‘Ik ben een sterke man. Een uitkering voelt haram’

Met de vluchtelingencrisis van anderhalf jaar geleden in het achterhoofd gaat DHC op bezoek bij de eerste extra opvanglocatie die open ging in Den Haag. Plaatsvervangende huismeester Samer weet inmiddels: “Gelijkwaardigheid is beschikbaar in Nederland.”

Door

Door Mieke van Dixhoorn

“Een, twee, drie..” Ghurfran dartelt rond haar vader Bassam op het voorpleintje van de Scheveningseweg nummer 90 terwijl ze oefent. Met minimale hapering komt ze al tot dertig. Het meisje, gehuld in roze, is vier, vertelt haar vader, en houdt van school. Jammer dat het net vakantie is. Vraag Ghurfran trouwens zelf hoe oud ze is en ze houdt vol overtuiging een hele hand vol vingers op. Bassam lacht. Langzaam maar zeker bouwt hij met zijn familie aan een leven in Den Haag. In Syrië werkte Bassam als grafisch ontwerper, gespecialiseerd in tijdschriften. Dat wil hij graag weer oppakken.

Tussen alle advocatenkantoren en het vele groen wonen 75 statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning). De Scheveningseweg was de eerste extra opvanglocatie die werd opgeleverd door de gemeente, nu een jaar geleden. Van de vier gebouwen zijn er drie met appartementen voor gezinnen. In de vierde wonen alleenstaande jongeren, tussen de 18 en 27 jaar. Zij delen keuken, douche en toilet – met bijbehorende problemen.

Als hij ziet dat wethouder Joris Wijsmuller (HSP) er is, komt de opa van Ghurfran enthousiast aanlopen. Hij laat trots zijn nieuwe moestuin zien die hij achteraan het terrein heeft aangelegd. Daar was wat gedoe over, vertelt vrijwilligster Monica Sinkora. “De conciërge hiernaast zei dat het van de gemeente niet mocht.” Wijsmuller glimlacht. De gemeente heeft het nu gezien, en de gemeente vindt het goed.

Niet makkelijk

De HSP-er kreeg in 2015 het vluchtelingendossier onder zich. Hij en zijn team hebben gaandeweg veel geleerd. We verzamelen in de huiskamer van Samer en Samira Alokla. Ook aanwezig is hun ‘maatje’ Monica, de nieuwe locatiemanager Fatiha el Bouayadi en huismeester Frans van Haaren. Alokla ontvangt iedereen in verbazend goed Nederlands. Geleerd in zeven maanden, vertelt hij. Drie keer per week naar school en veel filmpjes kijken op Youtube. Ook heeft Alokla een handige app op zijn telefoon. Geen grap – een waar je werkwoordvervoegingen kan opzoeken. “En als hij een woord niet snapt,” vertelt El Bouayadi, “vraagt hij of je het even op kan schrijven.” Wijsmuller prijst de gastheer en die moet een beetje blozen: “Ik oefen te veel.”

Er is veel gesleuteld aan de aanpak van de gemeente, vertelt de wethouder. In 2015 werd besloten om ook veel onzelfstandige woningen te bouwen voor de vele vluchtelingen (groepsaccomodaties). “Om ‘meters’ te maken. Nu zien we de nadelen die daaraan kleven.” Een groot probleem: de financiën. “Deze mensen krijgen te maken met de kostendelersnorm: personen met een uitkering die samenwonen, worden geacht kosten te delen. Dus zij krijgen minder geld. Ik heb er veel discussies over gehad. Als je een leven wil opbouwen heb je rust en privacy nodig. Dat is moeilijk en daar heb ik begrip voor, maar dit is wel zoals het is.” Qua aantallen is Wijsmuller afhankelijk van de wereldpolitiek en ook de landelijke. “Nu zitten we in een dal wat betreft cijfers, dus dat geeft speelruimte. Op een aantal locaties is het aantal bewoners gedaald en er wordt zoveel mogelijk zelfstandig aangeboden.”

Huismeester Frans is ook veel van zijn tijd bezig met de onzelfstandige woningen op deze locatie. “Toen ik hier begon zag ik dat de zaak aan het vervuilen is. Je kunt het vergelijken met een studentenhuis. Zij zeiden: ‘Je hoeft voor ons geen schema te maken, dat kunnen we zelf’. Dat vond ik positief. Maar het probleem is de financiën. Het kopen van schoonmaakmiddelen heeft in ieder geval geen prioriteit. Dus ik heb aangeboden: als jullie beloven te gaan schoonmaken, zorg ik dat je de middelen hebt. Maar dat lost natuurlijk lang niet alles op.” De gemeente let samen met organisaties ook beter op tijdens de eerste maanden in Den Haag, als het makkelijk is om door alle administratieve zaken meteen een schuld op te bouwen. “Voor je het weet ben je alleen nog problemen aan het oplossen,” zegt Wijsmuller. Ook de locatiemanagers zijn nieuw. De volgende stap is om hier ook te gaan werken aan een toekomst.

De gemeente voert inmiddels ‘profielscans uit’, waarin gekeken wordt naar achtergrond, opleiding, werkervaring en ambities. Op basis daarvan krijgen mensen begeleiding naar school en werk. El Bouayadi: “We kijken met mensen: waar wordt je gelukkig van? En dat gaan we proberen te regelen. Ook hobby’s als tekenen of muziek bijvoorbeeld.” Alokla heeft ze net al kunnen helpen. Want hoewel hij tevreden is, kriebelt het. “Ik hoorde dat Samer graag iets wil doen, want de uitkering…” Alokla knikt instemmend: “Het is genoeg, maar ik ben een sterke man, ik heb gezondheid: ik moet werk hebben.” In Syrië, vertelt hij, was Alokla koopman op de centrale markt in Damascus. “Dat is de hoofdstad.” Nu komt hij drie keer per week op de Haagse Markt, die is wel veel kleiner, maar hij zou er graag aan de slag gaan. El Bouayadi heeft alvast wat telefoontjes gepleegd. Praten met de klanten? Dat moet lukken. “Goed oefenen, stapje voor stapje.” Wijsmuller doet het alvast voor: “Kilootje Elstar, één euro!”

Gelijkwaardigheid

Om de vraag ‘wat vindt u van Nederland’, moet Samer Alokla hartelijk lachen. “Heel veel belasting.” Maar nu hij een jaar in Den Haag woont, is er wel iets veranderd voor hem. “Een jaar geleden kwamen we aan en kreeg ik dit huis. Ik dacht – ik moet eerlijk zijn – die Nederlanders geven dit huis, maar hun huis is veel groter. Daarna had ik veel contact met Nederlanders en zag ik dat zij dezelfde problemen hadden: kleine huizen en zo. Toen wist ik: gelijkwaardigheid in Nederland is beschikbaar.” El Bouayadi grapt: “En toen ben je opgehouden met klagen?” Alokla lacht: “Ja, daarna gelukkig en tevreden zijn.” Nu alleen nog een plekje op de markt.

Ghurfran en haar vader Bassam in hun huis. |Foto’s: DHC/Sebastiaan Boot

Ook abonnee worden van DHC? Klik dan hier.

Pasfoto Mieke
Bekijk meer van