreas Groep) en doorliep het gymnasium op het Aloysius College.
Wesseling werd in 1973 op 36-jarige leeftijd hoogleraar in Leiden, de stad waar hij ook had gestudeerd, en zou dat blijven tot zijn emeritaat in 2002. Daarnaast was hij van 1995 tot 2002 rector van het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS) in Wassenaar. Als hoogleraar was hij een van de begeleiders van kroonprins Willem-Alexander, die bij hem afstudeerde op een scriptie over generaal De Gaulle en de NAVO. Wesseling was gespecialiseerd in Franse en koloniale geschiedenis.
Lichte toon
Zoals het citaat uit de Haagse feestrede aangeeft, was Wesseling een meester in het leesbaar en humoristisch schrijven. Zijn ‘lichte’ toon en ‘Leidse stijl’ (beschrijven en analyseren in plaats van oordelen) zijn vaak geroemd en soms bekritiseerd als te laconiek en te weinig geëngageerd. Zelf zag hij geschiedschrijving als ‘een hybride combinatie van wetenschap en kunst’. Wesseling schreef niet alleen goed, hij schreef ook veel. Zijn bibliografie omvat tientallen boeken en honderden essays. Daarnaast was ook vele jaren als columnist verbonden aan NRC Handelsblad. Bij het grote(re) publiek brak hij in 1992 door met de studie ‘Verdeel en heers’, een overzicht van de ‘deling’ van Afrika door de koloniale grootmachten in de periode 1880-1914. In 2006 verscheen ‘Frankrijk in oorlog, 1870-1962’, dat vooral gaat over de vele Franse nederlagen. Veel succes oogstte Wesseling in 2012 met ‘De man die nee zei’, een biografie van Charles de Gaulle. Ook het vorig jaar nog verschenen ‘Scheffer, Renan, Psichari – Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis’ werd goed ontvangen. Zeer persoonlijk is ‘Zoon en vader – Vader en zoon’ (2008) waarin hij zijn eigen leven en dat van zijn vader naast elkaar zet, zonder ook maar enig spoor van sentimentaliteit.
Vrijdag 24 augustus (14.00 uur) wordt afscheid genomen van Henk Wesseling in de kerk van de H. Antonius Abt (Scheveningseweg), waarna de begrafenis volgt op St. Petrus Banden aan de Kerkhoflaan.