Kledingbank kan huur niet meer opbrengen
Ook in Haagse Hout bestaat er armoede, en veel bewoners maken dankbaar gebruik van de gratis spullen van de Kledingbank. Maar die kan nu zelf de huur niet meer betalen. Gezocht: een nieuw subsidiepotje.
Ondanks de rust die Ingrid Vogel twee weken lang genoot in Spanje, zitten de tranen hoog. Ze heeft stress, legt ze uit, omdat de Kledingbank moet sluiten. Stadsdeel Haagse Hout zet de subsidie stop. Janice Roopram van Groep de Mos gaat wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, sociale zaken, armoedebestrijding en maatschappelijke opvang) vragen om sluiting te voorkomen.
De Kledingbank is een (bijna gratis) voorziening voor minima die hier kleding kunnen krijgen. Klanten die zich registreren en over een pas beschikken, kunnen één keer per maand drie tot vijf kledingstukken per gezinslid meenemen. Ze krijgen een zomer- en een winterjas en eens in de drie maanden schoenen. Zij betalen 1 euro. Vogel: “Maar die vragen we niet aan mensen die zijn doorgestuurd door bijvoorbeeld de schuldhulpverlening. Voor hen kan dat te veel zijn.’’
Minimum
In korte tijd is het vaste klantenbestand gestegen naar 1200. “Het zijn mensen die leven van een minimum, op bijstandsniveau. Mensen die een Ooievaarspas hebben en dus inkomsten kunnen hebben tot 130 procent van het minimum, wordt om een kleine bijdrage gevraagd. Want we maken natuurlijk ook kosten.” Behalve klanten uit Haagse Hout voorziet de Kledingbank nu ook Hagenaars uit de hele stad van kleding. Vogel: “Ook bijvoorbeeld vluchtelingen met verblijfsdocumenten en mensen uit Blijf van mijn Lijf-huizen.’’
De allereerste doos kleding kwam in de zomer van 2014 van de familie van Ingrid Vogel. Zij organiseerde activiteiten voor kinderen in de Buurtkelder aan de Tarwekamp. “Ik zag die kindjes er armoedig bij lopen. De gaten vielen in de schoenen.’’ Vogel ging kleding inzamelen om weg te geven. “Moeders vertelden me dat er meer mensen waren die deze hulp konden gebruiken.’’ Buurtbewoners droegen graag bij en aan kleding was geen gebrek. “Al kunnen we altijd meer kinderkleren gebruiken.’’
Potje
De groei zat er snel in bij de gratis winkel die vier dagen per week geheel op vrijwilligers draait. “Zodat het te klein werd aan de Tarwekamp.’’ Nieuwe huisvesting werd gevonden in een voormalig clubhuis van de scouting aan de Robijnhorst. De winkel kreeg een officiële status en ging Stichting Kledingbank Den Haag heten. Voor de duur van één jaar was uit subsidie de huur gedekt en werden onkosten betaald. Vogel: “Maar dat potje bestaat niet meer.’’
Dit initiatief is gericht tegen armoede én eenzaamheid
Het stadsdeelkantoor heeft blijkbaar weinig te makken, want ook andere activiteiten die Vogel voor jonge en oudere buurtbewoners organiseert, moeten wegens geldgebrek worden afgelast, zoals het sinterklaasfeest, een sport- en speldag en samenkomsten van ouderen. Janice Roopram van Groep De Mos, die het voortbestaan van in elk geval de Kledingbank veilig wil stellen, klopt daarom bij het stadhuis aan voor steun.
Om te voorkomen dat de huur wordt stopgezet, gaat ze met spoed naar wethouder Van Alphen. Roopram heeft er goede hoop op dat dit goed uitpakt. “Ik ben blij met deze wethouder. Ik heb een goed gevoel bij hem.’’ Zijn woordvoerder laat desgevraagd weten dat Van Alphen pas actie onderneemt als de gemeenteraad hem daartoe aanspoort. Als Van Alphen snel te hulp schiet, hoeft Vogel vooralsnog niet weg van de Robijnhorst. Al groeit de Kledingbank daar hoe dan ook uit zijn voegen.
Duurzaamheid
“Dat probleem is van later orde. Het allerbelangrijkst nu is dat de Kledingbank kan blijven bestaan. Voor de arme mensen die geen geld hebben om zichzelf, hun partner of kinderen goed te kleden. Maar dat niet alleen,” zegt Vogel, “wij dragen op deze manier ook bij aan de duurzaamheid. En mensen kunnen hier hun verhaal kwijt. Als je hun verhalen hoort, dat is soms echt verschrikkelijk.”
Roopram heeft diep respect voor het werk van ‘die lieverd’ Vogel. “Dit initiatief is gericht tegen armoede én eenzaamheid. Mensen komen hier om een praatje te maken. Ik word verdrietig én boos als ik hoor dat dit mogelijk dicht moet.’’ Want is het niet mooi dat inmiddels twee vrijwilligers van de Kledingbank een betaalde baan hebben bemachtigd? Volgens Roopram is dat het allerbeste middel tegen armoede.